Operation Manual
5
Netwerkinstellingen
5-58 CS250/CS240/CS231
14 Druk op [Sluit] en druk vervolgens opnieuw op [Sluit] in het volgende scherm dat wordt weergegeven.
– Om de wijzigingen aan de instellingen te annuleren, drukt u op de naam van het menu-item in het
scherm Bladwijzer om terug te keren naar het geselecteerde scherm zonder de wijzigingen aan de
instellingen toe te passen.
De informatie voor de SMTP-server wordt opgegeven.
SMTP serveradres
Geef het adres op van de SMTP-server die wordt gebruikt om e-mailberichten te verzenden.
1 Druk op [Hostadres] in het scherm E-Mail TX (SMTP) 2/5.
Het scherm Host adres wordt weergegeven.
2 Selecteer de methode voor het opgeven van het hostadres.
– Om het hostadres als een IPv4-adres op te geven, drukt u op [IPv4-adresinvoer].
– Om het hostadres als een IPv6-adres op te geven, drukt u op [IPv6-adresinvoer].
– Om het hostadres als een hostnaam op te geven, drukt u op [Hostnaam invoeren].
– Wanneer u op [Hostnaam invoeren] drukt, moet u controleren of de DNS-instelling correct is
opgegeven. Raadpleeg "TCP/IP-instellingen" op pagina 5-13 voor meer informatie.
3 Voer het hostadres in (max. 255 tekens voor een hostnaam).
– Om het ingevoerde IP-adres te corrigeren, drukt u op of om de cursor te verplaatsen naar het
teken dat moet worden gewijzigd. Druk vervolgens op [Verwijd] en typ het gewenste nummer.
– Druk op de toets [C] (wissen) om alle ingevoerde waarden te wissen.
– Raadpleeg "Tekst invoeren" op pagina 7-4 voor meer informatie over het typen van tekst.
– Als de DNS-instellingen niet correct zijn opgegeven, zal de eenheid niet juist werken, zelfs als de
SMTP-servernaam werd ingevoerd. Raadpleeg "TCP/IP-instellingen" op pagina 5-13 voor details
over de DNS-instellingen.
4 Druk op [OK].
– Om de wijzigingen aan de instellingen te annuleren, drukt u op de naam van het menu-item in het
scherm Bladwijzer om terug te keren naar het geselecteerde scherm zonder de wijzigingen aan de
instellingen toe te passen.
De adres van de SMTP-server wordt opgegeven.