B4200 / B4300 l GEBRUIKERSHANDLEIDING
Er is van alles aan gedaan om de volledigheid, nauwkeurigheid en actualiteit van de informatie in deze handleiding te garanderen. Het is echter niet mogelijk verantwoordelijkheid te aanvaarden voor fouten veroorzaakt door derden. Er kunnen evenmin rechten worden ontleend indien door derden wijzigingen worden doorgevoerd in apparatuur waaraan in deze handleiding wordt gerefereerd. Al het mogelijke is gedaan om dit document zo accuraat en gebruiksvriendelijk te maken.
INHOUDSOPGAVE Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Printerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 De printer gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Over deze handleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 On line gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Pagina's afdrukken. . . . . . . . . . . . .
Printerstuurprogramma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Windows-besturingssystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Geïnstalleerde opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Macintosh-besturingssystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Geïnstalleerde opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Problemen met de hardware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 Opties installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 Installatieprocedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92 Algemene afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
SPECIALE OPMERKINGEN IN DEZE HANDLEIDING OPMERKING Een opmerking ziet er zo uit. Opmerkingen zijn toelichtingen of tips met extra informatie om u te helpen het product beter te gebruiken en te begrijpen. LET OP! Een 'let op' ziet er zo uit. Dit zijn speciale opmerkingen met extra informatie om storingen of schade aan het product te voorkomen. WAARSCHUWING! Een waarschuwing ziet er zo uit.
INLEIDING Gefeliciteerd met de aankoop van deze monochroomprinter. U kunt met deze printer 18 pagina's per minuut afdrukken. U nieuwe printer beschikt over een reeks geavanceerde functies waarmee u scherpe zwart-witpagina's bij een hoge snelheid en op een groot aantal afdrukmaterialen produceert. Ter informatie vindt u hieronder een overzicht van de belangrijkste functies van de printer.
> RS232-kaart: om de B4300 met een seriële interface uit te breiden > Secundaire invoerlade: om de hoeveelheid papier dat in de printer kan worden verwerkt te verhogen tot 500 vel (80g/m²) > Universele invoerlade: om het aantal materialen dat door de printer kan worden verwerkt uit te breiden (capaciteit 100 vel (80g/m²) of 50 enveloppen) > U kunt een van de volgende componenten toevoegen: (a) 8 MB Flash DIMM: om extra lettertypes of barcodes op te slaan voor de B4300 en B4300n (b) 16 MB Flash DIM
OVER DEZE HANDLEIDING Deze handleiding is uw gebruikershandleiding (ga naar de Europese website van Oki, www.okieurope.com, voor de laatste versie) van uw printer en maakt deel uit van het algemene documentatiemateriaal dat hieronder staat vermeld: > Quick set-up guide (Snel installeren): in deze gids wordt uitgelegd hoe u de printer moet uitpakken, aansluiten en inschakelen. > Deze Gebruikershandleiding: helpt u de printer te bedienen en de vele functies optimaal te gebruiken.
> In de lijst met bladwijzers klikt u op Index om naar de index te gaan. (Als de bladwijzers niet beschikbaar zijn, gebruikt u de inhoudsopgave.) Zoek het gewenste trefwoord in de alfabetisch gerangschikte index en klik op het bijbehorende paginanummer om naar de pagina met het desbetreffende onderwerp te gaan.
PAGINA'S AFDRUKKEN U kunt de hele handleiding, afzonderlijke pagina's of gedeelten afdrukken. De procedure is als volgt: 1. Selecteer in de werkbalk [Bestand] en vervolgens [Afdrukken] (of druk op de toetsen Ctrl + P ). 2. Kies de pagina's die u wilt afdrukken: 3. (a) [Alle pagina's] voor de hele handleiding. (b) [Huidige pagina] voor de pagina die u aan het lezen bent. (c) [Pagina's van] en [tot en met] voor het paginabereik dat u door het invoeren van paginanummers opgeeft. Klik op [OK].
GEBRUIKTE AFKORTINGEN In deze handleiding worden de volgende afkortingen gebruikt: Afkorting Betekenis Ctrl dpi DIMM n LED MFT MPT NIC PCL PS PSE RAM SIDM Control dots per inch Dual In-line Memory Module netwerkkaart aanwezig Light Emitting Diode Lade voor handinvoer Universele lade netwerkinterfacekaart Printer Control Language PostScript (emulaties) PostScript-emulaties Random Access Memory Serial Impact Dot Matrix OVER DEZE HANDLEIDING > 12
PRINTERONDERDELEN Met uitzondering van de bedieningspanelen, die in het volgende hoofdstuk worden beschreven, ziet de buitenkant van de printers B4200, B4300, B4300n en B4300nPS er hetzelfde uit. Hieronder vindt u de belangrijkste onderdelen. 1. Bedieningspaneel (van B4300) 2. Opvangplateau bovenuitvoer (150 vel, afdrukzijde omlaag) 3. Knop voor het openen van de printerkap 4. Uitbreiding voor opvangplateau bovenuitvoer 5. Papiergeleider van uitbreiding voor opvangplateau bovenuitvoer 6.
10. LED-element 11. Afbeeldingstrommel 12. Handinvoerlade (één vel) (afgebeeld in gesloten positie) 13. Papierinvoerlade (250 vel) 14. Tonercassette 15. Fuser 16.
17. Aansluiting voedingskabel 18. Ventilator 19. USB-interfaceverbinding 20. Aansluiting parallelle interface 21. Aansluiting secundaire papierlade (optioneel) 22. Netwerkkaart (niet verkrijgbaar voor B4200, standaard op B4300n, B4300nPS en optioneel voor B4300) 23. Seriële-interfacekaart (alleen optioneel voor B4300) 24.
