Operation Manual

Sectie 1 Faxbediening (Namen van onderdelen/Voorbereidingen/Kenmerken en functies van deze fax)
1-8
De identificatiegegevens van uw
faxmachine vastleggen (instelling
Location Info.)
Als u hier informatie wilt vastleggen waarmee u uw station omschrijft
(faxnummer, naam en ID van het station), kunt u deze versturen naar de fax
van de ontvangende partij en afdrukken op de ontvangen documenten. Zo laat
u de ontvanger weten wie de afzender van het faxbericht is.
* Volg de onderstaande procedure ook om reeds geregistreerde informatie
te wijzigen.
* Controleer vóór de bediening het berichtenvenster om na te gaan of het
aanraakpaneel in de startmodus voor faxbediening staat.
(Zie „Wat is de „startmodus”?” op bladzijde 1-11.)
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt onderbreken, drukt
uopde Reset-toets.
Druk op de toets „Register”. Het registratiekeuzescherm
verschijnt.
(Inch)
(Metrisch)
Druk op de toets „Location Info.”. De momenteel geregistreerde
informatie wordt weergegeven.
(Inch)
(Metrisch)
* Om uw faxnummer vast te leggen: druk op de toets „” en ga
naar stap 3.
Om de naam van uw station vast te leggen: druk op de toets
„Own Name” en ga rechtstreeks naar stap 5.
Om de ID van uw station vast te leggen: druk op de toets „Own
ID” en ga rechtstreeks naar stap 7.
(Inch)
(Metrisch)
z Uw faxnummer vastleggen
Gebruik het toetsenblok om uw faxnummer in te voeren.
* Het faxnummer mag maximaal 20 cijfers lang zijn.
* Als u het nummer dat nu wordt weergegeven wilt wissen uit het
berichtenvenster, drukt u op de toets Stop/wissen.
* Als u het ingevoerde nummer wilt wijzigen, drukt u op de
cursortoets „” of „” om de cursor te verplaatsen naar het
nummer dat u wilt wijzigen. Druk vervolgens op de toets
„Delete” om dat nummer te wissen en voer het juiste nummer in.
(Inch)
(Metrisch)
1
2
3