B4400/B4600 Series Gebruikershandleiding
VOORWOORD We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up-to-date weer te geven. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de gevolgen van fouten waarvoor deze niet verantwoordelijk is. De fabrikant kan ook niet garanderen dat wijzigingen in software en apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie in de handleiding.
EERSTE HULP BIJ ONGEVALLEN Wees behoedzaam met tonerpoeder: Indien er tonerpoeder wordt ingeslikt, moet onmiddellijk een arts worden geraadpleegd. Probeer braken echter niet te forceren wanneer de persoon bewusteloos is. Indien er tonerpoeder wordt ingeademd, moet de persoon naar buiten worden gebracht voor frisse lucht. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
INHOUDSOPGAVE Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Eerste hulp bij ongevallen . . . . . . . . . . . . . . . . . Importeur voor de EU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Milieu-informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 3 3 3 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Printerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 De printer gebruiken . . . . . . . . . .
Interfaces . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Printerstuurprogramma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Windows-besturingssystemen . . . . . . . . . . . . . . . . Geïnstalleerde opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Macintosh-besturingssystemen. . . . . . . . . . . . . . . . Geïnstalleerde opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een stuurprogramma voor Mac kiezen . . . . . . . . . . . . . . 57 57 58 58 58 58 Werking. . . . . . . . . . . . . . . . .
Wanneer moet u de afbeeldingstrommel vervangen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B4400, B4400L, B4400n, B4400Ln . . . . . . . . . B4600, B4600L, B4600n, B4600Ln, B4600PS, B4600LPS, B4600nPS, B4600LnPS . . . . . . De afbeeldingstrommel vervangen . . . . . . . . . . . De teller van de afbeeldingstrommel opnieuw instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B4400, B4400L, B4400n, B4400Ln . . . . . . . . . B4600, B4600L, B4600n, B4600Ln, B4600PS, B4600LPS, B4600nPS, B4600LnPS . .
OPMERKING, LET OP EN WAARSCHUWING OPMERKING Een opmerking wordt als volgt in deze handleiding weergegeven. Opmerkingen zijn toelichtingen of tips met extra informatie om u te helpen het product beter te gebruiken en begrijpen. LET OP! Met LET OP! wordt u in deze handleiding tot voorzichtigheid gemaand. Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden. WAARSCHUWING! Een waarschuwing wordt als volgt in deze handleiding weergegeven.
INLEIDING Gefeliciteerd met de aankoop van deze monochroomprinter. U kunt met deze printer 24/26 pagina's per minuut afdrukken. U nieuwe printer beschikt over een reeks geavanceerde functies waarmee u scherpe zwart-witpagina's bij een hoge snelheid en op een groot aantal afdrukmaterialen produceert. Ter informatie vindt u hieronder een overzicht van de belangrijkste functies van de printer.
Bovendien zijn ook de volgende optionele functies beschikbaar: > 10/100 BASE-TX-netwerkinterfacekaart: om de B4400, B4400L en B4600, B4600L compatibel met het netwerk te maken > 16, 32, 64, 128, 256 MB RAM DIMM: om het hoofdgeheugen van de printer uit te breiden en het verwerken van grote bestanden sneller te laten verlopen > RS232C-kaart: om de B4400, B4400L en B4600, B4600L met een seriële interface uit te breiden > Secundaire invoerlade: om de hoeveelheid papier dat in de printer kan worden verwer
OVER DEZE HANDLEIDING Deze handleiding is de gebruikershandleiding (ga naar de Oki Printing Solutions-website, www.okiprintingsolutions.com, voor de meest recente versie) van uw printer en maakt deel uit van het algemene documentatiemateriaal dat hieronder staat vermeld: > Quick set-up guide (Snel installeren): in deze gids wordt uitgelegd hoe u de printer moet uitpakken, aansluiten en inschakelen. > Deze Gebruikershandleiding: helpt u de printer te bedienen en de vele functies optimaal te gebruiken.
> Klik in de lijst met bladwijzers op Index om de Index weer te geven. (Als de bladwijzers niet beschikbaar zijn, gebruikt u de inhoudsopgave.) Zoek in de alfabetische index naar de gewenste term en klik op het bijbehorende paginanummer om de pagina met het gewenste onderwerp weer te geven. PAGINA'S AFDRUKKEN U kunt de hele handleiding, afzonderlijke pagina's of gedeelten afdrukken. Ga als volgt te werk: 1. Kies vanaf de werkbalk Bestand> Afdrukken (of druk op de toetsen Ctrl + P). 2.
GEBRUIKTE AFKORTINGEN In deze handleiding worden de volgende afkortingen gebruikt: AFKORTING BETEKENIS Ctrl Control dpi dots per inch DIMM Dual In-line Memory Module n netwerkkaart aanwezig Lampje Light Emitting Diode NIC netwerkinterfacekaart PCL Printer Control Language PS PostScript (emulaties) PSE PostScript-emulatie RAM Random Access Memory SIDM Serial Impact Dot Matrix B4400, B4400L/B4600, B4600L Gebruikershandleiding – Over deze handleiding > 12
PRINTERONDERDELEN Met uitzondering van de bedieningspanelen, die in het volgende hoofdstuk worden beschreven, ziet de buitenkant van de printers B4400, B4400L, B4400n, B4400Ln, B4600, B4600L, B4600n, B4600Ln, B4600PS, B4600LPS en B4600nPS, B4600LnPS er hetzelfde uit. Hieronder vindt u de belangrijkste onderdelen. 1. Bedieningspaneel (van B4400) 2. Uitvoervak (150 vel, afdrukzijde omlaag) 3. Knop voor het openen van de printerkap 4. Uitvoervak verlengstuk 5. Uitvoervak verlengstuk papiergeleider 6.
10. LED-element 11. Drumcartridge 12. Handinvoerlade (één vel) (afgebeeld in gesloten positie) 13. Papierinvoerlade (250 vel) 14. Tonercartridge 15. Fusereenheid 16.
17. Aansluiting voedingskabel 18. Ventilator 19. USB-interfaceverbinding 20. Aansluiting parallelle interface 21. Aansluiting secundaire papierlade (optioneel) 22. Netwerkkaart (standaard voor B4400n, B4400Ln, B4600n, B4600Ln, B4600nPS, B4600LnPS en optioneel voor B4400, B4400L, B4600, B4600L en B4600PS, B4600LPS) 23. Seriële RS232-interfacekaart (alleen optioneel voor B4400, B4400L, B4600, B4600L en B4600PS, B4600LPS) 24.
BEDIENINGSPANELEN In dit hoofdstuk wordt de werking van het bedieningspaneel van uw printer beschreven. Tevens wordt in dit hoofdstuk de software Status Monitor beschreven. Dit hulpprogramma verzorgt de statusinformatie van de B4400, B4400L, B4400n, B4400Ln en de equivalente statusinformatie in de menu's van de besturingsschermen van de B4600, B4600L, B4600n, B4600Ln, B4600PS, B4600LPS en B4600nPS, B4600LnPS. (Zie ‘Printerstuurprogramma’s’ voor de installatie van Status Monitor.
