B6250/B6500 Gebruikershandleiding B6250/B6500
VOORWOORD Alles is in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de informatie in dit document volledig, accuraat en recent is. Oki Printing Solutions aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor de gevolgen van fouten die buiten de macht van Oki Printing Solutions liggen. garandeert ook niet dat wijzigingen die andere fabrikanten aanbrengen in software en apparaten waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, niet van invloed zijn op de toepasselijkheid van de informatie.
INHOUD Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Opmerking, Let op en Waarschuwing . . . . . . . . . . . . . 5 Basishandelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hoofdonderdelen en hun functies . . . . . . . . . . . . . Standaardconfiguratie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Met optionele accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . Binnenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Controleren en afdrukken – Afdrukken na controle van het afdrukresultaat . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken op een specifiek tijdstip - Getimede taak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rechtstreeks PDF-bestanden afdrukken . . . . . . . . Afdrukken via elektronische post - Afdrukken via e-mail . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Barcodes afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 23 23 24 24 Papier plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
OPMERKING, LET OP EN WAARSCHUWING OPMERKING Deze tekst bevat extra informatie als aanvulling op de hoofdtekst. LET OP! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden. WAARSCHUWING! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
BASISHANDELINGEN HOOFDONDERDELEN EN HUN FUNCTIES STANDAARDCONFIGURATIE 1 2 8 13 14 3 12 11 7 6 5 3 3 4 9 10 NR. NAAM BESCHRIJVING 1 Middelste uitvoerlade Afdruktaken worden uitgevoerd met de bedrukte zijde omlaag. 2 Bedieningspaneel Dit bestaat uit de belangrijke bedieningsknoppen, de lampjes en het venster. 3 Ventilatieopening Laat de warmte uit de binnenkant van de printer ontsnappen om te voorkomen dat deze oververhit raakt.
NR. NAAM BESCHRIJVING 10 Netsnoerkabelconnector Hierop sluit u de netsnoerkabel aan. 11 Parallelle connector Hierop sluit u de parallelle kabel aan. 12 Netwerkconnector Hierop sluit u de netwerkkabel aan wanneer u deze printer in het netwerk wilt gebruiken. 13 USB-connector Hierop sluit u de USB-kabel aan. 14 Seriële connector Hierop sluit u de seriële kabel aan. MET OPTIONELE ACCESSOIRES 1 2 3 4 7 6 5 NR.
NR. NAAM BESCHRIJVING 5 Hendel voor uitvoerlade aan achterkant Wanneer de uitvoerlade aan de achterkant is geïnstalleerd, kunt u voor de papieruitvoerlocatie deze lade of de middelste lade kiezen. Zet de hendel omhoog voor uitvoer van papier naar de achterste lade en zet de hendel omlaag voor uitvoer van papier naar de middelste uitvoerlade. 6 Universele A4lade Hiermee kunt u twee niveaus voor een universele Letter/A4-lade (550) in deze printer installeren.
BEDIENINGSPANEEL 1 3 5 4 2 9 6 7 8 NR. NAAM BESCHRIJVING 1 knop
SCHERM Hierop worden twee soorten schermen weergegeven: het scherm Afdrukken (voor weergave van de printerstatus) en het scherm Menu (voor het instellen van de configuratie). OPMERKING Het weergegeven bericht varieert naar gelang de geïnstalleerde opties en de instellingenstatus. HET SCHERM AFDRUKKEN Het scherm Afdrukken wordt weergegeven wanneer het apparaat afdrukt of op gegevens wacht. De volgende inhoud wordt op het scherm weergegeven.
DE VOEDING IN- EN UITSCHAKELEN DE VOEDING INSCHAKELEN 1. Zet de aan/uit-schakelaar van de printer in de stand <|>. 2. Wanneer u de voeding inschakelt, worden verschillende schermen op het bedieningspaneel weergegeven. Controleer of dit display in 'Online' verandert. OPMERKING Wanneer 'Even geduld...' wordt weergegeven, is de printer aan het opwarmen. Afdrukken is in deze periode niet mogelijk. Wanneer de printer klaar is om af te drukken, wordt 'Online' weergegeven.
