Operation Manual
Sectie 1 Faxbediening (Namen van onderdelen/Voorbereidingen/Kenmerken en functies van deze fax)
1-11
Dit deel bevat een beschrijving van de verschillende kenmerken en functies die u moet kennen als u deze machine wilt gebruiken als faxmachine.
Omschakelen van de kopieerfunctie
naar de faxfunctie
Deze machine is feitelijk ontworpen voor gebruik als kopieermachine en de
standaardinstelling is dan ook de kopieerfunctie. Daarom moet u de machine
eerst omschakelen naar de faxfunctie voordat u een fax kunt versturen naar
een andere partij.
Het ontvangen van faxen is echter mogelijk aangezien automatische
faxontvangst de standaardinstelling is. De documenten worden automatisch
afgedrukt, ook als het apparaat in de kopieerfunctie staat.
Wanneer het apparaat in de kopieerfunctie staat, brandt de COPY-indicator.
Als u wilt omschakelen naar de faxfunctie, drukt u gewoon op de Faxtoets.
Wanneer het apparaat in de faxfunctie staat, zal de faxindicator oplichten en
toont het aanraakpaneel het basisfaxscherm.
Wat is de „startmodus”?
Het beginscherm dat op het aanraakpaneel verschijnt wanneer u de faxtoets
indrukt en overschakelt naar de faxfunctie of dat normaliter verschijnt in
de faxfunctie na een succesvolle faxverzending of -ontvangst, wordt het
„basisfaxscherm” genoemd. De bijbehorende standaardinstellingen
en bedieningsstand worden in één woord de „startmodus” genoemd.
Wanneer het faxapparaat in de startmodus voor faxbediening staat, verschijnt
„Ready for fax transmission” in het berichtenvenster. Controleer altijd of het
aanraakpaneel in de startmodus staat en dit basisfaxscherm weergeeft
VOORDAT u een faxbediening uitvoert.
Het faxapparaat keert eveneens terug naar de startmodus wanneer
de automatische annuleerfunctie wordt geactiveerd.
(Inch)
(Metrisch)
z Berichtenvenster wanneer beperkte toegang AAN staat...
Zelfs wanneer het faxapparaat in de startmodus voor faxbediening staat, zal
een ander berichtenvenster verschijnen als de beperkte toegang AAN staat.
(Inch)
(Metrisch)
In dit geval moet u uw ID-code of het vastgelegde beheerdersnummer
invoeren om de fax te kunnen gebruiken.
Als een geldige ID-code of het vastgelegde beheerdersnummer wordt
ingevoerd, verandert het aanraakpaneel in de startmodus voor faxbediening.
OPMERKING
Als beperkte toegang AAN staat, moet het vastgelegde
beheerdersnummer worden ingevoerd op het aanmeldscherm voor
beperkte toegang om toegang te krijgen tot de diverse instel- en
registratieprocedures van deze fax. Zelfs als een geldige ID-code is
ingevoerd die faxbediening mogelijk maakt, zullen de menu's van
de instel- en registratieprocedures van deze fax die betrekking
hebben op het beheer niet beschikbaar zijn. (Raadpleeg de
handleiding van uw kopieermachine.)
Kenmerken en functies van deze fax