Operation Manual

5
Netwerkinstellingen
5-14 CS250/CS240/CS231
3 Druk op [AAN].
De parameters van de TCP/IP-instellingen verschijnen.
IP-instellingen
Selecteer de methode voor het opgeven van het IP-adres van de machine of voer het adres direct in. U kunt
de instellingen voor de volgende items definiëren.
2
Opmerking
Gebruik de cijfertoetsen om het adres te typen.
Druk op de toets [C] (wissen) om het ingevoerde adres te wissen.
1 Druk op [IP instelling] in het scherm TCP/IP-instellingen.
2 Geef de gewenste instellingen op.
Parameter Omschrijving
Instelmethode IP-adres Selecteer of een vast IP-adres rechtstreeks moet worden opgegeven (Directe invoer) of als
het IP-adres automatisch moet worden opgehaald (Auto ophalen).
IP-adres Als "Directe invoer" is geselecteerd, geef dan het IP-adres van de machine op. Gebruik de
cijfertoetsen om het adres te typen.
Subnet Mask Als "Directe invoer" is geselecteerd, geef dan het subnetmasker op voor het netwerk dat
moet worden verbonden. Gebruik de cijfertoetsen om het adres te typen.
Standaard Gateway Als "Directe invoer" is geselecteerd, geef dan de standaard gateway op voor het netwerk
dat moet worden verbonden.