Operation Manual

INTERFACES > 49
INTERFACES
De printer is uitgerust met een aantal gegevensinterfaces:
1. Parallel voor rechtstreekse aansluiting op een pc. Voor deze
poort hebt u een
bidirectionele parallelle kabel (volgens de norm IEEE 1384)
nodig.
2. USB voor aansluiting op een pc met Windows 98 of hoger
(niet Windows 95 met een upgrade naar Windows 98) of
Macintosh. Voor deze poort hebt u een kabel conform USB
versie 2 of hoger nodig.
De werking van een printer wordt niet gegarandeerd als een
compatibel USB-apparaat tegelijkertijd met andere
compatibele USB-machines is aangesloten.
Wanneer u meerdere printers van hetzelfde type aansluit,
verschijnen deze als *****, ***** (2), ***** (3), enzovoort. Deze
nummers zijn afhankelijk van de volgorde waarin de printers
zijn aangesloten of ingeschakeld.
3. Serieel voor rechtstreekse aansluiting op een apparaat dat
gebruikmaakt van serieel afdrukken (als optie verkrijgbaar).
4. Ethernet voor aansluiting met een netwerkkabel. Deze poort
is standaard op de B4250n, B4350n en B4350nPS en
optioneel op de B4250n, B4350.
Als u de printer rechtstreeks aansluit op een zelfstandige computer,
gaat u door naar het volgende hoofdstuk getiteld
"Printerstuurprogramma's".
OPMERKING
l Wij raden u af om de seriële kabel/USB-kabel en de parallelle kabel
tegelijk op de printer aan te sluiten.
l Bij de printer worden geen interfacekabels geleverd.