> Knipperend 3 – knippert snel – knippert vier keer per seconde De vier LED-indicators gaan tegelijk kortstondig branden wanneer u met de hoofdschakelaar de stroom inschakelt. Power On LED (groen) Deze indicator gaat branden en blijft branden wanneer u de printer met de hoofdschakelaar inschakelt. Ready LED (groen) > Indicator aan – de printer is online en gereed om gegevens te ontvangen. > Indicator uit – de printer is offline en kan geen gegevens ontvangen.
KNIPPERT ALS VOLGT READY LED (GROEN) Knipperend 2 – knippert x HANDINVOER LED (ORANJE) ERROR LED (ORANJE) De printer ontvangt en verwerkt gegevens tijdens het afdrukken of de printer stelt zich opnieuw in. x Knipperend 3 – knippert snel BETEKENIS U wordt door de printer gevraagd om de handinvoerlade te gebruiken voor het invoeren van papier. x Er is een printerfout, bijvoorbeeld een probleem met het papier, het deksel is geopend of de papierlade is leeg terwijl er een taak wordt verwerkt.
KNOP ONLINE De hoofdfuncties van de knop Online kunt u activeren door de schakelaar kort in te drukken en weer los te laten. De hoofdfuncties zijn als volgt: > De printer offline zetten. > De printer online zetten (gereed). > Doorgaan met afdrukken na een afdrukoverschrijding, paginaoverloop of ontvangstbufferoverloop. > Het verwerken van gegevens onderbreken wanneer de printer gegevens ontvangt en verwerkt. > Het voortzetten van het verwerken van gegevens.
> De printer opnieuw instellen en de buffer leegmaken nadat het afdrukken is geannuleerd. OPMERKING Als u voor de printer de standaardinstellingen van de fabrikant opnieuw wilt instellen, drukt u de knop Online in en houdt u deze vast. Tegelijkertijd schakelt u de printer in met de hoofdschakelaar. De LED-indicators knipperen wanneer de printer opnieuw met de standaardinstellingen is ingesteld.
Het tabblad Printerinstellingen Wanneer u het tabblad Printerinstellingen kiest, krijgt u toegang tot de knop van het menu Printer, waarmee u: > De printer kunt kiezen die u wilt aansluiten met de knop Printer selecteren. > De printer kunt configureren via de knop Configuratie openen. In alle fasen kunt u online hulp krijgen door op de knop Help te klikken.
Het tabblad Voorkeuren Wanneer u dit tabblad selecteert, kunt u de informatie kiezen die wordt weergegeven door Status Monitor en kunt u aangeven hoe en wanneer Status Monitor verschijnt. De standaardinstelling Waarschuwing zorgt ervoor dat Status Monitor verschijnt wanneer onder bepaalde omstandigheden uw aandacht nodig is, bijvoorbeeld wanneer de toner bijna op is.
MENUFUNCTIES In het menu Printer kunt u de interne instellingen van de printer weergeven en wijzigen. U kunt dit zien als het softwareequivalent van een LCD-gebruikerspaneel dat zich aan de voorkant van sommige printers bevindt. De instellingen zijn ingedeeld in categorieën of 'menu's', zoals het menu Informatie of het menu Afdrukken. Een aantal van deze instelling lijkt op de instellingen in het printerstuurprogramma of de toepassing.
Menu Informatie Via dit menu kunt u snel nagaan welke items er op de printer beschikbaar zijn.
MENU PRINT (AFDRUKKEN) ITEM STANDAARD LINES PER PAGE (Regels per pagina) 64LNS (64 REGELS) EDIT SIZE (Grootte wijzigen) CASSETT (CASSETTE) OPMERKINGEN Menu Media Via dit menu kunt u allerlei afdrukmedia instellen.
Menu Systeemconfiguratie Via dit menu kunt u de algemene printerinstellingen aan uw voorkeuren aanpassen.
MENU PCL ITEM STANDAARD OPMERKINGEN LETTERTYPEFORMAAT 12.00 Wordt niet in standaardinstelling weergegeven SYMBOL SET (Symboolset) PC-8 A4 WIDTH (A4-BREEDTE) 78 COL (78 KOLOMMEN) WHITE PAGE SKIP (Witte pagina's overslaan) OFF CR FUNCTION (CR-functie) CR LF FUNCTION (LF-functie) LF NIET-AFDRUKBAAR GEBIED NORMAL (Normaal) PEN BIJSTELLEN Aan PPR Emulation (PPR-emulaties) In dit menu stelt u de PPR-emulaties van de printer in.
MENU PPR ITEM STANDAARD TEKSTHOOGTE SAME (GELIJK) OPMERKINGEN FX Emulation (FX-emulaties) In dit menu stelt u de FX-emulaties van de printer in. MENU FX ITEM STANDAARD FONT PITCH (Breedte lettertype) 10 CPI CHARACTER SET SET-2 SYMBOL SET (Symboolset) IBM-437 STIJL LETTER O DISABLE (Uitschakelen) ZERO CHARACTER NORMAL (Normaal) LINE PITCH 6 LPI WHITE PAGE SKIP (Witte pagina's overslaan) OFF CR FUNCTION (CR-functie) CR LINE LENGTH 80 COL (80 KOLOMMEN) FORM LENGTH A4 TOF POSITION 0.
MENU PARALLELLE POORT ITEM STANDAARD ECP-MODUS ENABLE (INSCHAKELEN) ACK WIDTH (ACK-breedte) NARROW (SMAL) BUSY/ACK OUTPUT SEQUENCE (UITVOERVOLGORDE BEZET/ ACK) IN I-PRIME DISABLE (Uitschakelen) OFF REC (REC UIT) DISABLE (Uitschakelen) OPMERKINGEN Alleen wanneer PSE is geïnstalleerd Menu RS232C In dit menu wijzigt u de werking van de gegevensinterface RS232C van de printer.
Menu USB Via dit menu kunt u de werking bepalen van de USBgegevensinterface van de printer. MENU USB ITEM STANDAARD USB ENABLE (INSCHAKELEN) SOFTWARE RESETTEN DISABLE (Uitschakelen) OFF REC (REC UIT) DISABLE (Uitschakelen) Serienummer ENABLE (INSCHAKELEN) OPMERKINGEN Alleen wanneer PSE is geïnstalleerd Menu Network (menu Netwerk) In dit menu kunt u instellen hoe de 10Base-T/100Base-TXnetwerkinterface van de printer functioneert.
MENU NETWORK (NETWERK) ITEM STANDAARD OPMERKINGEN FTP ENABLE (INSCHAKELEN) Alleen wanneer NIC is geïnstalleerd SNMP ENABLE (INSCHAKELEN) Alleen wanneer NIC is geïnstalleerd LAN NORMAL (Normaal) Alleen wanneer NIC is geïnstalleerd HUB LINK SETTING (Hublinkinstellingen) AUTO NEGOTIATE (AUTOMATISCH ONDERHANDELE N) Alleen wanneer NIC is geïnstalleerd Menu Geheugen In dit menu kunt u instellen hoe het printergeheugen moet worden gebruikt.
