Operation Manual

5
Netwerkinstellingen
5-16 CS250/CS240/CS231
Druk op de toets [C] (wissen) om de ingevoerde DNS-hostnaam te wissen.
3 Druk op [OK].
Om de wijzigingen aan de instellingen te annuleren, drukt u op de naam van het menu-item in het
scherm Bladwijzer om terug te keren naar het geselecteerde scherm zonder de wijzigingen aan de
instellingen toe te passen.
DNS-domein
Geef de DNS-domeinnaam op. U kunt de instellingen voor de volgende items definiëren.
2
Opmerking
Zorg dat u de hostnaam en de domeinnamen invoert zodat er in totaal niet meer dan 254 tekens zijn.
1 Druk op [DNS-domein] in het scherm TCP/IP-instellingen.
2 Geef de gewenste instellingen op.
Om een DNS hostnaam in te voeren, selecteert u de domeinnaam die moet worden ingevoerd en
typt u vervolgens de domeinnaam met behulp van het toetsenbord dat op het scherm verschijnt.
Parameter Omschrijving
DNS-domein auto ver-
krijgen
Selecteer of de naam van het DNS-domein automatisch wordt opgehaald.
DNS standaard
domeinnaam
Voer de standaard DNS-domeinnaam in. Gebruik het toetsenbord dat op het tiptoets-
scherm verschijnt om de domeinnaam te typen (tot 253 tekens).
DNS zoeken domein-
naam 1 tot 3
Voer de DNS zoeken domeinnaam in. Gebruik het toetsenbord dat op het tiptoetsscherm
verschijnt om de domeinnaam te typen (tot 253 tekens).