Operation Manual
7
Bijlage
7-4 CS250/CS240/CS231
7.2 Tekst invoeren
In de volgende procedure wordt beschreven hoe u het toetsenbord dat op het tiptoetsscherm verschijnt, kunt
gebruiken voor het typen van namen voor geregistreerde accounts en aangepaste papierformaten. U kunt
het numerieke toetsenblok ook gebruiken voor het invoeren van getallen.
Een van de volgende toetsenborden wordt mogelijk weergegeven.
Voorbeeld
Het scherm Wachtwoord invoeren:
Scherm voor het invoeren van de naam van een aangepast papierformaat: