Operation Manual
INSTALLATIE- EN VERPLAATSINGSPROCEDURE > 45
4.
Plaats het papier met de zijde die moet worden bedrukt
omhoog. Lijn de vier hoeken uit.
5.
Sluit het deksel van de papierlade en duw de lade helemaal in
de printer.
6.
Afhankelijk van de soort en het formaat van het geplaatste
papier, moet u de instellingen configureren op het
bedieningspaneel.
Wijzig de papiersoort wanneer u niet-standaardpapier, zoals
kringlooppapier, zwaar papier of transparanten hebt
geplaatst.
Stel het papierformaat in wanneer u papier met een aangepast
formaat hebt geplaatst.
LET OP!
Plaats het papier niet op de rechterbreedtegeleider.
Plaats niet meer papier dan de toegestane hoeveelheid.
Lijn de rechterbreedtegeleider goed uit met het papier. Als de
rechterbreedtegeleider zich niet in de juiste positie bevindt, wordt het
papier niet juist ingevoerd. Dit kan papierstoringen veroorzaken.
LET OP!
Het deksel van de lade moet goed worden gesloten. Als u dit niet doet,
wordt het papier mogelijk onjuist uitgelijnd.