ENERGIEBESPARENDE MODI De printer is voorzien van een energiezuinige modus en een slaapmodus om het stroomverbruik bij inactiviteit van de printer te verlagen. Wanneer er 5 minuten lang geen afdrukgegevens worden ontvangen, gaat de printer over op de energiezuinige modus. Wanneer langer dan 10 minuten geen gegevens worden ontvangen (een periode van totaal 15 minuten (standaardinstelling) sinds de laatste gegevens zijn ontvangen, gaat de printer over op de slaapmodus.
AFDRUKKEN ANNULEREN/CONTROLEREN AFDRUKKEN ANNULEREN Als u het afdrukken wilt annuleren, kunt u de afdruktaak op deze printer of op de computer annuleren. Een afdruktaak op de printer annuleren Druk op de knop (Annuleren) en druk vervolgens op de knop (Online) op het bedieningspaneel. De pagina's die op dat moment worden afgedrukt, worden echter in hun geheel afgedrukt.
DE CONFIGURATIE VAN OPTIONELE ACCESSOIRES EN PAPIERLADE-INSTELLINGEN WEERGEVEN Wanneer u deze printer gebruikt als netwerkprinter en het SNMPprotocol hebt ingeschakeld, kunt u in het printerstuurprogramma de configuratie van het optionele accessoire en de instellingen van het bedieningspaneel, zoals papiertype of -formaat, weergeven. Deze instellingen worden weergegeven op het tabblad [Opties]. In deze paragraaf wordt de procedure uitgelegd met Windows XP als voorbeeld.
AFDRUKKEN AFDRUKKEN VANAF DE COMPUTER In dit hoofdstuk leggen we uit hoe de basisflow werkt wanneer u afdrukt vanuit toepassingssoftware in een Windows®-omgeving. (De procedure verschilt mogelijk naar gelang de computer of de systeemconfiguratie die u gebruikt.) Belangrijk: > Schakel de voeding van de printer niet uit wanneer deze aan het afdrukken is. Dit kan tot een papierstoring leiden. OPMERKING > In dit hoofdstuk wordt het afdrukken uitgelegd, waarbij het PCLstuurprogramma als voorbeeld wordt genomen.
**Opties van de afwerkingmodus zijn: Standaard, 2-up, 4-up, 6-up, 8-up, 9-up, 16-up, Posterafdruk en Boekje. OPMERKING > U kunt de afdrukfuncties instellen in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerpictogram door [Printers en faxapparaten] te kiezen (of [Instellingen] > [Printers], afhankelijk van het besturingssysteem). AFDRUKKEN OP ENVELOPPEN Voor details over de enveloppen die u kunt gebruiken, raadpleegt u “Usable Paper” (Bruikbaar papier) in de Reference Guide (Referentiehandleiding).
1. Plaats de enveloppen verticaal zodat de flappen zich aan de rechterkant bevinden. 2. Pas de lengtegeleider en de rechterbreedtegeleider aan het formaat van de geplaatste enveloppen aan. 3. Wijzig op het bedieningspaneel het papiertype in [Enveloppe]. Zie “Setting Paper Types” (Papiertypen instellen) in de Reference Guide (Referentiehandleiding) voor details. 4. Wijzig op het bedieningspaneel het papierformaat van de lade in [COM-10-enveloppe].
AFDRUKKEN OP TRANSPARANTEN TRANSPARANTEN PLAATSEN Plaats transparanten in lade 1 tot en met 4. Belangrijk > Transparanten met witte kaders of volledigekleurentransparanten kunt u niet gebruiken. De manier om transparanten te plaatsen in de papierlade is gelijk aan de manier waarop u standaardpapier plaatst. Zie “ Papier plaatsen' (pag. 25) voor details. U moet tevens het papiertype voor de papierlade instellen op [Transparant] op het bedieningspaneel.
4. Kies de papierlade waarin u de transparanten hebt geplaatst in de vervolgkeuzelijst Bron en klik op de lade die de transparanten bevat. 5. Klik op de vervolgkeuzelijst Papierformaat. 6. Kies bij [Papierformaat] het formaat van het oorspronkelijke document. 7. Klik op [OK]. 8. Klik op [Afdrukken] in het dialoogvenster [Afdrukken] om het afdrukken te starten.
2. Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog. Rol de onderkant van het papier op zodat het niet van de lade valt. 3. Duw de papierlade helemaal in de printer. AANGEPAST PAPIERFORMAAT INSTELLEN Voordat u afdrukt, stelt u het aangepaste formaat in het printerstuurprogramma in. U moet de instellingen ook op het bedieningspaneel configureren wanneer u papier met een aangepast formaat in lade 1 tot en met 4 plaatst om af te drukken.