Menu Onderhoud Via dit menu hebt u toegang tot allerlei functies voor het onderhoud van de printer.
MENU-INSTELLINGEN AFDRUKKEN U drukt als volgt een menukaart met de menu-instellingen af. Met de knop Online 1. Druk op de knop Online om de printer offline te zetten. 2. Druk de knop Online in en houd deze ten minste vier seconden, maar minder dan zeven seconden ingedrukt. 3. De printer drukt een overzicht van de menu-instellingen en een demonstratiepagina af. Status Monitor gebruiken 1. Kies Start > Alle programma's > Okidata > Status Monitor. 2. Kies het tabblad Printerinstellingen. 3.
B4600, B4600L, B4600N, B4600LN, B4600PS, B4600LPS, B4600NPS, B4600LNPS BEDIENINGSPANEEL Het bedieningspaneel van de B4600, B4600L, B4600n, B4600Ln, B4600PS, B4600LPS en B4600nPS, B4600LnPS bestaat uit een besturingsscherm met een menu, een LCD-scherm en een LEDindicator. MENU READY ON LINE ITEM VALUE + - + - SELECT CANCEL PANEELONDERDELEN Ready-indicator (groen). AAN – klaar om gegevens te ontvangen. KNIPPEREND geeft aan dat gegevens worden verwerkt of een fout is opgetreden. 1.
5. De knop Selecteren. Druk kort op deze knop om het menu, het onderdeel of de waarde op het LCD-scherm te selecteren. 6. De knop Annuleren. Druk op deze knop om een afdruktaak te annuleren. 7. De knop Waarde (+). Druk kort op deze knop om naar de vorige waarde-instelling van de menuonderdelen te gaan. 8. De knop Item (+). Druk kort op deze knop om naar het vorige menuonderdeel te gaan. 9. De knop Online. Druk op deze knop om tussen de online en offline status te schakelen.
Menu Informatie Via dit menu kunt u snel nagaan welke items er op de printer beschikbaar zijn. MENU INFORMATION (INFORMATIE) ITEM ACTIE menuoverzicht Toepassen PCL-LETTERTYPE Toepassen PSE-LETTERTYPE Toepassen IBM PPR-LETTERTYPE Toepassen EPSON FX-LETTERTYPE Toepassen DEMO 1 Toepassen Wanneer PSE is geïnstalleerd Menu Afdrukken Via dit menu kunt u allerlei functies voor afdruktaken wijzigen.
Menu Media Via dit menu kunt u allerlei afdrukmedia instellen.
MENU SYSTEM CONFIGURATION (SYSTEEMCONFIGURATIE) ITEM STANDAARD PARA PORT (PARALLELLE POORT) ASCII OPMERKINGEN USB PORT (USB-POORT) RAW (Ruw) NW PORT (NW-POORT) RAW (Ruw) Wanneer NIC is geïnstalleerd RS PORT (RS-POORT) ASCII Wanneer RS232 is geïnstalleerd VERWIJDERBARE WAARSCHUWING Aan AUTO CONTINUE (Automatisch doorgaan) Aan Handmatige timeout 60 SEC WAIT TIMEOUT (WACHTTIJD) 40 SEC Toner bijna op CONTINUE (DOORGAAN) OPHEFFING PAPIERSTORING Aan ERROR REPORT (FOUTENRAPPORT) OFF LANG
PPR Emulation (PPR-emulaties) In dit menu stelt u de PPR-emulaties van de printer in. MENU PPR ITEM STANDAARD TEKENBREEDTE 10 CPI FONT CONDENSE 12 CPI tot 20 CPI TEKENSET SET-2 SYMBOOLSET IBM-437 STIJL LETTER O DISABLE (Uitschakelen) NULTEKEARN NORMAL (Normaal) REGELS PER INCH 6 LPI WHITE PAGE SKIP (WITTE PAGINA'S OVERSLAAN) OFF CR FUNCTIE CR LF FUNCTIE LF LINE LENGTH (REGELLENGTE) 80 COLUMN (80 KOLOMMEN) FORM LENGTH (FORMULIERLENGTE) 11,7 INCH (A4) TOF POSITION (POSITIE TOF) 0.
MENU FX ITEM STANDAARD WHITE PAGE SKIP (WITTE PAGINA'S OVERSLAAN) OFF CR FUNCTIE CR LINE LENGTH (REGELLENGTE) 80 COLUMN (80 KOLOMMEN) FORM LENGTH (FORMULIERLENGTE) 11,7 INCH (A4) TOF POSITION (POSITIE TOF) 0.0 INCH (0,0 INCH) LEFT MARGIN (LINKERMARGE) 0.0 INCH (0,0 INCH) FIT TO LETTER (AANPASSEN AAN LETTER) DISABLE (Uitschakelen) TEKSTHOOGTE SAME (GELIJK) OPMERKINGEN Menu Parallel In dit menu wijzigt u de werking van de parallelle gegevensinterface van de printer.
Menu RS232C In dit menu wijzigt u de werking van de gegevensinterface RS232C van de printer. MENU RS232C ITEM STANDAARD OPMERKINGEN RS232C ENABLE (INSCHAKELEN) Alleen wanneer RS232C is geïnstalleerd FLOW CTL (FLUXBEHEER) DTR HI (RASTERHOOGT E) Alleen wanneer RS232C is geïnstalleerd BAUDSNELHEID 9600 Alleen wanneer RS232C is geïnstalleerd DATABITS 8 BITS Alleen wanneer RS232C is geïnstalleerd PARITY (PARITEIT) NONE (GEEN) Alleen wanneer RS232C is geïnstalleerd MIN.
Menu Network (Menu Netwerk) In dit menu kunt u instellen hoe de 10Base-T/100Base-TXnetwerkinterface van de printer functioneert.
Menu Geheugen In dit menu kunt u instellen hoe het printergeheugen moet worden gebruikt. MENU MEMORY (GEHEUGEN) ITEM STANDAARD RECEIVE BUFF SIZE (Buffergrootte voor ontvangen) AUTO (AUTOMATISCH) RSRC SAV (BRONNEN BESPAREN) OFF OPMERKINGEN menu Systeemaanpassing Via dit menu kunt u de positie van de afbeelding op de afgedrukte pagina fijn aanpassen in stappen van 0,25 mm. MENU SYSTEM ADJUSTMENT (SYSTEEMWIJZIGING) ITEM STANDAARD X ADJUST (X BIJSTELLEN) 0.00 mm Y-positie aanpassen 0.
MENU MAINTENANCE (ONDERHOUD) ITEM STANDAARD DARKNESS (DONKERHEIDSGRAAD) 0 OPMERKINGEN CLEANING PAGE (REINIGINGSPAGINA) Menu Gebruik Dit menu is alleen bedoeld om informatie op te vragen en geeft een indicatie van het totale gebruik van de printer en de resterende gebruiksduur van de verbruiksmaterialen. Dit is met name handig als u niet over een volledige set vervangende verbruiksmaterialen beschikt en u wilt weten hoe snel u ze nodig hebt.
