Operation Manual
Sectie 8 Netwerkfaxinstellingen (optie)
8-10
Voer met behulp van het toetsenblok het momenteel geregistreerde
beheerdersnummer in (4 cijfers).
* Het standaard ingestelde beheerdersnummer is „3000” (voor
kopieermachines van 30 vel/min.), „4000” (voor kopieerma-
chines van 40 vel/min.) en „5000” (voor kopieermachines
van 50 vel/min.).
* Het beheerdersnummer-invoerscherm verschijnt niet als
de functie beperkte toegang is ingeschakeld.
Voer het wachtwoord in met letters uit het Engelse alfabet, cijfers
of andere beschikbare symbolen. (Maximaal 31 cijfers)
* Zie „Tekens invoeren” op bladzijde 2-11 voor het invoeren van
het wachtwoord.
(Inch)
(Metrisch)
Wanneer u klaar bent met het invoeren van het wachtwoord, drukt
u op de toets „End”. Het berichtenvenster keert terug naar het
scherm dat werd weergegeven in stap 11.
Druk op de toets „Close”. Het berichtenvenster keert terug naar het
scherm dat werd weergegeven in stap 3.
z Nummer van de opslagmap registreren (fabrieksinstelling:
“RX001” en “TX001”)
Druk op de toets „Saving Folder No.” [„No.of save folder”].
(Inch)
(Metrisch)
Voer met behulp van het toetsenblok het nummer van de opslag-
map in waarin documenten die zijn ontvangen met de netwerkfax-
functies zullen worden opgeslagen.
(Inch)
(Metrisch)
* Toets „Clear”: druk op deze toets om het nummer opnieuw
in te voeren.
Toets „Stop”: druk op deze toets om de registratieprocedure
te annuleren en opnieuw het scherm van stap 3 op het
aanraakpaneel te doen verschijnen.
18
19
20
21
22
23