4. U kunt een reeds opgeslagen aangepast formaat in de lijst kiezen of u kunt een extra aangepast formaat toevoegen. 5. U voegt als volgt een nieuw aangepast formaat toe: A. Kies de opties voor de papierinvoer. B. Kies Aangepast formaat. C. Typ in het veld Naam een naam voor uw aangepaste formaat. D. Selecteer het keuzerondje Maateenheid voor de eenheden die u wilt gebruiken (mm voor millimeters of inch voor inches). E. Geef in het veld Breedte de breedte van het aangepaste papierformaat op. F.
3. Klik op het tabblad [Setup]. 4. Kies in [Bron] de betreffende lade. 5. Kies bij [Papierformaat] het formaat van het oorspronkelijke document. 6. Kies bij [Mediatype] het geregistreerde aangepaste formaat en klik op [OK]. 7. Klik op [Afdrukken] in het dialoogvenster [Afdrukken] om het afdrukken te starten. SPECIALE AFDRUKFUNCTIES Voor het gebruik van deze functies moet de optionele vaste schijf of Compact Flash in de printer worden geïnstalleerd.
CONTROLEREN EN AFDRUKKEN – AFDRUKKEN NA CONTROLE VAN HET AFDRUKRESULTAAT Controleren en afdrukken is een functie waarmee u de afdrukgegevens kunt opslaan van meerdere exemplaren op de vaste schijf of Compact Flash, alleen de eerste serie afdrukken om het afdrukresultaat te controleren en indien dit naar wens is, de resterende exemplaren vanaf het bedieningspaneel afdrukken.
AFDRUKKEN VIA ELEKTRONISCHE POST - AFDRUKKEN VIA E-MAIL Wanneer de optionele vaste schijf of Compact Flash is geïnstalleerd en de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u dit inschakelen om e-mails via TCP/IP te ontvangen. E-mails kunnen van de computer naar deze printer worden verzonden. U kunt de e-mailinhoud van TIFF- of PDF-bijlagen op deze printer afdrukken. U moet deze functie mogelijk inschakelen op de webpagina onder Networking/Receive Settings (Instellingen voor netwerk/ ontvangst).
PAPIER PLAATSEN 1. Plaats de papierlade op een plat oppervlak en verwijder het deksel (indien geïnstalleerd). 2. Als de basisplaat van de papierlade omhoog staat, drukt u deze omlaag. 3. Wanneer u papier plaatst dat langer is dan A4-formaat, schuift u de linker- en rechtervergrendelingslipjes naar buiten om ze te ontgrendelen. 4. Houd de handgreep van de papierlade vast en trek het verlengstuk helemaal naar voren.
5. Knijp in de lengtegeleider en schuif deze naar het gewenste papierformaat (1). Knijp in de rechterbreedtegeleider en schuif deze naar het gewenste papierformaat (2). 6. Plaats het papier met de zijde die moet worden bedrukt omhoog. Lijn de vier hoeken uit. 7. Sluit het deksel van de papierlade en duw de lade helemaal in de printer. LET OP! Plaats het papier niet op de rechterbreedtegeleider. Plaats niet meer papier dan de toegestane hoeveelheid.
INSTELLINGEN OP HET BEDIENINGSPANEEL OVER DIT HOOFDSTUK In dit hoofdstuk krijgt u een inleiding in het bedieningspaneel en de functies ervan, en wordt tevens getoond hoe u door de menu's en submenu's van het bedieningspaneel navigeert waarmee u de printerinstellingen kunt weergeven en wijzigen. De volledige details van het menusysteem krijgt u in de Reference Guide (Referentiehandleiding).
NAAM BESCHRIJVING LCD-display Geeft de instellingen, machinestatus en berichten weer. Indicatielampje (Let op) Wanneer dit lampje brandt, is er een storing opgetreden in de printer. Knop (Online) Druk op deze knop om over te gaan op de offline status. In de offline status kan het apparaat geen gegevens ontvangen of afdrukken verwerken.
Als u één menuniveau omhoog wilt en uiteindelijk het menusysteem wilt verlaten, drukt u op de knop Cancel (Annuleren). DE DISPLAY- EN RAPPORTTAAL WIJZIGEN De standaardtaal voor het weergeven van berichten en afdrukken van rapporten is het Engels. U kunt dit als volgt wijzigen in een andere taal. 1. Druk op de knop MENU op het bedieningspaneel. 2. Druk herhaaldelijk op de knop < > om het “menu Systeemconfiguratie” weer te geven. 3. Druk op de knop < > om het “menu Systeemconfiguratie” te openen. 4.
