Operation Manual

3
Scannen
3-18 CS250/CS240/CS231
3 Druk op de knop voor de groepsbestemming.
Een lijst met bestemmingen die in de groep zijn geregistreerd, wordt weergegeven.
4 Selecteer de bestemming waarnaar de gegevens moeten worden verzonden en druk vervolgens
op [OK].
Druk op [Alles sel.] om alle bestemmingen te selecteren.
Om de selectie van alle bestemmingen op te heffen, drukt u op [Reset].
Er kunnen extra bestemmingen worden toegevoegd door het adres rechtstreeks in te voeren.
De knop wordt gemarkeerd weergegeven en de bestemming verschijnt onder "Adressenlijst
uitzending".
5 Druk op [Scaninstellingen], [Origineel instellingen] of [Comm. instelling], en geef vervolgens de
gewenste scaninstellingen op.
Raadpleeg "Scan- en verzendinstellingen opgeven (Scaninstellingen/
Origineelinstellingen/Communicatie-instellingen)" op pagina 3-34 voor meer informatie over de
scaninstellingen.
6 Plaats het document in de ADF of plaats het op de glasplaat.
7 Druk op het bedieningspaneel op de knop [Start].
Het scannen van het document wordt gestart en de gegevens worden verzonden.
2
Opmerking
Schakel de machine niet uit tot de scanopdracht is verwijderd uit het scherm Opdrachtlijst.