BEDIENINGSPANELEN In dit hoofdstuk wordt de werking van de bedieningspanelen van de B4200, B4300, B4300n en B4300nPS uitgelegd. Tevens wordt in dit hoofdstuk de software Status Monitor beschreven. Dit hulpprogramma verzorgt de statusinformatie van de B4200 en de equivalente statusinformatie in de menu's van de besturingsschermen van de B4300, B4300n en B4300nPS. (Zie 'Printerstuurprogramma's' voor de installatie van de Status Monitor.
B4200 BEDIENINGSPANEEL Het bedieningspaneel van de B4200 is uitgerust met 4 LED's (indicators) en een besturingsknop. De LED's geven van links naar rechts respectievelijk Power On, Ready, Handinvoer en Fout aan.
Ready LED (groen) > Indicator aan - de printer is on line en gereed om gegevens te ontvangen. > Indicator uit - de printer is off line en kan geen gegevens ontvangen.
> De printer on line zetten (gereed). > Doorgaan met afdrukken na een papierfout, vastgelopen papier, afdrukoverschrijding, paginaoverloop of ontvangstbufferoverloop. > Het verwerken van gegevens onderbreken wanneer de printer gegevens ontvangt en verwerkt. > Het voortzetten van het verwerken van gegevens.
> De printer opnieuw instellen en de buffer leegmaken nadat het afdrukken is geannuleerd. OPMERKING Als u voor de printer de standaardinstellingen van de fabrikant opnieuw wilt instellen, drukt u de besturingsknop in en houdt u deze vast. Tegelijkertijd schakelt u de printer in met de hoofdschakelaar. De LEDindicators knipperen wanneer de printer opnieuw met de standaardinstellingen is ingesteld.
2. Klik op de knop Maximaliseren van het venster. In de weergave ziet u dan de tabbladen Printerinstelling en Voorkeuren verschijnen.
configureren op de tabbladen die hierna worden beschreven. In alle fasen kunt u on line hulp krijgen door op de knop Help te klikken. 1. Papier: Papier hiermee stelt u het papierformaat voor de standaardlade, de secundaire lade en handinvoerlade, de ladevolgorde en het standaardaantal exemplaren in. 2. Indeling: Indeling hiermee stelt u het formaat van de papiercassette, de printeremulaties, het aantal regels per pagina en de oriëntatie in. 3.
8. Onderhoud 2: 2 hiermee wijzigt u de afdruk- en paginapositie, de instellingen en de taal, schakelt u de energiebesparing in of uit, drukt u een foutrapport af en stelt u de identificatie van de lade in. 9. Info: Info informatie over deze printer. Het tabblad Voorkeuren Wanneer u dit tabblad selecteert, kunt u de informatie kiezen die wordt weergegeven door de Status Monitor en kunt u aangeven hoe en wanneer de Status Monitor verschijnt.
Let op: veel van deze instellingen kunnen worden opgeheven en worden vaak opgeheven door de instellingen die u in de printerstuurprogramma's maakt. Echter, een aantal van deze stuurprogramma-instellingen kunt u laten staan op 'Printerinstelling'. Deze worden dan standaard ingesteld op de instellingen die u in deze printermenu's invoert. De menufuncties en bijbehorende standaardwaarden staan vermeld in de tabel in het gedeelte 'Menufuncties' in de navolgende gegevens van de B4300, B4300n en B4300nPS.
B4300, B4300N, B4300NPS BEDIENINGSPANEEL Het bedieningspaneel van de B4300, B4300n en B4300nPS bestaat uit een besturingsscherm met een menu, een LCD-scherm en een LEDindicator. PANEELONDERDELEN 1. Ready-indicator (groen). AAN – klaar om gegevens te ontvangen. KNIPPEREND geeft aan dat gegevens worden verwerkt of een fout is opgetreden. 2. Liquid Crystal Display. (LCD)-scherm.
7. De knop Annuleren. Druk op deze knop om een afdruktaak te annuleren. 8. De knop Waarde (-). Druk kort op deze knop om naar de vorige waarde-instelling van de menuonderdelen te gaan. 9. De knop Item (-). Druk kort op deze knop om naar het vorige menuonderdeel te gaan. 10. De knop On line. Druk op deze knop om tussen de on line en off line status te schakelen. OPMERKING Wanneer u in de modus Menu op de knop On line drukt, gaat de printer terug naar de status ON LINE.
Het menu Information (Informatie) In dit menu krijgt u snel een overzicht van de verschillende onderdelen in de printer.
MENU PRINT (AFDRUKKEN) onderdeel Standaardinst Opmerkingen ellingen TNR SAVE (TONERBESPARING) DISABLE (UITSCHAKELEN) PORTRT (STAAND) 64LNS (64 REGELS) CASSETT (CASSETTE) ORIENT (AFDRUKSTAND) LINES/PG (REGELS PER PAGINA) EDT SIZE (GROOTTE WIJZIGEN) Het menu Media (Materiaal) In dit menu kunt u de instellingen van een groot aantal afdrukmaterialen wijzigen.
MENU MEDIA (MATERIAAL) Item Standaardinst Opmerkingen ellingen MEASURE (AFMETINGEN) X DIM (BREEDTE) Y DIM (LENGTE) mm 210 mm 297 mm Het menu System configuration (Systeemconfiguratie) In dit menu kunt u de algemene printerinstellingen aanpassen aan uw voorkeuren.
PCL emulation (PCL-emulaties) In dit menu stelt u de PCL-emulaties van de printer in. MENU PCL Item Standaardinst Opmerkingen ellingen FONT SRC (LETTERTYPEBRON) RESDENT (PRINTERLETTERTY PE) I000 10.00 12,00 Wordt niet in standaardinstelling weergegeven PC-8 78 COL (78 KOLOMMEN) OFF (UIT) CR LF NORMAL (NORMAAL) ON (AAN) FONT No. (LETTERTYPEnr.
MENU PPR Item Standaardinst Opmerkingen ellingen LN PITCH (REGELS PER INCH) BLNKSKIP (BLANCO OVERSLAAN) CR FUNC (CR-FUNCTIE) LF FUNC (LF-FUNCTIE) LINELENG (REGELLENGTE) 6 LPI (6 RPI) OFF (UIT) CR LF 80 COL (80 KOLOMMEN) A4 0.0 INCH (0,0 INCH) 0.0 INCH (0,0 INCH) DISABLE (UITSCHAKELEN) SAME (GELIJK) FORMLENG (PAGINALENGTE) TOF POS (POSITIE TOF) L MRGN (LINKERMARGE) FIT2LTR (AANPASSEN AAN LETTER) TEXT HGT (TEKSTHOOGTE) FX Emulation (FX-emulaties) In dit menu stelt u de FX-emulaties van de printer in.
MENU PPR Item Standaardinst Opmerkingen ellingen L MRGN (LINKERMARGE) 0.0 INCH (0,0 INCH) DISABLE (UITSCHAKELEN) SAME (GELIJK) FIT2LTR (AANPASSEN AAN LETTER) TEXT HGT (TEKSTHOOGTE) Het menu Parallel In dit menu wijzigt u de werking van de parallelle gegevensinterface van de printer.
MENU RS232C Item Standaardinst Opmerkingen ellingen FLOW CTL (FLUXBEHEER) BAUDRATE DTR HI (RASTERHOOGTE) 9600 DATABITS 8 BITS PARITY (PARITEIT) NONE (GEEN) MIN.
Het menu USB In dit menu wijzigt u de werking van de USB-gegevensinterface van de printer. MENU USB Item Standaardinst Opmerkingen ellingen USB ENABLE (INSCHAKELEN) DISABLE (UITSCHAKELEN) 480Mbps (480 MB per seconde) DISABLE Alleen wanneer PSE is (UITSCHAKELEN) geïnstalleerd SOFT RST (ZACHTE RESET) SPEED (SNELHEID) OFF REC (REC UIT) Het menu Network (Netwerk) In dit menu stelt u de werking van de 10Base-T/100Base-TXnetwerkinterface in.
MENU NETWORK (NETWERK) Item Standaardinst Opmerkingen ellingen GATEWAY ADDRESS (GATEWAYADRES) INITIALIZE NIC? (NIC INITIALISEREN?) WEB/IPP ENABLE (INSCHAKELEN) ENABLE (INSCHAKELEN) ENABLE (INSCHAKELEN) ENABLE (INSCHAKELEN) NORMAL (NORMAAL) AUTO NEGOTIATE (AUTOMATISCH ONDERHANDELEN) TELNET FTP SNMP LAN HUB LINK SETTING (INSTELLING HUBAANSLUITING) Alleen wanneer NIC is geïnstalleerd Alleen wanneer NIC is geïnstalleerd Alleen wanneer NIC is geïnstalleerd Alleen wanneer NIC is geïnstalleerd Alleen wanneer
Het menu System adjustment (Systeemwijziging) In dit menu kunt u de positie van de afbeelding op de afgedrukte pagina wijzigen in stappen van 0,25mm. MENU SYSTEM ADJUSTMENT (SYSTEEMWIJZIGING) Item Standaardinst Opmerkingen ellingen X ADJUST (X BIJSTELLEN) PCL MNID (HMID PCL) PCL T1ID (L1ID PCL) PCL T2ID (L2ID PCL) 0.00 mm (0,00 mm) 0.00 mm (0,00 mm) 2 1 5 PCL MPID (ULID PCL) 6 PLACE PG (PAGINA PLAATSEN) CENTER (MIDDEN) Y ADJUST (Y BIJSTELLEN) Alleen wanneer lade 2 is geïnstalleerd.
Het menu Usage (Verbruik) Dit menu is alleen bedoeld ter informatie en geeft u de verbruiksstatistieken van de printer en de verwachte levensduur van de verbruiksartikelen. Dit is bijzonder nuttig als u niet over alle verbruiksartikelen beschikt en u wilt weten wanneer u ze nodig hebt. MENU USAGE (Verbruik) Item Standaardinst Opmerkingen ellingen DRUM LIFE (LEVENSDUUR TROMMEL) REMAINING % (PROCENT RESTEREND) TONER 6K= % 2.
MENU-INSTELLINGEN AFDRUKKEN U kunt de huidige menu-instellingen bevestigen door een menukaart af te drukken. 1. Druk op de knop On line om de printer weer in de off line status te zetten. 2. Druk op de knop Menu totdat u INFORMATION MENU (MENU INFORMATIE) ziet. 3. Druk op de knop Item totdat u door het display wordt gevraagd of u de menukaart wilt afdrukken. 4. Druk op de knop Selecteren om de menukaart af te drukken. 5.
AANBEVELINGEN VOOR PAPIER Voor richtlijnen over het materiaal dat u voor de printer kunt gebruiken, welke invoerlade en welke uitvoermethode u kunt gebruiken, raadpleegt u het gedeelte "Informatie over papier en lade" in het hoofdstuk "Specificaties". PAPIER- EN ENVELOPPENSOORTEN De fabrikant van deze printer raadt u aan de volgende richtlijnen te hanteren wanneer u papier en enveloppen voor de printer selecteert.
