Océ Printer Driver Handleiding Education Services Océ Education Services driver versie 3.
Printer Driver Handleiding Océ OPxxxx driver version 3.1 version : 2005.
1. Basis Print instellingen 5 2. Dubbelzijdig Afdrukken 9 3. Sorteren 13 4. Watermerk 15 5. Profielen 17 6. Mailbox 19 6.1 Virtuele Mailbox 20 6.
1.
1.1.1. Use of the Student Guide PRINTEN OP 1030/1040/1050 OP25/35/40 OP1016/20/25 OP31C De afbeeldingen in deze handleiding zijn gebaseerd op de OP1030/1040/1050 en driver versie 3.1 1. Selecteer de juiste printer driver. 2. Stel het aantal Kopieen in. Max . 999. Zet eventueel het Collate vinkje aan voor het printen van Sets. 3. Klik op de Properties button om het eigenschappen venster te openen.
4. Selecteer het juiste papier formaat. Dit zal standaard A4 zijn. 5. Bij de optie Afdrukformaat is het mogelijk om het document te printen op een ander papierformaat, dan het formaat van het orgineel. Het orginele document zal afhankelijk van het gekozen papier formaat vergroot of verkleind worden. 6. Bij Bron heeft men de keuze om de papiercassette of specialiteiten invoer ( Omlooplade) te selecteren. Bij de optie Auto wordt het document geprint op het formaat zoals ingesteld bij paginaformaat.
7. Klik op Geavanceerd en onderstaand scherm word geopend. Door een vinkje voor Kaftmodus of Invoegblad te zetten kan er een kaft of invoegblad gebruikt worden. Standaard is de Omlooplade de invoer voor kaften en invoegbladen. De Optie Transparanttussenbladen is voor het printen op overheadsheets in combinatie met een scheidingsvel, al of niet bedrukt. Deze optie werkt alleen als in het vorige scherm bij Bron voor omlooplade en bij afdrukmateriaal voor transparant gekozen is.
2.
Selecteer het tabblad layout en plaats een vinkje voor Dubbelzijdig afdrukken.
10. Door een vinkje bij Brochuremodus te plaatsen kan er een boekje geprint worden. De machine berekend welke pagina's er tegen elkaar moeten worden geprint.
3.
1.1.2. … power up the system Selecteer het tabblad Uitvoer. De opties die hier beschikbaar zijn, zijn afhankelijk van of er een sorteereenheid aanwezig is en welk type. In dit voorbeeld heeft de machine een 1000 vel finisher. 11. Selecteer de optie Nieten om het document te voorzien van een nietje. Selecteer de optie Offset als de sets gestaffeld afgelegd moeten worden. De sets zijn verschoven t.o.v elkaar. 12. De optie Taakinstellingen is voor mailbox printen.
4. Watermerk 1.1.3.
1.1.4. Exercises Selcteer het tabblad Watermerk en haal het vinkje weg bij Functie deactiveren om een watermerk door het document te printen. Bij Paginaspecificatie is aan te geven op welke pagina's dit moet gebeuren. Het toevoegen en bewerken van een watermerk is afhankelijk van de rechten die er verleend zijn .
5. Profielen 1.1.5. 1.1.6.
1.1.7. The 10 most frequently asked questions Opdrachten die vaak voorkomen kunnen opgeslagen worden in een profiel. Stel eerst alle opties in de verschillende tabbladen in, en voeg deze daarna toe met de de button Toevoegen. Het toevoegen, bewerken en verwijderen van een profiel is afhankelijk van de rechten die er verleend zijn .
6. Mailbox 1.1.8. 1.1.9.
1.1.10. The 10 most frequently asked questions Er zijn 2 manieren van mailbox printen: 1. Virtuele MailBox 2. Privé Afdrukken. VMB ( alleen te gebruiken bij PCL5e en PCL XL) 6.1 Virtuele Mailbox 6.1.1 Virtuele Mailbox instellen 1.1.11. 1.1 Virtuele Mailbox Instellen Bij gebruik van de VMB wordt er geprint naar een nummer.
Door op Nieuw te klikken kunnen postbussen worden aangemaakt. De naam is vrij te kiezen. Via de printopdracht wordt alleen het Postbus ID meegestuurd naar de printer. Om toch de Postbus naam te kunnen zien moet via Internet Explorer of de Printer Disk Manager de naam bij desbetreffende postbus worden ingevuld. 6.1.
Door op de knop Selectie te klikken is de juiste Mailbox te selecteren. Bij Taaknaam is het mogelijk om een zelf gedefinieerde naam mee te geven. Vink dan aangepast aan. Bij applicatie gedefinieerd wordt de naam meegestuurd door de applicatie. Wat er meegestuurd wordt is afhankelijk van de applicatie.
Nu 4 keer op OK klikken en de opdracht wordt naar de desbetreffende mailbox gestuurd. Als er een vinkje geplaatst wordt voor Naar postvak-ID vragen verschijnt er nadat de printopdracht gegeven is het volgende pop-up venster. Nu is de juiste mailbox te selecteren. 6.1.3 Opdracht uit de VMB halen. Druk op de PRINTER toets van het apparaat, selecteer e-MPS VMB Gegevens Selecteer nu de juiste mailbox en druk op Afdrukken. Alle opdrachten in desbetreffende mailbox worden uitgeprint.
Vink bij Taakopslag de optie Privé afdrukken aan, en geef een toegangscode. Deze code kan standaard ingesteld worden bij de voorkeursinstellingen in de printerdriver. Bij Taaknaam is het mogelijk om een zelf gedefinieerde naam mee te geven. Vink dan aangepast aan. Bij applicatie gedefinieerd wordt de naam meegestuurd door de applicatie. Wat er meegestuurd wordt is afhankelijk van de applicatie Nu 3 keer op OK klikken en de opdracht wordt naar de mailbox gestuurd. 6.2.
Druk op INVOEREN Het document wordt uitgeprint Na het printen is de opdracht weg uit de mailbox. Voor ieder gestuurd document moet een pincode ingetoetst worden. Dit mag dezelfde code zijn. 6.2.3 Opdracht uit de mailbox halen OP1016/1020/1025 Ga nu naar de printer en druk op de PRINTER toets.
1.1.12.
Océ-Nederland B.V. Hoofdkantoor: Brabantlaan 2 5216 TV 's-Hertogenbosch Telefoon (073) 6 815 815 Printing for Fax (073) 6 120 685 Professionals info-nl@oce.com Bezoek www.oce.nl © 2005 Océ. De informatie in deze publicatie kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. voor informatie over Wijzigingen in illustraties producten en diensten en specificaties voorbehouden. De genoemde handelsmerken en geregistreerde handelsmerken van Océ behoren toe aan hun respectievelijke eigenaren.