AANBEVOLEN PAPIER Voor richtlijnen over het materiaal dat u voor de printer kunt gebruiken, welke invoerlade en welke uitvoermethode u kunt gebruiken, raadpleegt u het gedeelte "Informatie over papier en lade" in het hoofdstuk "Specificaties". PAPIER- EN ENVELOPPENSOORTEN De fabrikant van deze printer raadt u aan de volgende richtlijnen te hanteren wanneer u papier en enveloppen voor de printer selecteert. > Bewaar papier en enveloppen op een stapel in een droge omgeving en uit de buurt van warmtebronnen.
TRANSPARANTEN EN ETIKETTEN De fabrikant van deze printer raadt u aan de volgende richtlijnen te hanteren wanneer u transparanten en etiketten voor de printer selecteert. > Voer losse vellen altijd handmatig in met de handinvoerlade. > Gebruik altijd de achteruitvoerlade. > Het materiaal moet zijn ontworpen voor laserprinters of fotokopieerapparaten en moet bestand zijn tegen temperaturen van 200°C gedurende 0,1 seconde.
PAPIER PLAATSEN OPMERKING Als u nieuw papier in een papierlade plaatst, raden wij u aan eerst het oude papier uit de lade te verwijderen, daarna het nieuwe papier te plaatsen en vervolgens het verwijderde papier te plaatsen. Op deze manier zorgt u ervoor dat het oude papier eerst wordt verbruikt en voorkomt u dat het papier vastloopt. 1. Haal de papierlade onder uit de printer en plaats normaal papier in de lade.
OPMERKING Laad papier met briefhoofd met de afdrukzijde omlaag en de bovenkant aan de voorzijde van de papierlade. 2. Stel de steun van de achteruitvoer (2) bij naar gelang het papierformaat dat u gebruikt door de handvatten (3) te pakken, op te tillen en de steun naar voren of naar achteren te schuiven. 3. Stel de papiergeleiders bij (1). Het is belangrijk om de papiergeleiders bij te stellen omdat anders het papier tijdens het afdrukproces kan worden verwrongen.
Gebruik altijd deze lade samen met de handinvoerlade voor zwaar karton om te voorkomen dat het papier vastloopt. AUTOMATISCHE INVOERVOLGORDE Als u geen extra lades hebt geïnstalleerd, is de functie Autotray in het menu Print standaard ingesteld op OFF en de functie Traysequence ingesteld op DOWN. Zorg ervoor dat de functie Autotray is ingesteld op ON (standaard) wanneer een of beide invoerladen zijn geïnstalleerd.
4. Stel het enveloppenformaat en de oriëntatie liggend in het softwareprogramma in en geef de opdracht Afdrukken. ZWAAR PAPIER OF KARTON Van de hoofdpapierlade naar de bovenste uitvoerstapel worden in de normale papierbaan twee volledige draaiingen van 180° gemaakt. Hierdoor kan het gebeuren dat erg zwaar papier of karton vastloopt of niet goed wordt ingevoerd. Gebruik de handinvoerlade voor dit soort papier en het achteruitvoervak om de afdrukken op te vangen.
4. Klik op de knop Toepassen, klik op de knop Sluiten en klik op de knop OK om de printer in te stellen op het nieuwe materiaaltype en de nieuwe afdrukkwaliteit. Transparanten afdrukken Wanneer u transparanten afdrukt, dient u de handinvoerlade te gebruiken en als volgt het materiaaltype in te stellen op transparanten: LET OP! De printer kan beschadigd raken als u bij het afdrukken van transparanten incorrecte instellingen gebruikt. 1.
B4600, B4600L, B4600N, B4600LN, B4600PS, B4600LPS, B4600NPS, B4600LNPS Met het besturingsscherm op de printer kunt u kiezen: > welk papier u wilt gebruiken > welk papierformaat u wilt gebruiken > welk papiergewicht (dikte) u wilt gebruiken > welke papiersoort u wilt gebruiken OPMERKING > Als de instellingen op de printer niet overeenkomen met de instellingen op de computer, drukt de printer niet af en ziet u een foutbericht op het LCD.
4. Druk op de knop Selecteren. Er verschijnt een plusteken (+) naast de papierinvoer die u hebt geselecteerd. OPMERKING Wanneer AUTO TRAY SWITCH is ingesteld op ON en meer dan een papierlade is geplaatst, schakelt de papierinvoer automatisch over op de volgende beschikbare papierlade zodat zonder onderbreking wordt afgedrukt. Papierformaat Stel als volgt het papierformaat in.
Materiaalsoort en gewicht Stel als volgt de materiaalsoort en het gewicht in LET OP! Als u de materiaalsoort en het gewicht verkeerd instelt, neemt de afdrukkwaliteit af en kan de fixeercilinder beschadigd raken. 1. Druk op de knop On line om de printer weer in de off line status te zetten. 2. Druk op de knop Menu totdat u MEDIA MENU ziet en druk vervolgens op de knop Select (Selecteren). 3. Druk op de knop Item (+) of (-) totdat u MEDIA TYPE of MEDIA WEIGHT voor de gewenste lade ziet. 4.
INTERFACES De printer is voorzien van een aantal interfaces: 1. Parallel – voor rechtstreekse aansluiting op een pc. Voor deze poort is een bidirectionele parallelle kabel (compatibel met IEEE 1284) vereist. 2. USB – voor aansluiting op een pc met Windows 98 of hoger (niet Windows 95 met een upgrade naar Windows 98) of Macintosh. Voor deze poort is een USB 2.0-kabel of hoger vereist.
informatie over het configureren van de netwerkverbinding voordat u de printerstuurprogramma's installeert. OPMERKING Netwerkaansluitingen kunnen alleen door beheerders worden uitgevoerd.
PRINTERSTUURPROGRAMMA'S In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een printerstuurprogramma installeert op twee besturingssystemen, Windows en Macintosh. Alle printerstuurprogramma's staan op de cd-rom (cd1) met de printerstuurprogramma's. Raadpleeg het Leesmij-bestand op deze cd voor de laatste informatie over het installeren van het printerstuurprogramma. WINDOWS-BESTURINGSSYSTEMEN 1. Nadat Windows is gestart, plaatst u de cd-rom met de printerstuurprogramma's (cd1) in het cd-rom-station. 2.
GEÏNSTALLEERDE OPTIES In uw printer zijn mogelijk bepaalde opties geïnstalleerd. Controleer op de menukaart of de geïnstalleerde opties zijn geactiveerd (zie 'Huidige instellingen bevestigen' in 'Bedieningspanelen'). Zorg ervoor dat de opties zijn ingesteld in de stuurprogramma's door de juiste configuratie in te stellen op het tabblad Apparaatopties (PCL-emulaties) en of het tabblad Apparaatinstellingen (PS-emulaties) die zijn beschreven in het hoofdstuk getiteld "Bediening".
