B2200/B2400 Gebruikershandleiding B2200/B2400/B2400n
VOORWOORD We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en upto-date weer te geven. Oki is niet aansprakelijk voor de gevolgen van fouten waarvoor deze niet verantwoordelijk is. Oki kan ook niet garanderen dat wijzigingen in software en apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie in de handleiding.
EERSTE HULP BIJ ONGEVALLEN Wees behoedzaam met tonerpoeder: Laat indien ingeslikt kleine hoeveelheden water drinken en schakel medische hulp in. NIET laten braken. Indien er tonerpoeder wordt ingeademd, moet de persoon naar buiten worden gebracht voor frisse lucht. Raadpleeg onmiddellijk een arts. Indien er tonerpoeder in de ogen is terechtgekomen, dienen deze gedurende ten minste 15 minuten met veel water te worden uitgespoeld terwijl de ogen geopend blijven. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
INHOUD Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Eerste hulp bij ongevallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Fabrikant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Importeur voor de EU/gemachtigde vertegenwoordiger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Inhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Opmerking, Let op en Waarschuwing . . . . . . . . . . . . . 5 Inleiding . . . . . . . . . .
OPMERKING, LET OP EN WAARSCHUWING OPMERKING Deze tekst bevat extra informatie als aanvulling op de hoofdtekst. LET OP! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden. WAARSCHUWING! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
INLEIDING B2200/B2400-desktopprinters zijn lichte en compacte apparaten die een heldere, hoge kwaliteit bieden en snel afdrukken, en die u eenvoudig kunt neerzetten op de plaats waar u de printer nodig hebt. In deze gebruikershandleiding krijgt u alledaagse aanwijzingen voor het gebruik en eenvoudige onderhoudsprocedures. Deze zijn van toepassing op alle modellen van de serie. > B2200: een compacte GDI (Graphics Device Interface)-printer voor Windows en Macintosh.
> USB- en Centronics-aansluitingen voor snelle en eenvoudige verbinding met de hostcomputer. > LAN-aansluiting (alleen B2400n) voor directe verbinding met een netwerkkabel om gemakkelijk binnen een werkgroep te kunnen delen. IDENTIFICATIE VAN DE ONDERDELEN 1 2 3 4 5 6 5 7 8 1 Papiersteun. 2 Papierlade (onder het deksel) en uitvoerlade (boven het deksel). 3 Bovenklep. 4 Aan/uit-knop. 5 Geleiders voor handmatige invoer. 6 Knop voor het openen van de printerkap.
Statuslampjes: > Power On (Voeding aan): brandt wanneer de voeding is ingeschakeld. > Ready/Printing (Gereed/Afdrukken): brandt wanneer de printer stand-by staat om gegevens te ontvangen, knippert langzaam (ongeveer 2 seconden) wanneer gegevens worden ontvangen en verwerkt, knippert sneller (ongeveer 1 seconde) wanneer de printer aan het afdrukken is. > Load Paper (Papier plaatsen): knippert wanneer u papier in de handinvoerlade moet plaatsen.
AFDRUKMEDIA Afdrukmedia die u voor uw printer kunt gebruiken, zijn standaardpapier, bepaalde soorten enveloppen en bepaalde soorten transparanten. PAPIER Het beste papier dat u kunt kiezen, is standaardpapier 80-90g/ m² dat speciaal bedoeld is voor kopieermachines en laserprinters. Voorbedrukt briefpapier, zoals briefhoofdpapier, kan ook worden gebruikt zolang de voorbedrukte delen de combinatie van hitte en druk kunnen weerstaan. Op basis van uw ervaring kunt u bepalen of bepaald briefpapier geschikt is.
De papierlade kan ongeveer 150 vellen standaardpapier bevatten. In de handinvoer kunt u maar één vel tegelijk plaatsen. Haal net voldoende papier uit de verpakking, waaier de stapel uit om de vellen van elkaar te scheiden en maak de stap recht voordat u deze plaatst. Plaats het voorbedrukte briefpapier met de bovenrand eerst en de afdrukzijde omlaag in de papierlade, of met de afdrukzijde omhoog in de handinvoer.
5. Schuif de papierstapel zo ver mogelijk in de lade met de afdrukzijde omlaag, de bovenrand in de printer, en zorg ervoor dat de geleiders net de zijkant van de stapel raken. 6. Sluit het deksel van de lade. PAPIER IN DE HANDINVOER PLAATSEN 1. In het dialoogvenster Afdrukken van uw computer klikt u op de knop [Eigenschappen] om het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken te openen. 2.
