Operation Manual

3
Scannen
3-34 CS250/CS240/CS231
3.7 Scan- en verzendinstellingen opgeven (Scaninstellingen/
Origineelinstellingen/Communicatie-instellingen)
Instellingen die kunnen worden opgegeven
Druk in het scherm van de fax/scanfunctie op [Scaninstellingen], [Origineel instellingen] of [Communicatie-
instelling] om gedetailleerde instellingen op te geven voor het scannen en verzenden. U kunt de instellingen
voor de volgende items definiƫren.
Scaninstellingen
Instellingen voor originelen
Parameter Omschrijving Paginaverwijzing
Origineeltype Selecteer de kwaliteit van het document dat moet worden
gescand.
p. 3-36
Enkelz./Dubbelz. Selecteer of u een enkel- of dubbelzijdig document wilt
scannen.
p. 3-37
Resolutie Selecteer de resolutie voor het scannen. p. 3-38
Bestandstype Selecteer de bestandsindeling voor de scangegevens die
moeten worden opgeslagen.
p. 3-39
Densiteit Selecteer de densiteit voor het scannen. p. 3-42
Afzonderl. scan Wanneer niet alle pagina's van een document in de ADF kun-
nen worden geplaatst of als het document op de glasplaat
wordt gelegd, kan de scanbewerking in meerdere sessies
worden opgesplitst.
p. 3-43
Afb. aanpassen Pas de beeldkwaliteit, zoals de achtergrond, kleur en scherp-
te aan.
p. 3-43
Wissen Geef de instellingen op voor de functie "Wissen". p. 3-46
Boek scannen Stel de functie "Boek scannen" in. p. 3-47
Toepassing Geef de instellingen op voor het scanformaat, de klasseer-
nummers, enz.
p. 3-51
Documentnaam Geef de naam op waarmee het document is opgeslagen. p. 3-66