Operation Manual

Sectie 2 Faxbediening (basisgebruik)
2-16
Geregistreerde informatie wijzigen
of verwijderen
* Als de one-touch toets die u wilt wijzigen is geregistreerd voor F-code
gebaseerde communicatie, kunt u deze toets NIET registreren voor
versleutelde transmissie. Dit geldt ook omgekeerd: als de toets
geregistreerd is voor versleutelde transmissie, kunt u hem NIET registreren
voor F-code gebaseerde communicatie.
Druk op de toets „Register”. Het registratiekeuzescherm ver-
schijnt.
(Inch)
(Metrisch)
Druk op de toets „Dial”.
Druk op de snelkiestoets (one-touch toets) die de informatie bevat
die u wilt wijzigen of verwijderen.
* Als die toets niet wordt getoond, schakelt u met de cursortoetsen
T” en/of „S” over naar het scherm dat de gewenste toets
weergeeft.
(Inch)
(Metrisch)
Als u de geregistreerde one-touch toets wilt verwijderen, drukt u
op de toets „Delete” en gaat u naar de volgende stap. Als u de gere-
gistreerde informatie wilt wijzigen, drukt u op de toets „Change
contents” en gaat u rechtstreeks naar stap 6.
> Een one-touch toets verwijderen
Druk op de toets „Yes”.
Het berichtenvenster keert terug naar het scherm dat werd weerge-
geven in stap 3.
Als u nog andere one-touch toetsen wilt verwijderen, herhaalt u
stappen 3 tot en met 5. Als u klaar bent met het verwijderen van
one-touch toetsen, drukt u op de Reset-toets.
> Geregistreerde informatie wijzigen
Als u het verkorte nummer (het getoonde nummer van de snelkie-
stoets waaronder de one-touch toets is geregistreerd) wilt wijzigen,
drukt u op de toets „Abbr. #”. Als u andere basisinformatie wilt
wijzigen, drukt u op de toets die overeenkomt met die informatie.
(Voor het wijzigen van informatie, zie de overeenkomstige stap
onder „Nieuwe one-touch toetsen registreren” op bladzijde 2-13.)
* Als u meer gedetailleerde instellingen wilt wijzigen, drukt u op
de toets „Setting” en kiest u het gewenste item.
Voer het verkorte nummer van een niet-geregistreerde snelkie-
stoets (001 - 600) in.
* Zodra een nummer van 3 cijfers is ingevoerd, kan dat nummer
worden gewijzigd met de toetsen „+” en „-”.
(Inch)
(Metrisch)
Druk op de toets „Close”.
Wanneer u klaar bent met het wijzigen van alle gewenste items,
drukt u op de toets „OK”.
Het berichtenvenster keert terug naar het scherm dat werd weerge-
geven in stap 3.
Om nog meer one-touch toetsen te wijzigen, herhaalt u stappen
3 t/m 9. Als u klaar bent met het wijzigen van one-touch toetsen,
drukt u op de Reset-toets.
1
2
3
4
5
6
7
8
9