Operation Manual
CS250/CS240/CS231 5-17
Netwerkinstellingen
5
– Druk op de toets [C] (wissen) om de ingevoerde domeinnaam te wissen.
3 Druk op [OK].
– Om de wijzigingen aan de instellingen te annuleren, drukt u op de naam van het menu-item in het
scherm Bladwijzer om terug te keren naar het geselecteerde scherm zonder de wijzigingen aan de
instellingen toe te passen.
DNS serverinstellingen
Geef de DNS-servernaam op. U kunt de instellingen voor de volgende items definiëren.
2
Opmerking
U kunt IPv4 of IPv6 selecteren voor het invoeren van het IP-adres van de DNS-server.
1 Druk op [DNS serverinstellingen] in het scherm TCP/IP instelling.
2 Geef de gewenste instellingen op.
Parameter Omschrijving
DNS-server auto verkrij-
gen
Selecteer of de DNS-server automatisch moet worden opgehaald.
Voorkeur DNS server Geef het adres op van de DNS-server die de prioriteit krijgt. Gebruik de cijfertoetsen om
het adres te typen.
Secundaire DNS-server
1
Geef het adres op van een alternatieve DNS-server. Gebruik de cijfertoetsen om het adres
te typen.
Secundaire DNS-server
2
Geef het adres op van een alternatieve DNS-server. Gebruik de cijfertoetsen om het adres
te typen.