Het papierinvoerlampje knippert. Plaats nu het papier. Stel de papiergeleiders in op de breedte van het papier. Deze moeten licht beide zijkanten van het papier raken, maar dit niet vastklemmen. 5. Plaats het af te drukken vel, bovenrand eerst, afrukzijde omhoog, in de invoerlade en duw het vel zachtjes totdat u een lichte weerstand voelt. De printer voert het papier een klein stukje door en houdt het vast, en het lampje Load Paper (Papier plaatsen) stopt met knipperen.
TRANSPARANTEN EN ETIKETTEN PLAATSEN Wij raden u aan de handinvoer te gebruiken voor dit soort materiaal, zoals eerder voor papier is beschreven. ENVELOPPEN Enveloppen kunnen rechtstreeks worden afgedrukt in deze printer zolang u geschikte typen kiest. Voorkom zelfklevende enveloppen en enveloppen met vensters of metalen sluithaakjes. Kies bij voorkeur enveloppen het rechthoekige flappen in plaats van driehoekige flappen. ENVELOPPEN IN DE HANDINVOER PLAATSEN 1.
Het papierinvoerlampje knippert. Plaats nu de enveloppe. 6. Plaats de enveloppe, korte rand eerst, afdrukzijde omhoog, flap omlaag en naar links gevouwen, in de invoerlade en duw zachtjes totdat u een lichte weerstand voelt. De printer voert de enveloppe een klein stukje door en deze het vast. Het vel wordt in de printer getrokken en de afgedrukte pagina wordt uitgevoerd in de uitvoerlade.
DE VOORKEURSINSTELLINGEN VOOR HET AFDRUKKEN WIJZIGEN Wijzigingen die u in het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken maakt tijdens het afdrukken, zijn tijdelijk. Wanneer u de toepassing afsluit, worden de standaardwaarden van de instellingen hersteld. Permanente wijzigingen (nieuwe standaardwaarden) maakt u met Status Monitor voor Windows om de ingebouwde printermenu's te wijzigen.
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Soms moet u mogelijk een vel papier verwijderen dat in de printer is vastgelopen. Wanneer dit gebeurt, wordt het afdrukken onmiddellijk gestopt en gaat het foutlampje branden. Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd en het bovendeksel hebt gesloten, wordt de verloren gegane pagina automatisch opnieuw afgedrukt. WAARSCHUWING! Als de printer al een tijd heeft afgedrukt, is de fuser heet. Dit onderdeel is duidelijk aangegeven met een geel waarschuwingslabel.
2. Als het papier vanuit de lade is ingevoerd, trekt u aan het vel volgens de onderstaande afbeelding. 3. Als het papier vanuit de lade voor handmatige invoer is ingevoerd, trekt u als volgt aan het vel. 4. Plaats de afdrukcartridge voorzichtig opnieuw, druk beide uiteinden stevig omlaag zodat de cartridge goed vastzit en sluit het bovendeksel. Als u het bovendeksel niet kunt sluiten, hebt u de afdrukcartridge niet goed geïnstalleerd. Verwijder de cartridge en plaats deze opnieuw.
VOORKEURSINSTELLINGEN VOOR AFDRUKKEN INSTELLEN In Status Monitor voor Windows hebt u toegang tot vele opties en kunt u de standaardinstellingen van de printer aanpassen aan uw alledaagse behoeften. Ook de printerdriver van Windows bevat veel instellingen voor dezelfde opties.
TABBLAD INSTELLINGEN 1 2 3 4 5 6 1. Het papierformaat moet hetzelfde formaat hebben als het papierformaat van uw document (tenzij u de afdruk wilt aanpassen aan een ander formaat) en moet ook hetzelfde formaat hebben als het papier dat in de printer is geladen. 2. U kunt de papierbron kiezen. Dit kan de standaardpapierlade of de handinvoer zijn. U kunt ook op het juiste deel van de schermafbeelding klikken om de lade van uw voorkeur te selecteren. 3.
TABBLAD TAAKOPTIES 3 4 1 5 2 6 1. Pas de uitvoerresolutie van de afgedrukte pagina aan uw wensen aan. Indien geselecteerd kunt u met tonersparen ten koste van de afdrukkwaliteit minder toner gebruiken. 2. De afdrukstand kan worden ingesteld op staand (lengte) of liggend (breedte). In de liggende afdrukstand wordt het paginabeeld 90 graden linksom gedraaid (bijvoorbeeld om enveloppen af te drukken). 3.
