Operation Manual
CS250/CS240/CS231 5-65
Netwerkinstellingen
5
5.11 S/MIME communicatie-instelling
Voordat u de instellingen opgeeft om S/MIME te gebruiken
Door instellingen op te geven voor de S/MIME-communicatie, kunnen e-mailberichten gecodeerd worden
verzonden. Om de S/MIME-instellingen in te schakelen, moet voor elke bestemming een digitaal certificaat
worden geregistreerd. Digitale certificaten kunnen worden geregistreerd met een van de volgende vier
methoden.
De volgende procedure beschrijft hoe certificaten moeten worden geregistreerd door e-mailberichten naar
deze machine te verzenden.
2
Opmerking
Registreer het e-mailadres als een bestemming die S/MIME-verzending gebruikt.
Voordat u een e-mail verzendt, moet de parameter "Automatisch certificaten verkrijgen" (beschikbaar
via het scherm S/MIME-communicatie-instellingen) eerst worden ingesteld op "Ja".
1 Registreer de e-mailbestemming in het adresboek via het bedieningspaneel van de machine.
2 Registreer een adres (POP-instelling) waarvan deze machine e-mails kan ontvangen.
3 Verzend een e-mailbericht met een certificaat in bijlage vanaf een computer op het netwerk naar het e-
mailadres dat is opgegeven in stap 2.
Het certificaat wordt geregistreerd.
2
Let op
Het certificaat is niet geregistreerd als het Adres Van in het e-mailbericht dat is verzonden van de
computer, niet overeenkomt met het e-mailadres dat in stap 1 is geregistreerd. Voordat u het e-
mailbericht verzendt, moet u controleren of de e-mailadressen overeenkomen.
De S/MIME communicatie-instellingen opgeven
Geef verschillende instellingen op voor de S/MIME-communicatie waarbij e-mailverzendingen worden
gecodeerd. U kunt de instellingen voor de volgende items definiƫren.
Methode Omschrijving
Certificaten registreren door e-
mailberichten naar deze machi-
ne te verzenden
Het certificaat wordt geregistreerd door een e-mailbericht te verzenden naar deze
machine vanaf de clientcomputer die de e-mailbestemming moet worden. De pro-
cedure wordt hieronder beschreven.
Certificaten registreren met de
LDAP-server
Certificaatbestanden die op de LDAP-server zijn geregistreerd, worden gezocht
en opgehaald. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor meer informatie.
De instelling opgeven wanneer
Web Connection wordt gebruikt
om bestemmingen te registreren
Geef op waar de certificaatgegevens worden opgeslagen wanneer Web Connec-
tion wordt gebruikt om de bestemming te registreren. Raadpleeg de handleiding
Web Connection voor meer informatie.
Registreren vanaf de -gegevens-
beheerder
Geef op waar de certificaatgegevens moeten worden opgeslagen met behulp van
de -gegevensbeheerder. Raadpleeg de overeenkomende handleiding voor meer
informatie.