TRANSPARANTEN EN ETIKETTEN De fabrikant van deze printer raadt u aan de volgende richtlijnen te hanteren wanneer u transparanten en etiketten voor de printer selecteert. > Gebruik altijd de handinvoerlade. > Gebruik altijd de achteruitvoerlade. > Het materiaal moet zijn ontworpen voor laserprinters of fotokopieerapparaten en moet bestand zijn tegen temperaturen van 200°C gedurende 0,1 seconde. > Gebruik geen materiaal dat bestemd is voor kleurenlaserprinters en –fotokopieerapparaten.
PAPIER PLAATSEN OPMERKING Als u nieuw papier in een papierlade plaatst, raden wij u aan eerst het oude papier uit de lade te verwijderen, daarna het nieuwe papier te plaatsen en vervolgens het verwijderde papier te plaatsen. Op deze manier zorgt u ervoor dat het oude papier eerst wordt verbruikt en voorkomt u dat het papier vastloopt. 1. Haal de papierlade onder uit de printer en plaats normaal papier in de lade.
2. Stel de steun van de achteruitvoer bij naar gelang het papierformaat dat u gebruikt door de handvaten te pakken, op te tillen en de steun naar voren of naar achteren te schuiven. 3. Stel de papiergeleiders bij (1). Het is belangrijk om de papiergeleiders bij te stellen omdat anders het papier tijdens het afdrukproces kan worden verwrongen. Het papier loopt mogelijk vast als u de geleiders niet bijstelt. 4. Plaats de lade weer in de printer.
AUTOMATISCHE INVOERVOLGORDE Als u geen extra lades hebt geïnstalleerd, is de functie Autotray in het menu Print standaard ingesteld op OFF en de functie Traysequence ingesteld op DOWN. Zorg ervoor dat de functie Autotray is ingesteld op ON (standaard) wanneer een of beide invoerladen zijn geïnstalleerd.
ZWAAR PAPIER OF KARTON Van de hoofdpapierlade naar de bovenste uitvoerstapel worden in de normale papierbaan twee volledige draaiingen van 180° gemaakt. Hierdoor kan het gebeuren dat erg zwaar papier of karton vastloopt of niet goed wordt ingevoerd. Gebruik de handinvoerlade (universele lade) voor dit soort papier en de achteruitvoerlade om de afdrukken op te vangen. Op deze manier krijgt u een bijna rechte papierbaan door de machine en heeft het afdrukken een grotere kans van slagen.
INSTELLINGEN VOOR PAPIERINVOER, FORMAAT EN MATERIAAL Bij het proces dat wordt toegepast voor het fixeren van de afdruk op het papier is een combinatie van druk en hitte betrokken. Bij te veel hitte raakt licht papier geplooid of gekreukt en raken transparanten gegolfd. Bij te weinig warmte wordt de afdruk niet volledig op zwaar papier gefixeerd.
Transparanten afdrukken Wanneer u transparanten afdrukt, dient u de handinvoerlade te gebruiken en als volgt het materiaaltype in te stellen op transparanten: LET OP! De printer kan beschadigd raken als u bij het afdrukken van transparanten incorrecte instellingen gebruikt. 1. Open de handinvoerlade op de printer en plaats een transparant vel met de afdrukzijde omhoog tussen de papiergeleiders. 2. Stel de papiergeleiders in op de breedte van het transparante vel. 3. Start de Status Monitor.
B4300, B4300N, B4300NPS Met het besturingsscherm op de printer kunt u kiezen: > welk papier u wilt gebruiken > welk papierformaat u wilt gebruiken > welk papiergewicht (dikte) u wilt gebruiken > welke papiersoort u wilt gebruiken OPMERKING > Als de instellingen op de printer niet overeenkomen met de instellingen op de computer, drukt de printer niet af en ziet u een foutbericht op het LCD. > De navolgende printerinstellingen dienen alleen ter illustratie.
4. Druk op de knop Selecteren. Selecteren Er verschijnt een plusteken (+) naast de papierinvoer die u hebt geselecteerd. OPMERKING Wanneer AUTO TRAY SWITCH is ingesteld op ON en meer dan een papierlade is geplaatst, schakelt de papierinvoer automatisch over op de volgende beschikbare papierlade zodat zonder onderbreking wordt afgedrukt. Papierformaat Stel als volgt het papierformaat in.
Materiaalsoort en gewicht Stel als volgt de materiaalsoort en het gewicht in LET OP! Als u de materiaalsoort en het gewicht verkeerd instelt, neemt de afdrukkwaliteit af en kan de fixeercilinder beschadigd raken. 1. Druk op de knop On line om de printer weer in de off line status te zetten. 2. Druk op de knop Menu totdat u MEDIA ENU ziet en druk vervolgens op de knop Selecteren. 3. Druk op de knop Item (+) of (–) totdat u MEDIA TYPE of MEDIA WEIGHT voor de gewenste lade ziet. 4.
INTERFACES De printer is uitgerust met een aantal gegevensinterfaces: 1. Parallel – voor rechtstreekse aansluiting op een pc. Voor deze poort hebt u een bidirectionele parallelle kabel (volgens de norm IEEE 1384) nodig. 2. USB – voor aansluiting op een pc met Windows 98 of hoger (niet Windows 95 met een upgrade naar Windows 98) of Macintosh. Voor deze poort hebt u een kabel conform USB versie 1.1 of hoger nodig.
configureren van de netwerkverbinding voordat u de printerstuurprogramma's installeert. OPMERKING U hebt toestemming van de beheerder nodig bij het maken van een netwerkverbinding.
