Operation Manual

CS250/CS240/CS231 5-13
Netwerkinstellingen
5
5.3 TCP/IP-instellingen
De instellingen kunnen worden opgegeven om deze machine in een TCP/IP-netwerkomgeving te gebruiken.
2
Let op
Om alle wijzigingen toe te passen op de netwerkinstellingen, moet de machine worden uitgeschakeld
en opnieuw ingeschakeld.
Wanneer de machine wordt uitgeschakeld en opnieuw wordt ingeschakeld met de
hoofdvoedingsschakelaar, moet u minstens 10 seconden wachten om de machine opnieuw in te
schakelen, anders zal de machine mogelijk niet correct werken.
!
Detail
Als "DHCP-instellingen" is ingesteld op "AAN", zijn [IP-adres], [Subnet Mask] en [Standaard Gateway]
niet beschikbaar.
Wanneer een DHCP-server wordt gebruikt, worden het IP-adres, het subnetmasker en de standaard
gateway automatisch toegewezen door de DHCP-server. Het is daarom niet nodig deze items
handmatig toe te wijzen. Houd echter rekening met de volgende punten.
Vraag uw netwerkbeheerder of de DHCP-server beschikbaar is. Als er geen DHCP-server beschikbaar
is, moet u de instellingen opgeven voor "IP-adres", "Subnet Mask" en "Standaard Gateway".
Als het IP-adres en de overige instellingen zijn toegewezen door de DHCP-server, kunnen ze
automatisch worden gewijzigd. Als dat gebeurt, zult u deze machine mogelijk niet langer op het netwerk
kunnen opgeven via zijn IP-adres. Als "DHCP-instellingen" is ingesteld op "AAN", is het aanbevolen dat
het aan de machine toegewezen IP-adres wordt vastgelegd door de DHCP-server te configureren.
Raadpleeg "Het scherm Beheerderinstellingen weergeven" op pagina 4-6 voor meer informatie over het
weergeven van het scherm Beheerderinstelling.
2
Opmerking
Om de functie Hulpprogramma af te sluiten, drukt u op de knop [Hulpprogramma] of op de toets
[Reset].
Het scherm TCP/IP-instellingen weergeven
1 Druk op [5 Netwerkinstelling] in het scherm Beheerderinstelling.
2 Druk op [1 TCP/IP-instelling] in het scherm Netwerkinstellingen.