Operation Manual
B6250/B6500 Gebruikershandleiding> 41
P
ROBLEMEN
MET
HET
NETWERK
H
ET
GEBRUIK
VAN
TCP/IP
Wanneer een probleem optreedt in de TCP/IP-omgeving, raadpleegt
u de Reference Guide (Referentiehandleiding).
De tekst is vaag. U gebruikt ongeschikt papier. Plaats het juiste type papier.
Zie "Usable Paper" (Bruikbaar papier) in de Reference Guide
(Referentiehandleiding).
Het papier is vochtig. Vervang het papier door een nieuwe
stapel.
Zie 'Papier plaatsen' op pagina 25.
Er ontbreken
tekens over de
hele lengte van
het papier.
De drum/tonercartridge is defect/beschadigd, of er is geen
toner meer in de cartridge. Vervang door een nieuwe drum/
tonercartridge.
Zie 'Drum/tonercartridge vervangen' op pagina 42.
De tekst of de
afbeeldingen
worden scheef
afgedrukt.
De papierladegeleiders staan niet in de juiste stand. Zet de
lengtegeleider en de rechterbreedtegeleider in de juiste
standen.
Zie 'Papier plaatsen' op pagina 25.
Transparanten
en enveloppen
worden niet
duidelijk
afgedrukt.
Het type transparant of enveloppe dat u hebt geplaatst, kan
niet in deze printer worden gebruikt. Plaats het juiste type
papier.
Zie "Usable Paper" (Bruikbaar papier) in de Reference Guide
(Referentiehandleiding).
Controleer of het papiertype in het printerstuurprogramma op
het bedieningspaneel correct is ingesteld.
Zie "Setting Paper Types" (Papiertypen instellen) in de
referentiehandleiding.
De functie Conceptmodus is ingeschakeld en de resolutie is in
het printerstuurprogramma ingesteld op een laag niveau.
Wijzig de instellingen op het tabblad [Uitgebreide instellingen]
of [Grafisch] van het printerstuurprogramma.
SYMPTOOM REDEN/ACTIE