PROBLEMEN OPLOSSEN PAPIERSTORINGEN LET OP! Wanneer u vastgelopen papier verwijdert, moet u ervoor zorgen dat er geen gescheurd papier achterblijft in het apparaat. Als er een vel papier om de warmtetransportrol is gewikkeld of wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen dat moeilijk of niet te zien is, moet u het papier niet zelf proberen te verwijderen. Als u dit wel doet, kan dit letsel of brandwonden veroorzaken. Schakel het apparaat direct uit en neem contact op met uw dealer of de servicedienst.
3. Plaats de drum/tonercartridge en klep A terug in de oorspronkelijke positie. OPMERKING > Wanneer de optionele offset-opvanglade is geïnstalleerd, moet u klep A eerst sluiten voordat u de lade terugplaatst in de oorspronkelijke positie. > Als u blijft afdrukken wanneer de offset-opvanglade is opgeklapt, treedt er mogelijk een papierstoring op. Gebruik de printer alleen wanneer de lade is geopend. BINNEN IN DE PAPIERLADE Papierladen uittrekken 1.
BINNEN IN KLEP B Verwijder de lade aan de achterkant wanneer u de klep aan de achterkant opent. Til de hendel omhoog zoals op de afbeelding wordt getoond en open klep B (1). Nadat u klep B hebt geopend, opent u het deksel van de fusereenheid (2) en verwijdert u het vastgelopen papier. LET OP! De fusereenheid is heet. U kunt zich verbranden als u de eenheid aanraakt. BINNEN IN KLEP C (DUPLEXEENHEID) Verwijder de lade aan de achterkant wanneer u de klep aan de achterkant opent.
WANNEER ER PROBLEMEN OPTREDEN Voordat u het probleem beschouwt als een apparaatdefect, raadpleegt u de volgende tabel en controleert u de staat van de printer nogmaals. WAARSCHUWING! > U moet nooit kleppen van het apparaat openen of verwijderen die zijn bevestigd met schroeven, tenzij dit duidelijk wordt aangegeven in deze gebruikershandleiding. Een onderdeel met een hoog voltage kan elektrische schokken veroorzaken. > Probeer de configuratie van het apparaat of de onderdelen niet aan te passen.
SYMPTOOM REDEN/ACTIE Afdrukken niet mogelijk. Is het lampje (Gereed) uit? Als dit het geval is, is de printer offline of in de modus menu-instelling? Druk op de knop (Online) om de printer weer in de online status te zetten. Wordt een bericht op het bedieningspaneel weergegeven? Volg het bericht om het probleem op te lossen. Een overzicht van de berichten en richtlijnen over de omgang met problemen vindt u in de Reference Guide (referentiehandleiding).
SYMPTOOM REDEN/ACTIE Hoewel er geen afdruktaak wordt verzonden, wordt het bericht "Afdrukken" weergegeven op het bedieningspaneel (wanneer u de parallelle interface gebruikt). Hebt u de voeding van de computer ingeschakeld nadat u de voeding van de printer had uitgeschakeld? Wanneer u op de knop (Annuleren) drukt, wordt het afdrukken geannuleerd. Matige afdrukkwaliteit. Er is mogelijk een probleem met de afbeelding.
SYMPTOOM REDEN/ACTIE Het afdrukken gaat erg langzaam. De ontvangstbuffer is onvoldoende. Wanneer u documenten met een hoge resolutie afdrukt, verlaagt u de geheugencapaciteit van items die niet worden gebruikt. Wij raden u aan ongebruikte poorten uit te schakelen en het geheugen te sturen naar andere doeleinden. Is het printerstuurprogramma ingesteld op [1200 dpi] op het tabblad [Grafisch]? Wanneer u de instelling op [600 dpi] zet, wordt de afdruktijd verkort.
SYMPTOOM REDEN/ACTIE Het papier kan niet worden ingevoerd. Is het papier correct ingesteld? Plaats het papier op correcte wijze. Waaier etiketten, transparanten of enveloppen eerst uit voordat u ze plaatst zodat er lucht tussen de vellen kan komen. Papierstoring. Er worden meerdere vellen ingevoerd. Het papier wordt scheef ingevoerd. Het papier is gekreukt. Zie 'Papier plaatsen' op pagina 25. Is het papier vochtig? Vervang het papier door een nieuwe stapel. Zie 'Papier plaatsen' op pagina 25.