WERKING In dit hoofdstuk wordt uitgebreid uitgelegd hoe u de printer in een Windows- of Macintosh-omgeving bedient. Onder Windows zijn PCL-emulaties beschikbaar voor alle printermodellen maar zijn PS-emulaties alleen standaard op het model B4600nPS, B4600LnPS en optioneel op de modellen B4600, B4600L en B4600n, B4600Ln. PRINTERINSTELLINGEN IN WINDOWS OPMERKING De afbeeldingen in deze handleiding zijn van betrekking op de Windows 2000 PCL- en PS-emulaties.
PCL-EMULATIE De beschikbare tabbladen zijn het tabblad Instellingen, het tabblad Taakopties en het tabblad Afbeelding. Tabblad Setup. 1 2 3 4 5 6 1. Het papierformaat moet hetzelfde formaat hebben als het papierformaat van uw document (tenzij u de afdruk wilt aanpassen aan een ander formaat) en moet ook hetzelfde formaat hebben als het papier dat in de printer is geladen. 2. U kunt de papierbron kiezen.
4. Bij handmatig 2-zijdig afdrukken kunt u afdrukken op één kant van een vel of dubbelzijdig afdrukken (duplex) gebruiken. U kunt met uw printer handmatig dubbelzijdig afdrukken. Dit betekent dat u het papier tweemaal door de printer moet voeren. Zie ‘Dubbelzijdig afdrukken (alleen in Windows)’ op pagina 75 voor meer informatie. Druk op de knop Duplex Help voor richtlijnen bij handmatig dubbelzijdig afdrukken. 5.
aan groter of kleiner papier. Dit is de beste optie voor het afdrukken van foto's. > Met de instelling Fijn/Detail drukt u bij 1200 x 1600 dpi af. Dit is de beste optie voor het afdrukken van vectorobjecten, zoals afbeeldingen en tekst. > Met de instelling Normaal drukt u bij 600 x 600 dpi af. Deze instelling is voor de meeste afdruktaken geschikt. > Bij de conceptinstelling wordt afgedrukt met 300 x 300 dpi. Deze instelling is geschikt voor conceptdocumenten die hoofdzakelijk tekst bevatten.
7. U kunt de standaardinstellingen met één druk op een knop herstellen. Het tabblad Afbeelding 1 2 3 4 5 1. Bij Rasteren wordt een tussenliggende grijsschaal geproduceerd door het bijstellen van de combinatie van punten tijdens het afdrukken. Wanneer u een instelling selecteert, bepaalt u de mate van detail waarmee een afbeelding wordt afgedrukt. Met Net bepaalt u dat een scherm met punten wordt gebruikt voor rasteren terwijl u bij Zeer fijn bepaalt dat een reeks lijnen voor Rasteren wordt gebruikt.
regelen (hoe hoger de instelling des te groter het contrast). PS-emulaties De beschikbare tabbladen zijn het tabblad Indeling, het tabblad Papier/Kwaliteit en het tabblad Taakopties. Het tabblad Indeling 1 2 3 4 1. De paginaoriëntatie kunt u instellen op staand (hoog) of liggend (breed) of liggend 180 graden gedraaid. 2. De volgorde van de afgedrukte pagina's kunt u instellen met de eerste pagina of de laatste pagina van het document eerst. 3.
4. Klik op de knop Geavanceerd om als volgt meerdere documentopties in te stellen: 1 2 3 1. Selecteer het gewenste papierformaat. 2. U kunt een Truetype-lettertype vervangen door een ander lettertype. 3. U kunt de andere documentopties naar wens instellen, inclusief PostScript-opties en printerfuncties.
Het tabblad Papier/kwaliteit U kunt de papierbron instellen of ongewijzigd laten door automatische selectie. Met de knop Geavanceerd hebt u toegang tot dezelfde reeks opties als de opties die hierboven zijn beschreven voor het tabblad Indeling.
Tabblad Taakopties 3 4 1 2 6 7 1. De uitvoerresolutie van de afgedrukte pagina kan als volgt worden ingesteld. > Wanneer ProQ1200 is ingesteld, wordt het materiaal afgedrukt met 2400 x 600 dpi. Voor deze instelling is het meeste printergeheugen vereist en is de afdruktijd het langst. Dit is de beste optie voor het afdrukken van foto's. > Met de instelling Hoge kwaliteit drukt u bij 1200 x 1600 dpi af. Dit is de beste optie voor het afdrukken van vectorobjecten, zoals afbeeldingen en tekst.
met behulp van overlays. Zie ‘Overlays en macro's (alleen Windows)’ op pagina 77 voor meer informatie. Druk op de knop Overlays voor richtlijnen bij handmatig dubbelzijdig afdrukken. 3. U kunt maximaal 999 exemplaren opeenvolgend afdrukken, hoewel u de papierlade tijdens dergelijke lange afdruktaken moet aanvullen. 4. De afgedrukte pagina's kunnen worden aangepast aan groter of kleiner papier. 5.
Tabblad Algemeen 1 2 3 1. Op dit tabblad ziet u de belangrijkste functies van de printer, inclusief de optionele onderdelen. 2. Met deze knop worden dezelfde vensters geopend als de vensters die eerder zijn beschreven voor items die kunnen worden ingesteld in toepassingen. De wijzigingen die u hier aanbrengt worden echter de nieuwe standaardinstellingen voor alle Windows-toepassingen. 3. Met deze knop wordt een testpagina afgedrukt om te controleren of de printer goed werkt.
Tabblad Geavanceerd 1 2 3 4 5 6 7 8 10 9 1. U kunt opgeven op welke tijd van de dag de printer beschikbaar is. 2. De huidige prioriteit wordt aangegeven, van 1 (laagste) tot 99 (hoogste). Documenten met de hoogste prioriteit worden het eerst afgedrukt. 3. Hiermee geeft u op dat documenten in de wachtrij moeten worden geplaatst (opgeslagen in een speciaal afdrukbestand) voordat deze worden afgedrukt.
Deze optie is het tegenovergestelde van de optie die hiervóór is genoemd. Het afdrukken wordt direct gestart nadat het document in de wachtrij wordt geplaatst. 4. Hiermee kunt u opgeven dat het document niet in de wachtrij moet worden geplaatst, maar direct moet worden afgedrukt. De toepassing kan normaal gesproken niet verder worden gebruikt totdat de afdruktaak is voltooid. Aangezien er in dit geval geen wachtrijbestand is, is er minder ruimte nodig op de vaste schijf van de computer. 5.
uw printer. Laat deze optie ingeschakeld voor normale afdruktaken. U kunt de functie uitschakelen bij compatibiliteitsproblemen. In dat geval zijn deze geavanceerde opties echter mogelijk niet beschikbaar, hoewel deze wel door de hardware worden ondersteund. 9. Met deze knop hebt u toegang tot dezelfde instellingsvensters als bij het afdrukken vanuit toepassingen. Wijzigingen die zijn aangebracht in het Configuratiescherm van Windows worden de Windowsstandaardinstellingen. 10.