HET TABBLAD AFBEELDING 1 2 3 4 1. Bij Rasteren wordt een tussenliggende grijsschaal geproduceerd door het bijstellen van de combinatie van punten tijdens het afdrukken. Wanneer u een instelling selecteert, bepaalt u de mate van detail waarmee een afbeelding wordt afgedrukt. Met Net bepaalt u dat een scherm met punten wordt gebruikt voor rasteren terwijl u bij Zeer fijn bepaalt dat een reeks lijnen voor Rasteren wordt gebruikt. 2.
PRINTERMENU'S Alle standaardinstellingen van de printer zijn opgeslagen in het interne geheugen van de printer. U opent de instellingen via een menusysteem met de knop Configuratie in de toepassing Status Monitor. CATEGORIE ITEM FUNCTIES INFO. MENU MENUOVERZICHT Drukt een menuoverzicht af. PCL-LETTERTYPE Hiermee wordt een lettertypenlijst voor PCL-emulatie afgedrukt (alleen B2400modellen). PPR-LETTERTYPE Hiermee wordt een lettertypenlijst voor IBM PPR-emulatie afgedrukt (alleen B2400-modellen).
CATEGORIE ITEM FUNCTIES MENU USER (GEBRUIKER) TRAY SIZE (LADEFORMAAT) Het papierformaat voor de hoofdlade. TRAY TYPE (LADETYPE) Het papiertype voor de hoofdlade. TRAY WEIGHT (LADEGEWICHT) Het papiergewicht voor de hoofdlade. MANUAL SIZE (HANDMATIG FORMAAT) Het papierformaat voor de handinvoer. MANUAL TYPE (TYPE HANDMATIG) Het papiertype voor de handinvoer. MANUAL WEIGHT (GEWICHT HANDMATIG) Het papiergewicht voor de handinvoer.
CATEGORIE ITEM FUNCTIES SYSTEM CONFIG. (SYSTEEMCONFIGURATIE) MENU OPHEFFING PAPIERSTORING Wanneer deze optie is ingesteld, onthoudt de printer een verloren pagina wanneer vastgelopen papier wordt verwijderd. De pagina wordt opnieuw afgedrukt. ERROR REPORT (FOUTENRAPPORT) Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt een foutenrapport afgedrukt wanneer zich een interne fout voordoet. Geldt alleen voor PCL XLemulatie. Alleen B2400-modellen.
CATEGORIE ITEM FUNCTIES MENU PCL (Alleen B2400modellen.) (vervolg) PEN BIJSTELLEN Wanneer deze optie is ingeschakeld en een minimum regelgewicht in de PCLmodus is gespecificeerd, wordt de regel benadrukt om ervoor te zorgen dat deze duidelijk wordt afgedrukt. MENU PPR (Alleen B2400modellen.) PITCH (tekenbreedte) Hiermee geeft u de tekenbreedte op. CONDENSE Geeft een breedte van 121 CPI voor de modus Condense aan. CHARACTER SET Hiermee bepaalt u de tekenset voor de afdruk.
CATEGORIE ITEM FUNCTIES MENU PPR (Alleen B2400modellen.) (vervolg) TEKSTHOOGTE De tekens hebben allemaal dezelfde hoogte, of hun hoogte hangt af van de geselecteerde tekengrootte. MENU FX (Alleen B2400modellen.) PITCH (TEKENBREEDTE) Hiermee geeft u de tekenbreedte op. CHARACTER SET Hiermee geeft u de vereiste tekenset op. SYMBOL (TEKEN) Hiermee geeft u de vereiste symboolset op. LETTER 0 Zie soortgelijk voor LETTER 0 in het menu PPR op pagina 25.
CATEGORIE ITEM FUNCTIES MENU USB USB Hiermee schakelt u deze communicatiepoort in of uit. SOFTWAREMATIG OPNIEUW INSTELLEN Hiermee schakelt u deze functie in of uit. USBSERIENUMMER Hiermee stelt u indien nodig het USBserienummer in. IP ADDRESS SET (IP-ADRESSET) Hiermee stelt u een vast IP-adres in of wordt DHCP gebruikt. IP ADDRESS (IPADRES) Hiermee stelt u een vast IP-adres. SUBNET MASK (SUBNETMASKER) Hiermee stelt u het subnetmasker in.