PRINTERSTUURPROGRAMMA'S In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een printerstuurprogramma installeert op twee besturingssystemen, Windows en Macintosh. Alle printerstuurprogramma's staan op de cd-rom (cd1) met de printerstuurprogramma's. Raadpleeg het Leesmij-bestand op deze cd voor de laatste informatie over het installeren van het printerstuurprogramma.
WINDOWS-BESTURINGSSYSTEMEN 1. Nadat Windows is gestart, plaatst u de cd-rom met de printerstuurprogramma's (cd1) in het cd-rom-station. 2. Als de cd niet automatisch wordt uitgevoerd, gebruikt u [Start][Uitvoeren...] en typt u E:\setup (E: staat voor het cd-rom station) in het vak Openen. 3. Klik op [OK]. 4. Klik op [Installatie van het stuurprogramma] en vervolgens op [Printerstuurprogramma installeren] en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie van het stuurprogramma te voltooien. 5.
MACINTOSH-BESTURINGSSYSTEMEN Raadpleeg het Leesmij-bestand op cd1 voor meer informatie over de installatie van de relevante Macintosh-stuurprogramma's. GEÏNSTALLEERDE OPTIES Zorg ervoor dat de geïnstalleerde opties zijn ingeschakeld in het printerstuurprogramma.
BEDIENING In dit hoofdstuk wordt uitgebreid uitgelegd hoe u de printer in een Windows- of Macintosh-omgeving bedient. Onder Windows zijn PCLemulaties beschikbaar voor alle printermodellen maar zijn PSemulaties alleen standaard op het model B4300nPS en optioneel op de modellen B4300 en B4300n. PRINTERINSTELLINGEN IN WINDOWS OPMERKING De afbeeldingen in deze handleiding zijn van betrekking op de Windows 2000 PCL- en PS-emulaties.
wijzigen. De instellingen die u hier wijzigt, blijven alleen gelden zolang de specifieke toepassing wordt uitgevoerd.
PCL-emulaties De beschikbare tabbladen zijn het tabblad Instellingen, het tabblad Taakopties en het tabblad Afbeelding. Het tabblad Instellingen. 1 2 3 4 5 1. Het papierformaat dient hetzelfde papierformaat te zijn als uw document (tenzij u de afdruk aan een ander formaat wilt aanpassen) en dient hetzelfde formaat te zijn als het papier dat u in de printer plaatst. 2. U kunt de papierbron kiezen.
(waarbij x 2 of 4 kan zijn) voor het afdrukken van meer dan een pagina per vel. 4. Als u sommige printervoorkeuren hebt gewijzigd en als set hebt opgeslagen, kunt u deze opnieuw gebruiken zonder dat u ze weer apart hoeft in te stellen wanneer u ze nodig hebt. 5. Met één knop op het scherm herstelt u de standaardinstellingen.
Het tabblad Taakopties 4 5 1 6 2 7 3 8 1. U stelt als volgt de uitvoerresolutie van de afgedrukte pagina in. > De hoogste kwaliteit wordt afgedrukt met de instelling 600 x 1200 dpi. Voor deze optie is het meeste printergeheugen nodig en het afdrukken neemt meer tijd in beslag. > De normale kwaliteit wordt afgedrukt met de instelling 600 x 600 dpi en is voldoende, behalve voor de meest veeleisende toepassingen. > Met de instelling 300 x 300 dpi drukt u snel af.
4. In de modus Raster (bitmap) wordt de pagina verwerkt door de computer en bijna niet door de printer, hoewel de bestandsgrootte aanzienlijk kan zijn. In de modus Vector zijn de bestandsgrootten kleiner en kunnen de gegevens sneller over bijvoorbeeld een netwerk worden verzonden. Deze effecten zijn geschikter voor het afdrukken van afbeeldingen dan het afdrukken van tekst. 5. U kunt de tonusbesparing instellen voor specifieke afdruktaken. 6.
Het tabblad Afbeelding 1 2 3 4 5 1. Bij Rasteren wordt een tussenliggende grijsschaal geproduceerd door het bijstellen van de combinatie van punten tijdens het afdrukken. Wanneer u een instelling selecteert, bepaalt u de mate van detail waarmee een afbeelding wordt afgedrukt. Met Net bepaalt u dat een scherm met punten wordt gebruikt voor rasteren terwijl u bij Zeer fijn bepaalt dat een reeks lijnen voor Rasteren wordt gebruikt. 2.
PS-emulaties De beschikbare tabbladen zijn het tabblad Indeling, het tabblad Papier/kwaliteit en het tabblad Taakopties. Het tabblad Indeling 1 2 3 4 1. De paginaoriëntatie kunt u instellen op staand (hoog) of liggend (breed) of liggend 180 graden gedraaid. 2. De volgorde van de afgedrukte pagina's kunt u instellen met de eerste pagina of de laatste pagina van het document eerst. 3. Stel het aantal pagina's dat u op één vel wilt afdrukken in.
4. Klik op de knop Geavanceerd om als volgt meerdere documentopties in te stellen: 1 2 3 1. Selecteer het gewenste papierformaat. 2. U kunt een Truetype-lettertype vervangen door een ander lettertype. 3. U kunt de andere documentopties naar wens instellen, inclusief PostScript-opties en printerfuncties.
Het tabblad Papier/kwaliteit U kunt de papierbron instellen of ongewijzigd laten door automatische selectie. Met de knop Geavanceerd hebt u toegang tot dezelfde reeks opties als de opties die hierboven zijn beschreven voor het tabblad Indeling.