Tabblad Apparaatopties In dit venster kunt u selecteren welke optionele upgrades op de printer zijn geïnstalleerd. Zie het hoofdstuk getiteld "Installatieopties". PS-emulaties De belangrijkste tabbladen zijn het tabblad Algemeen, het tabblad Geavanceerd en het tabblad Apparaatinstellingen. De tabbladen Algemeen en Geavanceerd zijn hetzelfde als van de PCL-emulaties, die eerder zijn beschreven.
Het tabblad Apparaatinstellingen 1 2 3 1. U kunt het gewenste papierformaat voor elk van de beschikbare papierinvoerladen instellen. 2. U kunt verschillende lettertype-instellingen toepassen, afhankelijk van uw toepassing. 3. U kunt de optionele upgrades die op uw printer zijn geïnstalleerd instellen. Zie het hoofdstuk getiteld "Installatieopties".
DUBBELZIJDIG AFDRUKKEN (ALLEEN IN WINDOWS) Als u dubbelzijdig of handmatig duplexafdrukken wilt uitvoeren, moet u het papier tweemaal door de printer voeren. U kunt dubbelzijdig afdrukken met de papierlade of de handinvoerlade. Dubbelzijdig afdrukken wordt alleen in Windowsbesturingssystemen ondersteund. HANDMATIG DUPLEXAFDRUKKEN MET DE PAPIERLADE 1. Zorg ervoor dat er voldoende papier in de papierlade is om de afdruktaak te kunnen uitvoeren. 2. Kies Bestand -> Afdrukken en klik op de knop Voorkeuren.
papier op te tillen, om te draaien en in de papierlade te plaatsen. 4. Open de papierlade. 5. Haal het afgedrukte papier uit het uitvoervak en plaats het papier in de papierlade met de afgedrukte zijde omhoog en de onderzijde van het papier naar de printer. 6. Sluit de papierlade en druk op de knop Online. Het berichtvenster wordt gesloten en de resterende pagina's van het document worden afgedrukt.
OVERLAYS EN MACRO'S (ALLEEN WINDOWS) WAT ZIJN OVERLAYS EN MACRO’S? Als u speciaal afdrukmateriaal wilt gebruiken, zoals formulieren en briefpapier, maar geen voorbedrukt materiaal wilt gebruiken, kunt u dit materiaal zelf maken met behulp van deze geavanceerde mogelijkheden. U kunt PostScript-overlays gebruiken om al uw speciale formulieren te genereren en op te slaan in de printer zodat u ze kunt gebruiken wanneer u ze nodig hebt.
Selecteer bij het afdrukken van overlaybestanden naar schijf geen speciale functies, zoals dubbelzijdig afdrukken of meerdere exemplaren. Deze zijn niet van toepassing op overlays. Ze zijn alleen van toepassing op uw uiteindelijke documenten. DE OVERLAY MAKEN 1. Gebruik de toepassing van uw voorkeur, misschien een grafisch programma, om de gewenste overlay te maken en sla de overlay op. 2. Open het dialoogvenster Afdrukken… van uw toepassing. 1 3 2 3.
HET PROJECT MAKEN EN LADEN 1. Start vanuit het menu Start van Windows de Storage Device Manager (SDM) en laat SDM de printer opsporen. 2. Kies Printers→Nieuw project. 3. Kies Printers→Bestand aan project toevoegen. 4. Selecteer in de keuzelijst Files of Type (Bestandstypen) de optie PRN Files (*.prn) (Printerbestanden *.prn). 5. Ga naar de map waarin de PRN-bestanden zijn opgeslagen en selecteer één of meer bestanden die u in de overlayset wilt opnemen.
de bestanden liever in het flashgeheugen laadt, dubbelklikt u in het projectvenster op de bestandsnaam, voert u onder Volume %Flash0% in en klikt u op OK. 11. Als het bericht “Command Issued” (Opdracht verzonden) verschijnt om te bevestigen dat het laden is voltooid, klikt u op OK om het bericht te sluiten. EEN TESTAFDRUK VAN DE OVERLAY MAKEN 1. Klik op het printerpictogram van de relevante printer en kies Printers→Formulier testen. 2.
4. 5. Voer in het venster Define Overlays (Overlays definiëren) een geschikte naam (2) in voor deze overlay en kies op welke pagina's (3) van uw document deze overlay moet worden toegepast. 2 3 4 5 Voer de naam van het overlaybestand (4) exact in zoals de naam werd weergegeven in het projectvenster van de Storage Device Manager. De naam is hoofdlettergevoelig. Als u de namen van de overlays niet hebt opgeschreven toen u de overlays maakte, kunt u ze vinden met behulp van de Storage Device Manager.
AFDRUKKEN MET POSTSCRIPT-OVERLAYS Als u de overlays eenmaal hebt gedefinieerd, kunt u ze voor elk document gebruiken. In het voorbeeld dat hier wordt gegeven, worden twee overlays gebruikt voor zakelijke brieven. De eerste overlay wordt alleen op het voorblad afgedrukt en de tweede wordt alleen op de vervolgpagina's afgedrukt. 1. Bereid uw document op de normale manier in uw eigen toepassing voor. Zorg er indien nodig voor dat u het document zo indeelt dat het in de beschikbare ruimte past. 2.
PCL-OVERLAYS MAKEN Neem de volgende drie stappen om een overlay te maken: 1. Maak het formulier in uw eigen toepassing en druk het formulier af naar een PRN-bestand (afdrukbestand). 2. Gebruik het hulpprogramma Storage Device Manager dat is meegeleverd is op de cd bij uw printer om een “project file,” te maken, importeer het PRN-bestand en laad de gegenereerde BIN-bestanden (filterbestanden) naar de printer. 3.
MACRO'S MAKEN EN LADEN 1. Start vanuit het menu Start van Windows de Storage Device Manager (SDM) en laat SDM de printer opsporen. 2. Kies Printers→Nieuw project om een nieuw project te openen. 3. Kies Printers→Macrobestand filteren. Het dialoogvenster Filter Printer Patterns (Printerpatronen filteren) verschijnt. Wijzig eventueel de benodigde instellingen en klik op OK.
Als u de namen of de id-nummers wilt wijzigen, dubbelklikt u op de bestandsnaam en wijzigt u de gegevens. Houd er rekening mee dat namen hoofdlettergevoelig zijn. 8. Kies Projects (Projecten)→Save Project (Projecten opslaan) en voer een beschrijvende naam in (bijvoorbeeld “Briefpapier”) waaraan u het project kunt herkennen. 9. Kies Projecten→Projectbestanden naar de printer verzenden om het project naar de printer te laden. 10.
