Operation Manual

Hoofdstuk 6 KOPIEERBEHEERFUNCTIES
6-2
Procedure
Kopieerbeheergegevens bewerken
Kopieerbeheertellingen controleren
De kopieerbeheerfunctie in-/
uitschakelen
De standaardkopieerbeheer-
instellingen wijzigen
Beschrijving
• Nieuwe afdelings-ID's vastleggen
Voer deze procedure uit wanneer u een nieuwe afdelings-ID wilt vastleggen en de
beperkingen wilt instellen voor gebruik van het kopieerapparaat onder de betreffende ID.
U kunt maximaal 100 afdelings-ID's vastleggen. (Wanneer de optionele vaste schijf is
geïnstalleerd op het kopieerapparaat, kunt u maximaal 1000 afdelings-ID's vastleggen.)
• Afdelings-ID's verwijderen
Voer deze procedure uit wanneer u vastgelegde afdelings-ID's wilt verwijderen.
Vastgelegde gegevens wijzigen
Voer deze procedure uit wanneer u een afdelingsnaam of de bijbehorende afdelings-ID
wilt wijzigen.
• Gebruiksbeperkingen wijzigen
Voer deze procedure uit wanneer u de beperkingen wilt wijzigen voor het gebruik van het
kopieerapparaat onder elke afdelings-ID.
• Alle afdelingen controleren
Voer deze procedure uit wanneer u het totale aantal kopieën wilt controleren dat onder
alle afdelings-ID's is gemaakt, een kopieerbeheerrapport wilt afdrukken en de
kopietellingen wilt wissen voor alle vastgelegde afdelings-ID's.
• Afzonderlijke afdelingen controleren
Voer deze procedure uit wanneer u het totale aantal kopieën wilt controleren dat onder
elke afzonderlijke afdelings-ID is gemaakt en/of de kopietellingen wilt wissen voor
afzonderlijke afdelingen.
Voer deze procedure uit en raak de toets On (aan) aan wanneer u de
kopieerbeheerfunctie wilt inschakelen. Raak de toets Off (uit) aan wanneer u de
kopieerbeheerfuncties wilt uitschakelen.
Voer deze procedure uit wanneer u de standaardinstellingen wilt wijzigen van de
kopieerbeheerfunctie.
Referentie-
pagina
6-4
6-16
6-17
6-20
6-21
6-23
6-25
6-25
(1) Kopieerbeheerprocedures