Operation Manual

Sectie 3 Faxbediening (diverse functies)
3-8
Als u vooraf de tijd instelt waarop u een communicatiesessie wilt laten beginnen, wordt die sessie uitgevoerd zodra de ingestelde starttijd is bereikt. U kunt voor een
bepaalde communicatie aangeven dat de timerfunctie moet worden gebruikt tijdens de instelprocedure voor elk van de verschillende typen faxcommunicaties die
voor deze faxmachine beschikbaar zijn, zoals rondzenden.
Bij de onderstaande voorbeeldprocedure stelt u de verzending in van documenten naar één bestemming met behulp van de timerfunctie.
Opmerking:
De starttijd van de communicatie is gebaseerd op de tijd die op dit apparaat is ingesteld. Controleer vooraf of de juiste tijd is ingesteld op het apparaat.
* Alle verzendingen waarbij de timer wordt gebruikt, worden uitgevoerd in de geheugenver-
zendmodus, zelfs als de fax op dat moment in de rechtstreekse-invoerverzendmodus staat.
* Voor elke communicatiesessie met de timer kunt u de starttijd instellen tussen 00:00 -
23:59.
* Maximaal 50 communicatiesessies (waaronder elke combinatie van communicatiesessies
die gebruikmaken van de timer, onderbroken verzendingen en standby-verzendingen)
kunnen tegelijkertijd worden gepland.
* Wanneer 2 of meer communicatiesessies met behulp van de timer zijn gepland op hetzelfde
tijdstip, zullen de communicatiesessies in principe worden uitgevoerd in de volgorde
waarin ze werden geregistreerd. Elke communicatiesessie met één bestemming krijgt
evenwel voorrang op een communicatiesessie naar meerdere bestemmingen, zelfs wanneer
ze later werd geregistreerd.
* U kunt een geplande communicatiesessie die wacht op de starttijd annuleren of de inhoud
ervan wijzigen, (Zie „Informatie beheren voor een geplande communicatiesessie (een in
het geheugen opgeslagen communicatiesessie bewerken)” op bladzijde 3-10.)
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt onderbreken, drukt u op de Reset-toets. Het aanraakpaneel keert terug naar de instellingen van de startmodus.
Plaats de documenten die u wilt verzenden in de documentverwer-
kingseenheid of op de glasplaat.
* Nadat u de documenten op de glasplaat hebt geplaatst en elke
pagina is gescand, moet u aangeven of u al dan niet meer
pagina’s wilt verzenden en het formaat van elke pagina
selecteren.
(Zie bladzijde 6-3.)
Voer het nummer van de bestemmingsfax in.
* U kunt het faxnummer invoeren met het toetsenblok, de verkorte
nummers, de one-touch toetsen of het adresboek. U kunt ook
de gekoppelde inbeltoetsen gebruiken.
* Als u het bestemmingsfaxnummer hebt ingevoerd met een
one-touch toets of een gekoppelde inbeltoets, drukt u daarna
op de toets „TX setting”.
(Inch)
(Metrisch)
Documenten verzenden op een ingesteld tijdstip
(communicatie met behulp van de timer)
1 2