4. Klik in het venster Overlay op de knop Define Overlays (Overlays definiëren) (1). 1 5. Voer in het venster Definiëren overlays (Overlays definiëren) de naam (a) en ID (b) van de gewenste overlay in en 3 definieer op welke a pagina('s) (c) van uw b documenten deze overlay moet c worden toegepast. Klik op de knop Add (Toevoegen) (3) om 4 deze overlay toe te voegen aan de lijst met gedefinieerde overlays. Herhaal de procedure eventueel voor de overige gerelateerde overlays.
6. Klik, als u gereed bent, op OK om het venster Afdrukvoorkeuren te sluiten. De nieuwe overlays zijn nu gereed en kunnen worden gebruikt voor toekomstige documenten. AFDRUKKEN MET PCL-OVERLAYS Als u de overlays eenmaal hebt gedefinieerd, kunt u ze voor elk document gebruiken. In het voorbeeld dat hier wordt gegeven, worden twee overlays gebruikt voor zakelijke brieven. De eerste overlay wordt alleen op het voorblad afgedrukt en de tweede wordt alleen op de vervolgpagina's afgedrukt. 1.
Add (Toevoegen) (3) om de tweede overlay aan de lijst met actieve overlays toe te voegen. 7. Klik op OK als de lijst met actieve overlays alle items bevat die u wilt gebruiken. 8. Klik tot slot op OK in het dialoogvenster Afdrukken van uw toepassing om het document af te drukken.
VERBRUIKSARTIKELEN EN ONDERHOUD In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u de tonercartridge en de afbeeldingstrommel verwijdert, en hoe u algemeen onderhoud aan de printer uitvoert. BESTELINFORMATIE VERBRUIKMATERIALEN ITEM GEBRUIKSDUUR BESTELNUMMER Toner, standaard, B4400, B4400L, B4400n, B4400Ln, B4600, B4600L, B4600n, B4600Ln, B4600nPS, B4600LnPS, B4600PS, B4600LPS. 3.000 A4 bij 5% 43502302 (alleen EU) Toner, hoge capaciteit, B4600, B4600L, B4600n, B4600Ln, B4600nPS, B4600LnPS, B4600PS, B4600LPS 7.
WANNEER MOET U DE TONERCARTRIDGE VERVANGEN? B4400, B4400L, B4400N, B4400LN Vervang de tonercartridge wanneer u Toner raakt op ziet op de statusmonitor van de printer. Bovendien knippert de Error LEDindicator langzaam wanneer de toner bijna op is. Nadat Toner raakt op wordt weergegeven, kan de printer nog ongeveer 100 pagina's afdrukken. Hierna wordt Toner op weergegeven en gestopt met afdrukken. Het afdrukken wordt voortgezet nadat u een nieuwe tonercartridge hebt geïnstalleerd.
water en gebruik nooit oplosmiddelen. Dit leidt tot blijvende vlekken. WAARSCHUWING! Als u toner inademt of in uw ogen krijgt, moet u een beetje water drinken of uw ogen uitspoelen met veel koud water. Neem onmiddellijk contact op met een arts. Schakel de printer uit en laat de fuser ten minste 10 minuten afkoelen voordat u het deksel opent. 1. Druk op de knop voor het openen van de printerkap en open de kap volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet.
GEBRUIKSDUUR EP-CARTRIDGE De levensduur van een afbeeldingstrommel is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de temperatuur en de vochtigheidsgraad, de papiersoort en het aantal pagina's per taak. Met de afbeeldingstrommel kunt u ongeveer 25.000 pagina's achter elkaar afdrukken. Dit getal is een benadering omdat er telkens verschillende aantallen pagina's worden afgedrukt en de omstandigheden variëren, net als de papiersoort.
DE AFBEELDINGSTROMMEL VERVANGEN Het is aan te raden de tonercartridge te vervangen en het LED-element te reinigen wanneer u de afbeeldingstrommel vervangt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
6. Sluit het deksel en druk deze omlaag om het deksel vast te zetten. DE TELLER VAN DE AFBEELDINGSTROMMEL OPNIEUW INSTELLEN Nadat u de afbeeldingstrommel hebt vervangen, stelt u de teller opnieuw in om het aantal pagina's dat met de afbeeldingstrommel wordt afgedrukt correct bij te houden. B4400, B4400L, B4400N, B4400LN 1. Start de statusmonitor voor de printer. 2. Kies het tabblad Printerinstellingen, klik op de knop Printermenu en kies vervolgens het menu Onderhoud. 3.
EEN REINIGINGSPAGINA AFDRUKKEN Als u vage afdrukken op de afgedrukte pagina ziet, of strepen of foute tekens, kunt u het probleem oplossen door als volgt een reinigingspagina voor de afbeeldingstrommel af te drukken. B4400, B4400L, B4400N, B4400LN De statusmonitor van de printer gebruiken 1. Start de statusmonitor voor de printer. 2. Kies het tabblad Printerinstellingen en klik op de knop Printermenu. 3. Kies het tabblad Testafdruk en klik op de knop Reinigen. 4.
B4600, B4600L, B4600N, B4600LN, B4600PS, B4600LPS, B4600NPS, B4600LNPS 1. Open de handinvoerlade en plaats een vel normaal A4papier tussen de papiergeleiders. Als u vanuit de papierlade wilt afdrukken, drukt u op de knop Online wanneer u op het LCD-scherm wordt gevraagd een vel papier in de handinvoerlade te plaatsen. 2. Druk een aantal malen op de knop Menu totdat u ONDERHOUDSMENU ziet en druk vervolgens op de knop Selecteren. 3.
PROBLEMEN OPLOSSEN STATUSBERICHTEN EN FOUTBERICHTEN De printer geeft u nuttige informatie over de status van het apparaat, niet alleen tijdens de normale werking maar ook wanneer er een fout optreedt. Op deze manier kunt u actie ondernemen om het probleem op te lossen. B4400, B4400L, B4400N, B4400LN Zowel de status- als de foutberichten worden in de door u gekozen taal weergegeven op de statusmonitor. Bij een foutbericht gaat de Error-LED knipperen.
In de printer kan het papier op drie plaatsen vastlopen. > INVOER VASTLOOP – het papier wordt niet uit de geselecteerde lade gevoerd en door de interne papierbaan van de printer geleid. Een bericht geeft het vastgelopen papier en de lade die u moet controleren aan. > TRANSPORT VASTLOOP – het papier is in de printer ingevoerd maar kan niet worden uitgevoerd. Een bericht geeft aan dat het papier is vastgelopen en u wordt geadviseerd het deksel te openen.
LET OP! Stel de afbeeldingstrommel nooit langer dan 5 minuten bloot aan het licht. Stel de afbeeldingstrommel nooit bloot aan direct zonlicht. Houd de afbeeldingstrommel altijd bij de uiteinden of bovenaan vast. Raak nooit het oppervlak van de groene trommel binnen in de afbeeldingstrommel aan. 3. Verwijder de afbeeldingstrommel volledig, samen met de tonercartridge. Raak het oppervlak van de groene trommel niet aan en voorkom krassen. 4. Verwijder de vastgelopen vellen uit de papierbaan. 5.
