Operation Manual

5
Netwerkinstellingen
5-88 CS250/CS240/CS231
Een e-mailadres opgeven
U kunt de instellingen voor de volgende items definiëren.
!
Detail
U kunt tot tien e-mailadressen opgeven.
Om deze functie te gebruiken, moeten de e-mailverzendinstellingen correct zijn opgegeven. Raadpleeg
"E-mail TX (SMTP)" op pagina 5-54 voor meer informatie.
Gebruik Web Connection om de instelling op te geven voor "Printerlocatie", die wordt opgenomen in
het e-mailbericht dat worden verzonden met de functie E-mailmelding, Raadpleeg "IPP instelling" in de
handleiding – Bewerkingen Web Connection voor meer informatie.
1 Druk op [5 Netwerkinstelling] in het scherm Beheerderinstelling.
Raadpleeg "Het scherm Beheerderinstellingen weergeven" op pagina 4-6 voor meer informatie over
het weergeven van het scherm Beheerderinstelling.
2 Druk op [Doorst ] in het scherm Netwerkinstelling en druk vervolgens op [1 Detailinstelling].
3 Druk op [3 Status melding instelling].
Het scherm Statusnotificatie-instelling wordt weergegeven.
4 Druk op [1 Notificatie-adres registreren].
Het scherm Adres registreren wordt weergegeven.
5 Druk op [Doorst ] en druk vervolgens op de knop voor het e-mailadres dat moet worden opgegeven.
Parameter Omschrijving
E-mailadres bewerken Voer het e-mailadres voor de melding in (max. 320 tekens).
Meldingsitem Geef de voorwaarden op wanneer de melding van de machinestatus wordt ver-
zonden. Raadpleeg "Meldingsitem" op pagina 5-89 voor meer informatie.