Operation Manual

5
Netwerkinstellingen
5-30 CS250/CS240/CS231
NetWare-afdrukinstellingen
NetWare-afdrukinstellingen kunnen worden opgegeven de status kan worden gecontroleerd. U kunt de
instellingen voor de volgende items definiƫren.
Als "PServer" is geselecteerd als de NetWare-afdrukmodus, geef dan de instellingen op voor het volgende.
Als "Nprinter/Rprinter" is geselecteerd als de NetWare-afdrukmodus, geef dan de instellingen op voor het
volgende.
2
Opmerking
Om de instelling te wijzigen, drukt u op de toets [C] (wissen) en gebruikt u vervolgens de cijfertoetsen
om de gewenste waarde in te voeren.
De naam van de printserver mag maximaal 10 tekens bevatten.
1 Druk op [5 Netwerkinstelling] in het scherm Beheerderinstelling.
2 Druk op [2 NetWare instelling] in het scherm Netwerkinstelling.
Het scherm NetWare instelling wordt weergegeven.
Parameter Omschrijving
NetWare afdrukmodus Selecteer PServer of Nprinter/Rprinter wanneer de afdrukmodus moet worden gebruikt.
Status De NetWare-status kan worden gecontroleerd.
Parameter Omschrijving
Printservernaam Geef de printservernaam op. Gebruik het toetsenbord dat op het tiptoetsscherm verschijnt
om de servernaam te typen (tot 63 tekens).
Printserver wachtwoord Geef het wachtwoord op dat vereist is wanneer de printserver wordt aangemeld op de be-
standsserver. Gebruik het toetsenbord dat op het tiptoetsscherm verschijnt om het wacht-
woord te typen (tot 63 tekens).
Polling Interval Geef het interval op voor het zoeken in de afdrukwachtrij. (Bereik: 1 tot 65535)
Bindery/NDS instelling Als "NDS" is geselecteerd, wordt bindery uitgeschakeld. Als "NDS/Bindery" is geselec-
teerd, worden zowel NDS en bindery ingeschakeld.
File Server Naam Geef de naam op van de bestandsserver waarop de printserver zal worden aanmelden.
Gebruik het toetsenbord dat op het tiptoetsscherm verschijnt om de servernaam te typen
(tot 47 tekens).
NDS Context Naam Geef de NDS-contextnaam op. Gebruik het toetsenbord dat op het tiptoetsscherm ver-
schijnt om de NDS contextnaam te typen (tot 191 tekens).
NDS tree naam Geef de NDS-treenaam op. Gebruik het toetsenbord dat op het tiptoetsscherm verschijnt
om de NDS-treenaam te typen (tot 63 tekens).
Parameter Omschrijving
Printservernaam Geef de printservernaam op. Gebruik het toetsenbord dat op het tiptoetsscherm verschijnt
om de printernaam te typen (tot 63 tekens).
Printernummer Geef het printernummer op. Om dit nummer automatisch te verkrijgen, drukt u op [Auto].
(Bereik: 1 tot 254)