PROBLEMEN MET DE AFDRUKKWALITEIT Voordat u contact opneemt met de servicedienst over een probleem met de afdrukkwaliteit, raadpleegt u eerst de onderstaande tabel om te zien of een oplossing mogelijk is en te controleren of u niets over het hoofd hebt gezien. SYMPTOOM PROBLEEM OPLOSSING Er worden blanco vellen afgedrukt. De afbeeldingstrommel is niet goed geïnstalleerd. Installeer de afbeeldingstrommel opnieuw. Tonercartridge is leeg of ontbreekt. Installeer een nieuwe tonercartridge.
SYMPTOOM PROBLEEM OPLOSSING Verticale witte strepen of fletse gedeelten op de pagina. De toner is bijna op en wordt niet goed verdeeld of de afbeeldingstrommel is versleten. Vervang de tonercartridge. Controleer de afbeeldingstrommel en vervang deze indien nodig. Neem contact op met de servicedienst. LED-element is vuil. Maak het LED-element schoon. Verticale zwarte strepen. Probleem met de hardware. Neem contact op met de servicedienst. Wazige afdruk. LED-element is vuil.
SYMPTOOM PROBLEEM OPLOSSING De pagina krult overmatig. U drukt op de verkeerde kant van het papier af. Draai het papier in de lade om. (Kijk naar de richting waarin de pijl op de verpakking van het papier wijst). Plaats het papier in de lade met de afdrukzijde omlaag. Vocht in het papier. Verkeerd opgeslagen. Vermijd de opslag van papier in een omgeving waar het buitensporig warm en vochtig is. Bewaar het papier in een beschermende verpakking. Hoge vochtigheidsgraad.
SYMPTOOM PROBLEEM OPLOSSING De bovenmarge wordt op iedere pagina steeds groter. Opschuivende tekst. Het aantal regels per pagina in de software is niet gelijk aan het aantal regels per pagina in de printer. In veel softwarepakketten wordt uitgegaan van 66 regels per pagina maar de standaardinstelling van de printer is 64. Wijzig dit in de software of stel REGELS per PAGINA op het softwarebesturingsscherm in op hetzelfde aantal regels per pagina in de software.
SYMPTOOM PROBLEEM OPLOSSING De printer is ingeschakeld maar moet opwarmen voordat een taak wordt afgedrukt. De modus Energiebesparing is ingeschakeld om elektriciteit te besparen. De fuser moet worden opgewarmd voordat u de volgende taak kunt afdrukken. Als u de vertraging door het opwarmen wilt opheffen, wijzigt u de instelling Energiebesparing.
OPTIES INSTALLEREN U kunt de volgende opties installeren om uw printer nog beter te laten presteren: > 10/100 BASE-TX-netwerkinterfacekaart: om de B4400, B4400L en B4600, B4600L compatibel met het netwerk te maken > 16, 32, 64, 128, 256 MB RAM DIMM: om het hoofdgeheugen van de printer uit te breiden en het verwerken van grote bestanden sneller te laten verlopen > RS232C-kaart: om de B4400, B4400L en B4600, B4600L met een seriële interface uit te breiden > Secundaire invoerlade: om de hoeveelheid papi
niet. Deze blijft 16 MB, wat het basisgeheugen van de printer is. (e) Als u een PS-upgrade moet installeren in een B4600, B4600L of B4600n, B4600Ln waarin reeds geen geheugenupgrade is geïnstalleerd, verwijdert u de RAM DIMM van 16 MB die bij de PS-optie wordt geleverd en installeert u alleen de PS DIMM. Het resultaat is dat de hoeveelheid algeheel geheugen die beschikbaar is voor de printer, afneemt met 16 MB aangezien de PS-code wordt geëxpandeerd in de 16 MB RAM die op dat moment is geïnstalleerd.
SPECIFICATIES ALGEMEEN In de onderstaande tabel staan de basiskenmerken van uw printer.
ITEM SPECIFICATIE Papierinvoercapaciteit bij 80 g/m² Lade 1: 250 vel Papieruitvoer Afdrukzijde omhoog of omlaag afhankelijk van papierformaat, -soort en -dikte Stroomverbruik Standaard: 400 W Optionele Lade 2: 500 vel Optionele universele invoerlade: 100 vel Inactief: 70 W Energiespaarstand: 7 - 10 W Papieruitvoercapaciteit bij 80g/m² Afdrukzijde omhoog: 50 vel Maandelijkse gebruikscyclus 3.000 pagina's Verbruiksartikelen Tonercartridge, afbeeldingstrommel Voedingskabel Ongeveer 1,8 m max.
PAPIER- EN LADE-INFORMATIE In- en uitvoermethoden zijn afhankelijk van type, formaat en dikte van het gebruikte materiaal. Gebruik de onderstaande tabel en de notities/tekens/termen op de volgende pagina's als eerste richtlijn. (Er zijn mogelijk kleine veranderingen in de instellingen nodig, afhankelijk van de instellingen van de gebruiker en de omgeving waarin de printer wordt gebruikt.
NOTITIES/TEKENS/TERMEN Opmerkingen: 1. Wanneer u de optionele secundaire papierlade gebruikt, wordt de oorspronkelijke lade aangeduid als Lade 1 en de optionele lade als Lade 2. 2. Het is niet mogelijk om aangepaste papierformaten te gebruiken met het PS-emulatiestuurprogramma. 3. In Lade 2 kunt u papier met een breedte van 148 tot 216 mm en een lengte van 210 tot 316 mm plaatsen. 4. Papier dat kleiner is dan A5 (dat wil zeggen korter dan 210) moet worden uitgevoerd met de afdrukzijde omhoog.
INDEX A H Afdrukinstellingen opslaan................................... 61 Afdrukken ander materiaal ....................... 76 Enveloppen ............................. 49 Karton .................................... 50 Papier- en enveloppensoorten................................. 45 Problemen met de kwaliteit ......100 Transparanten ......................... 51 Typen etiketten........................ 46 Typen transparanten ................ 46 Zwaar papier ...........................
menu-instellingen B4400, B4400L ........................ 33 B4600, B4600L ........................ 44 O Onderhoud Het LED-element schoonmaken.. 96 Reinigingspagina voor de B4400, B4400L...................... 95 Online, knop B4400, B4400L ........................ 19 opties installeren ..............................105 Overlays...................................... 77 Overlays en macro’s algemeen........................... 62, 77 Overlays, PCL afdrukken met overlays ....... 85, 87 maken .....................
OKI CONTACTGEGEVENS Oki Systems (Holland) b.v. Neptunustraat 27-29 2132 JA Hoofddorp Helpdesk: 0800 5667654 Tel: 023 5563740 Fax: 023 5563750 Website: www.oki.
Oki Europe Limited Blays House Wick Road Egham, Surrey TW20 0HJ United Kingdom Tel: +44 (0) 208 219 2190 Fax: +44 (0) 208 219 2199 www.okiprintingsolutions.com 07083016 iss.