Het tabblad Taakopties 3 4 1 5 6 2 7 1. U stelt als volgt de uitvoerresolutie van de afgedrukte pagina in. > De hoogste kwaliteit wordt afgedrukt met de instelling Fijn: 600 x 1200 dpi. Voor deze optie is het meeste printergeheugen nodig en het afdrukken neemt meer tijd in beslag. > De kwaliteit Normaal wordt afgedrukt met de instelling 600 x 600 dpi en is voldoende, behalve voor de meest veeleisende toepassingen. > Met de instelling Snel, 300 x 300 dpi, drukt u snel af.
4. U kunt maximaal 999 exemplaren achter elkaar afdrukken, hoewel u de papierlade tijdens een zodanig lange afdruktaak moet blijven vullen. 5. U kunt het formaat van de afdruk aanpassen zodat deze op kleiner of groter briefpapier past. 6. Met de knop Geavanceerd hebt u de mogelijkheid om een afbeelding in spiegelbeeld of als negatief af te drukken. 7. Met één knop op het scherm herstelt u de standaardinstellingen.
INSTELLINGEN IN HET CONFIGURATIESCHERM VAN WINDOWS Wanneer u het venster Eigenschappen van het printerstuurprogramma rechtstreeks in Windows opent in plaats van in de toepassing, krijgt u een grotere serie opties. De wijzigingen die u hier doorvoert, zijn van toepassing op alle documenten die u afdrukt in Windows-toepassingen en worden voor alle Windows-sessies bewaard. PCL-emulaties De hoofdtabbladen zijn Algemeen, Geavanceerd en Apparaatopties. Tabblad Algemeen 1 2 3 1.
3. Met deze knop drukt u een testpagina af om te controleren of de printer werkt. OPMERKING De bovengenoemde functies zijn van het besturingssysteem Windows 2000 en variëren voor andere besturingssystemen.
Het tabblad Geavanceerd 1 2 3 4 5 6 7 8 10 9 1. Hierop kunt u de tijden van de dag aangeven waarop de printer beschikbaar is. 2. Geeft de huidige prioriteit aan, van 1 (de laagste) tot 99 (de hoogste). De documenten met de hoogste prioriteit worden het eerst afgedrukt. 3. Hiermee geeft u aan dat documenten in de wachtrij moeten worden geplaatst (opgeslagen in een speciaal afdrukbestand) voordat ze worden afgedrukt.
Dit is de tegenovergestelde keus van de hierboven vermelde optie. Er wordt zo snel mogelijk met afdrukken begonnen nadat het document in de wachtrij is geplaatst. 4. Hiermee geeft u aan dat het document niet in de wachtrij moet worden geplaatst maar rechtstreeks moet worden afgedrukt. U kunt normaalgesproken de toepassing pas weer gebruiken nadat de afdruktaak is voltooid. U hebt minder schijfruimte op de computer nodig omdat er geen spoolbestand is. 5.
afdrukken. Wanneer er compatibiliteitsproblemen optreden, kunt u de functie uitschakelen. Echter, deze geavanceerde opties zijn dan mogelijk niet beschikbaar, zelfs als ze door de hardware worden ondersteund. 9. Met deze knop krijgt u toegang tot dezelfde instellingenvensters als bij het afdrukken vanuit toepassingen. De wijzigingen die u in het Configuratiescherm van Windows maakt, worden de standaardinstellingen van Windows. 10. U kunt een scheidingspagina tussen de documenten ontwerpen en instellen.
Het tabblad Apparaatopties In dit venster kunt u de optionele upgrades die op uw printer zijn geïnstalleerd selecteren. Zie het hoofdstuk getiteld "Installatieopties".
PS-emulaties De hoofdtabbladen zijn Algemeen, Geavanceerd en Apparaatinstellingen. De tabbladen Algemeen en Geavanceerd zijn hetzelfde als van de PCL-emulaties, die eerder zijn beschreven. Het tabblad Apparaatinstellingen 1 2 3 1. U kunt het gewenste papierformaat voor elk van de beschikbare papierinvoerladen instellen. 2. U kunt verschillende lettertype-instellingen toepassen, afhankelijk van uw toepassing. 3. U kunt de optionele upgrades die op uw printer zijn geïnstalleerd instellen.
PRINTERINSTELLINGEN IN MACINTOSH Zie het Leesmij-bestand op de cd met de stuurprogramma's, cd1, en de on line Help in de software van het stuurprogramma.
VERBRUIKSARTIKELEN EN ONDERHOUD In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u de tonercartridge en de afbeeldingstrommel verwijdert, en hoe u algemeen onderhoud aan de printer uitvoert. BESTELINFORMATIE VAN DE VERBRUIKSARTIKELEN * Artikel Levensduur Bestelnummer Toner Toner, hoge capaciteit, B4300, B4300n, B4300nPS Afbeeldingsdrum 2.500 A4 @ 5% 6.000 A4 @ 5% 01103402 01101202 25.000 A4pagina's* 42102802 voor normaal continu afdrukken Gebruik altijd originele onderdelen van Oki.
WANNEER MOET U DE TONERCARTRIDGE VERVANGEN? B4200 Vervang de tonercartridge wanneer u Toner raakt op ziet op de Status Monitor van de printer. Bovendien knippert de Error LED-indicator langzaam wanneer de toner bijna op is. Nadat Toner raakt op wordt weergegeven, kan de printer nog ongeveer 100 pagina's afdrukken. Hierna wordt Toner op weergegeven en gestopt met afdrukken. Het afdrukken wordt voortgezet nadat u een nieuwe tonercartridge hebt geïnstalleerd.
en gebruik nooit oplosmiddelen. De vlekken krijgt u anders nooit meer weg. WAARSCHUWING Als u toner inademt of als er toner in uw ogen terechtkomt, drinkt u water of spoelt u uw ogen goed uit met koud water. Schakel onmiddellijk een arts in. Schakel de printer uit en laat de fuser ten minste 10 minuten afkoelen voordat u het deksel opent. 1. Druk op de knop voor het openen van de printerkap en open deze volledig. WAARSCHUWING! Als de printer is ingeschakeld, is de fuser mogelijk zeer heet.
LEVENSDUUR VAN DE AFBEELDINGSTROMMEL De levensduur van een afbeeldingstrommel is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de temperatuur en de vochtigheidsgraad, de papiersoort en het aantal pagina's per taak. Met de afbeeldingstrommel kunt u ongeveer 25.000 pagina's achter elkaar afdrukken. Dit getal is een benadering omdat er telkens verschillende aantallen pagina's worden afgedrukt en de omstandigheden variëren, net als de papiersoort.
DE AFBEELDINGSTROMMEL VERVANGEN Het is aan te raden de tonercartridge te vervangen en het LEDelement te reinigen wanneer u de afbeeldingstrommel vervangt. LET OP! Het groene oppervlak van de afbeeldingstrommel aan de onderkant is teer en enigszins gevoelig. Raak het niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan kamerlicht. Als u de afbeeldingstrommel langer dan 5 minuten uit de printer moet halen, plaats de cartridge dan in een zwarte plastic zak en bewaar deze op een donkere plaats.
DE TELLER VAN DE AFBEELDINGSTROMMEL OPNIEUW INSTELLEN Nadat u de afbeeldingstrommel hebt vervangen, stelt u de teller opnieuw in om het aantal pagina's dat met de afbeeldingstrommel wordt afgedrukt correct bij te houden. B4200 1. Start de Status Monitor voor de printer. 2. Klik op het tabblad Printerinstelling – knop Printermenu – tabblad Onderhoud 1. 3. Klik de knop [Beginwaarden] naast Trommelteller en klik vervolgens op de knop [OK] om de teller van de afbeeldingstrommel opnieuw in te stellen.
B4200 De Status Monitor van de printer gebruiken 1. Start de Status Monitor voor de printer. 2. Klik achtereenvolgens op het tabblad [Printerinstelling], op de knop [Printermenu], op het tabblad [Proefafdruk] en vervolgens op [Start]. 3. Open de handinvoerlade, plaats een vel normaal A4-papier tussen de papiergeleiders en klik vervolgens op de knop [OK]. 4. Het papier wordt door de printer ingevoerd en er wordt een reinigingspagina afgedrukt. 5.
3. Druk een aantal malen op de knop Menu totdat u MAINTENANCE MENU ziet en druk vervolgens op de knop Selecteren. Selecteren 4. Druk een aantal malen op de knop Item totdat REINIGINGSPAGINA wordt weergegeven. 5. Druk op de knop Selecteren. Selecteren 6. Het papier wordt door de printer ingevoerd en er wordt een reinigingspagina afgedrukt. 7. Druk op de knop On line om de printer weer on line te zetten. 8. Als de afdruk ongelijkheden vertoont of vaag is, vervangt u de tonercartridge.
PROBLEMEN OPLOSSEN STATUSBERICHTEN EN FOUTBERICHTEN De printer geeft u nuttige informatie over de status van het apparaat, niet alleen tijdens de normale werking maar ook wanneer er een fout optreedt. Op deze manier kunt u actie ondernemen om het probleem op te lossen. B4200 Zowel de status- als de foutberichten worden in de door u gekozen taal weergegeven op de Status Monitor. Bij een foutbericht gaat de Error-LED knipperen.
VASTGELOPEN PAPIER U kunt van uw printer jarenlang een betrouwbare service verwachten, vooropgesteld dat u de aanbevelingen in deze handleiding volgt voor het gebruik van afdrukmaterialen en de materialen in een goede staat zijn voordat u ze gebruikt. Nu en dan kan het papier vastlopen en in dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u op snelle en eenvoudige manier vastgelopen papier verwijdert.
INVOER VASTLOOP 1. Haal de papierlade uit de printer. 2. Verwijder gekreukeld of gevouwen papier. 3. Verwijder papier aan de onderkant van de printer. 4. Plaats de papierlade terug. Nadat het beschadigde of verkeerd ingevoerde papier is verwijderd, wordt het afdrukken door de printer hervat. INVOER VASTLOOP OF UITVOER VASTLOOP 1. Haal de lade uit de printer en verwijder de verkeerd ingevoerde vellen. 2. Open het deksel. WAARSCHUWING! De fuser is heet. Dit onderdeel is duidelijk aangegeven.
6. Sluit het deksel en druk dit omlaag om het deksel vast te zetten. 7. Het afdrukken begint nadat de printer is opgewarmd. De pagina die vanwege het vastlopen verloren is gegaan, zal opnieuw worden afgedrukt. OPMERKING Als u de rand van het vastgelopen papier aan de achterkant kunt zien, installeert u de afbeeldingstrommel, sluit u het deksel en schakelt u de printer in. Verwijder het vastgelopen papier uit de uitvoer wanneer de rol een paar seconden nadat u de printer hebt ingeschakeld gaat draaien.
