Operation Manual
Table Of Contents
- Voorwoord
- Eerste hulp bij ongevallen
- Fabrikant
- Importeur voor de EU/erkend vertegenwoordiger
- Milieu-informatie
- Inhoudsopgave
- Opmerking, Let op! en Waarschuwing!
- Inleiding
- Over deze handleiding
- Printeronderdelen
- Bedieningspanelen
- Aanbevolen papier
- Interfaces
- Printerstuurprogramma's
- Werking
- Tweezijdig afdrukken
- Overlays en macro's (alleen Windows)
- Verbruiksartikelen en onderhoud
- Problemen oplossen
- Opties installeren
- Specificaties
- Index
- Oki contactgegevens

Aanbevolen papier > 35
I
NSTELLINGEN
VOOR
PAPIERINVOER
,
FORMAAT
EN
MATERIAAL
Bij het proces dat wordt toegepast voor het fixeren van de afdruk op het papier is een
combinatie van druk en hitte betrokken. Bij te veel hitte raakt licht papier geplooid of
gekreukt en raken transparanten gegolfd. Bij te weinig warmte wordt de afdruk niet
volledig op zwaar papier gefixeerd.
B410D, B410D
N
U kunt het media type als volgt wijzigen:
1. Start het hulpprogramma Printer Menu Setup.
2. Klik op het menu Media.
3. Klik op de papierlade die u gebruikt. Wijzig de instelling van het materiaaltype en,
indien nodig, het papierformaat in het formaat van het papier dat u gebruikt.
4. Klik op het tabblad Instellingen en klik op Gewijzigde instellingen toepassen,
en klik vervolgens op OK om de printer in te stellen op het nieuwe mediatype.
B430D, B430D
N
, B440D
N
Met het besturingsscherm op de printer kunt u kiezen:
> welk papier u wilt gebruiken
> welk papierformaat u wilt gebruiken
> welk papiergewicht (dikte) u wilt gebruiken
> welke papiersoort u wilt gebruiken
De papierinvoer selecteren
De papierinvoer, het papierformaat, het papiergewicht en het materiaaltype kunt u als
volgt met de hand op het besturingsscherm van de printer instellen.
1. Druk een aantal malen op de knop Menu of totdat het menu AFDRUKKEN
wordt weergegeven, en druk vervolgens op de knop .
2. Druk op de knop of totdat u de gewenste papierinvoer ziet.
OPMERKING
Hoewel u voor specifieke taken de materiaaleigenschappen kunt instellen in
het printerstuurprogramma, raden wij u aan met de hand de printer in te
stellen voor het materiaal op basis van de procedure die hierna wordt
beschreven.
OPMERKING
> Als de instellingen op de printer niet overeenkomen met de instellingen op
de computer, drukt de printer niet af en ziet u een foutbericht op het LCD.
> De navolgende printerinstellingen dienen alleen ter illustratie. In sommige
softwaretoepassingen dient u de instellingen voor de papierinvoer, het
formaat en het materiaal te selecteren in de toepassing (pagina-
instelling).
> Hoewel u voor specifieke taken de materiaaleigenschappen kunt instellen
in het printerstuurprogramma, raden wij u aan met de hand de printer in
te stellen voor het materiaal op basis van de procedure die hierna wordt
beschreven.