CATEGORIE ITEM FUNCTIES MENU AANPASSEN (Alleen B2400modellen.) X ADJUST (X BIJSTELLEN) Fijnaanpassing voor het afdrukken van de afbeelding in verticale (richting van de papierinvoer) richting. Y-POSITIE AANPASSEN Fijnaanpassing voor de afdrukstand in de horizontale richting. ID PCL-LADE 0 Hiermee stelt u het nummer in voor de specificatie van Lade 0 (handinvoer) in PCL-emulatie. ID PCL-LADE 1 Hiermee stelt u het nummer in voor de specificatie van Lade 1 (hoofdpapierlade) in PCL-emulatie.
CATEGORIE ITEM FUNCTIES MENU BEHEER (Alleen systeembeheer ders hebben toegang tot dit menu) ALLES Hiermee schakelt onderdelen in dit menu in of uit. INFO. Hiermee schakelt u deze menu's in of uit. AFDRUKKEN MEDIA SYSTEM CONFIG. (SYSTEEMCONFIGURATIE) PCL PPR FX PARALLEL USB NETWERK GEHEUGEN AANPASSEN ONDERH. VERBRUIK SIDM MN ID Hiermee stelt u de Pn in om handinvoer op te geven voor de opdracht Invoerlade voor losse vellen (ESC EM Pn) in FX- en PPR-emulaties.
DE TELLER VAN DE AFBEELDINGSTROMMEL OPNIEUW INSTELLEN Nadat u de afbeeldingstrommel hebt vervangen, stelt u de teller opnieuw in om het aantal pagina's dat met de afbeeldingstrommel wordt afgedrukt correct bij te houden. 1. Start de Status Monitor voor de printer. 2. Kies het tabblad Printerinstellingen, klik op de knop Configuratie en open het menu Onderhoud. 3. Kies “Drumteller resetten” en klik op de knop Uitvoeren om de drumteller te resetten.
LED-INDICATORS Op het voorpaneel van uw printer zijn vier LED-indicators aanwezig. De bovenste LED is de Power ON/OFF-indicator (Voeding aan/uit). Deze brandt constant wanneer de voeding is ingeschakeld. De overige drie lampjes kunnen op vijf manieren branden, naargelang de status van de printer. 1. UIT: brandt niet. 2. AAN: brandt constant. 3. KNIPPERT LANGZAAM: knippert langzaam, ongeveer eenmaal per vier seconden. 4. KNIPPERT NORMAAL: knippert ongeveer eenmaal per seconde. 5.
AFDRUKCARTRIDGE VERKEERD GEÏNSTALLEERD Als de afdrukcartridge (combinatie van afbeeldingstrommel en tonercartridge) niet goed is geplaatst, gaat het foutlampje ook branden. Het is meestal niet mogelijk om het bovendeksel te sluiten. (Zie 'stap 4' op pagina 17.) ONGESCHIKTE TONERCARTRIDGE OF AFBEELDINGSTROMMEL Als u een tonercartridge of een afbeeldingstrommel installeert die niet compatibel is met uw printer, knippert de fout-LED met intervallen van ongeveer 1 seconde en drukt de printer niet af.
SPECIFICATIES Hier volgt een overzichtspecificatie voor alle modellen die in deze handleiding zijn besproken. Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
ITEM B2200 Afdrukresolutie Intern RAM B2400n Max. invoer: 1200 x 600 dpi Kladuitvoer: 300 x 300 dpi Normale uitvoer: 600 x 600 dpi Fijne uitvoer: 1200 x 600 dpi 8 MB Tonercapaciteit 8 MB 16 MB 2.000 pagina's, afhankelijk van het verbruik Levensduur afbeeldingstrommel (ongeveer, zonder energiespaarstand) Continu: 15.000 pagina's 3 pagina's per taak: 10.000 pagina's 1 pagina per taak: Geluid Gegevensinterface B2400 USB 2.0 6.
INDEX D Drumcartridge capaciteit ................................ 34 De teller opnieuw instellen ........ 30 E Een afdruktaak annuleren ................ 7 F Fout foutindicatie ............................ 32 indicaties ................................ 31 G Geleiders voor papierinvoer handmatig .............................. 12 handmatige invoer ..................... 7 hoofdlade................................ 10 papierlade vullen ......................10 te gebruiken typen .....................
OKI CONTACTGEGEVENS Oki Systems (Holland) b.v. Neptunustraat 27-29 2132 JA Hoofddorp Helpdesk: 0800 5667654 Tel: 023 5563740 Fax: 023 5563750 Website: www.oki.
Oki Europe Limited Central House Balfour Road Hounslow TW3 1HY United Kingdom Tel: +44 (0) 208 219 2190 Fax: +44 (0) 208 219 2199 www.okiprintingsolutions.com 07084516 iss.