Operation Manual

5
Netwerkinstellingen
5-56 CS250/CS240/CS231
Om de gebruikersauthenticatie uit te voeren met POP voor SMTP, moeten sommige instellingen
worden opgegeven zodat de e-mailserver correct toegankelijk is met POP. Raadpleeg "E-mail RX
(POP)" op pagina 5-61 voor meer informatie.
5 Druk op [Doorst ].
Het scherm E-mail TX (SMTP) 2/5 wordt weergegeven.
6 Geef de gewenste instellingen op.
Om het hostadres op te geven, drukt u op [Hostadres]. Raadpleeg "SMTP serveradres" op
pagina 5-58 voor meer informatie.
7 Druk op [Doorst ].
Het scherm E-mail TX (SMTP) 3/5 wordt weergegeven.
8 Geef de gewenste instellingen op.
Als er virusscansoftware wordt gebruikt op de e-mailserver, zal de functie Binary Division mogelijk
niet beschikbaar zijn. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie.