Operation Manual
CS250/CS240/CS231 5-51
Netwerkinstellingen
5
7 Geef de gewenste instellingen op.
– [Contr. verbinding] verschijnt alleen als "Activering LDAP" (weergegeven via het scherm LDAP
instelling) is ingesteld op "AAN" en "Handmatige adresinvoer" (weergegeven op het scherm
Beveiligingsdetails) is ingesteld op "Toestaan".
8 Druk op [Doorst ].
Het scherm Instelling LDAP 3/6 wordt weergegeven.
9 Geef de gewenste instellingen op.
10 Druk op [Doorst ].
Het scherm Instelling LDAP 4/6 wordt weergegeven.
11 Geef de gewenste instellingen op.
– Selecteer de authenticatiemethode die wordt gebruikt door de LDAP-server die wordt gebruikt.
Raadpleeg de handleiding voor de LDAP-server die wordt gebruikt voor meer informatie.
– Als "GSS-SPNEGO" is geselecteerd als de authenticatiemethode, voer dan de domeinnaam van de
Active Directory in.
– Afhankelijk van de geselecteerde authenticatiemethode, kan er geen verbindingscontrole worden
uitgevoerd als de volgende instellingen verkeerd zijn opgegeven in het scherm Instelling LDAP 6/6.
– Voor "Simple" en "DIGEST-MD5": Loginnaam