Symptoom Probleem Oplossing De pagina wordt volledig zwart afgedrukt. Op de pagina staan zich herhalende tekens. Probleem met de hardware. Neem contact op met de servicedienst. Vanwege een beschadigd oppervlak en krassen op de afbeeldingstrommel staan elke 4,06 cm dezelfde tekens. Langwerpig gebied Onderbreking met fletse afdruk op veroorzaakt door papier de pagina. dat aan een te hoge vochtigheid is blootgesteld.
Symptoom Probleem Oplossing De afdruk is donkerder dan normaal. De pagina krult overmatig. De instelling voor contrast is te hoog. Wijzig de contrastinstelling. U drukt op de verkeerde Draai het papier in de lade om. (Kijk naar kant van het papier af. de richting waarin de pijl op de verpakking van het papier wijst). Plaats het papier in de lade met de afdrukzijde omlaag. Vocht in het papier. Vermijd de opslag van papier in een Verkeerd opgeslagen. omgeving waar het buitensporig warm en vochtig is.
PROBLEMEN MET DE SOFTWARE Het afdrukproces wordt bepaald door de software (besturingsomgeving, toepassingen en printerstuurprogramma's). Zorg dat u het juiste stuurprogramma voor uw printer hebt geselecteerd. Raadpleeg de bij de software horende documentatie voor meer informatie. Symptoom Probleem Oplossing De afdruk is vervormd. Onjuist stuurprogramma geïnstalleerd. Vertragingen in het afdrukken worden vaak door de toepassing veroorzaakt.
PROBLEMEN MET DE HARDWARE Symptoom Probleem Oplossing Een afbeelding wordt deels op de ene en deels op de andere pagina afgedrukt. Wanneer u probeert af te drukken gebeurt er niets maar de printer is gereed om gegevens te ontvangen. Er worden onbekende tekens afgedrukt. Onvoldoende printergeheugen voor een afbeelding met deze resolutie. Configuratiefout. Wijzig de resolutie, verklein de afbeeldingsgrootte of installeer meer geheugen in de printer. Verkeerde kabelconfiguratie.
OPTIES INSTALLEREN U kunt de volgende opties installeren om uw printer nog beter te laten presteren: > 10/100 BASE-TX-netwerkinterfacekaart: om de B4300 compatibel met het netwerk te maken > 16 MB RAM DIMM: om het hoofdgeheugen van de printer uit te breiden en het verwerken van grote bestanden sneller te laten verlopen > 32 MB RAM DIMM: om het hoofdgeheugen van de printer uit te breiden en het verwerken van grote bestanden sneller te laten verlopen > RS232-bord: om de B4300 met een seriële interface
SPECIFICATIES ALGEMEEN In de onderstaande tabel staan de basiskenmerken van uw printer.
ALGEMENE AFMETINGEN 355mm 607.
PAPIER- EN LADE-INFORMATIE In- en uitvoermethoden zijn afhankelijk van type, formaat en dikte van het gebruikte materiaal. Gebruik de onderstaande tabel en de notities/tekens/termen op de volgende pagina's als eerste richtlijn. (Er zijn mogelijk kleine veranderingen in de instellingen nodig, afhankelijk van de instellingen van de gebruiker en de omgeving waarin de printer wordt gebruikt.
NOTITIES/TEKENS/TERMEN Notities: 1. Wanneer u de optionele secundaire papierlade gebruikt, wordt de oorspronkelijke lade aangeduid als Lade 1 en de optionele lade als Lade 2. 2. Het is niet mogelijk om aangepaste papierformaten te gebruiken met het PS-emulatiestuurprogramma. 3. In Lade 2 kunt u papier met een breedte van 148 tot 216 mm en een lengte van 210 tot 316 mm plaatsen. 4. Papier dat kleiner is dan A5 (dat wil zeggen korter dan 210) moet worden uitgevoerd met de afdrukzijde omhoog.
INDEX A B4300.....................................81 Enveloppen Afdrukken ...............................43 Afbeeldingstrommel De teller opnieuw instellen op de B4200....................................80 De teller opnieuw instellen op de B4300....................................80 Soorten ...................................39 Etiketten.....................................40 G Levensduur .............................78 Geavanceerde functies inschakelen of uitschakelen.....
P Menu's Het menu Media (Materiaal) .....28 Paginaoriëntatie instellen in Windows......... 59, 62 Papier Enveloppensoorten..................39 formaat instellen in Windows.............................57 Het menu Network (Netwerk)....34 Het menu Print (Afdrukken) ......27 Het menu System configuration (Systeemconfiguratie) ............29 Menu FX ..................................31 menu Information (Informatie) ............................27 Menu Maintenance (Onderhoud)...........................
Problemen met de afd rukkwaliteit .............................86 Problemen met de hardware ....90 status monitor installeren ...........53 stuurprogramma's installeren Macintosh ...............................54 Problemen met de software......89 Windows .................................53 Vastgelopen papier .................84 T Toner cartridge, levensduur...............75 R Ready LED B4200.....................................18 hoe te vervangen .....................76 B4300........................
CONTACTGEGEVENS VAN OKI Oki Systems (UK) Limited Oki Data (Singapore) Pte. Ltd. 550 Dundee Road Slough Trading Estate Slough, SL1 4LE 78 Shenton Way, #09-01, Singapore 079120 Tel: (65) 221 3722 Fax : (65)421 1688 http://www.okidata.com.sg Tel:44 (0) 1753 819819 Fax:44 (0) 1753 819899 http://www.oki.co.uk Oki Systems (Thailand) Ltd. Oki Systems Ireland Limited The Square Industrial Complex Tallaght, Dublin 24, Ireland 956 Udomvidhya Building 6th Floor, Rama IV Rd.