SYMPTOOM REDEN/ACTIE De enveloppe is gekreukt. Enveloppen kunnen kreuken, afhankelijk van het gebruikte type. Open deksel B van deze printer en til de hendels aan beide uiteinden van de fusereenheid omhoog. Het kreuken kan zo worden verminderd. Nadat u de enveloppe hebt afgedrukt, moet u niet vergeten de hendels weer in de oorspronkelijke stand te zetten. Vreemd geluid. Staat de printer op een plat oppervlak? Plaats de printer op een stabiel oppervlak. Is deksel A geopend? Sluit deksel A goed.
WANNEER DE AFDRUKKWALITEIT MATIG IS Wanneer de afdrukkwaliteit matig is, kiest u in de volgende tabel het symptoom dat het meeste op uw probleem lijkt om het op te lossen. Als de afdrukkwaliteit niet wordt verbeterd nadat u de benodigde actie hebt uitgevoerd, neemt u contact op met de servicedienst. SYMPTOOM REDEN/ACTIE De afdrukken zijn te licht. Het papier is vochtig. Vervang het papier door een nieuwe stapel. (vaag, onscherp) ' Papier plaatsen' (pag.
SYMPTOOM REDEN/ACTIE Er verschijnen witte stipjes in zwarte delen. U gebruikt ongeschikt papier. Plaats het juiste type papier. Zie "Usable Paper" (Bruikbaar papier) in de Reference Guide (Referentiehandleiding). De drum/tonercartridge is defect of beschadigd. Vervang door een nieuwe drum/tonercartridge. Zie 'Drum/tonercartridge vervangen' op pagina 42. De afgedrukte afbeelding vlekt wanneer u er met uw vinger overheen gaat. De toner is niet op het papier gefixeerd. Op het papier zijn er tonervlekken.
SYMPTOOM De tekst is vaag. REDEN/ACTIE U gebruikt ongeschikt papier. Plaats het juiste type papier. Zie "Usable Paper" (Bruikbaar papier) in de Reference Guide (Referentiehandleiding). Het papier is vochtig. Vervang het papier door een nieuwe stapel. Zie 'Papier plaatsen' op pagina 25. Er ontbreken tekens over de hele lengte van het papier. De drum/tonercartridge is defect/beschadigd, of er is geen toner meer in de cartridge. Vervang door een nieuwe drum/ tonercartridge.
DAGELIJKSE VERZORGING DRUM/TONERCARTRIDGE VERVANGEN De drum/tonercartridge bevat de toner en de fotogevoelige drum. Er wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel wanneer het tijd is om de drum/tonercartridge te vervangen. Als het bericht aangeeft dat de printer nog steeds gereed is om af te drukken, moet u nog ongeveer 200 kunnen afdrukken voordat u de cartridge vervangt, anders moet u de cartridge onmiddellijk ontvangen.
> Hoewel de toner niet schadelijk is voor het lichaam, moet u deze meteen afwassen als er toner op uw handen of kleding is terechtgekomen. > Wij raden u aan de drum/tonercartridge binnen één jaar na opening te gebruiken. DE DRUM/TONERCARTRIDGE VERVANGEN 1. Verwijder eventueel uitgevoerd papier en open deksel A. OPMERKING > Wanneer de offset-opvanglade (optioneel) is geïnstalleerd, klapt u de lade eerst op voordat u de klep A opent. > Raak geen onderdelen aan de binnenkant van de printer aan. 2.
4. Plaats de drum/tonercartridge op een plat oppervlak en trek de zegel er horizontaal uit. Belangrijk: > Trek de zegel horizontaal uit de cartridge. De tape kan afbreken als u deze er diagonaal uittrekt. > Nadat de zegel is verwijderd, moet u de drum/tonercartridge niet schudden of ergens tegenaan stoten. 5. Houd de drum/tonercartridge vast bij de handgreep en plaats deze in de opening in de printer. Belangrijk: > Raak geen onderdelen aan de binnenkant van de printer aan.
DE PRINTER REINIGEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer reinigt zodat deze in goede staat blijft en altijd nette afdrukken maakt. WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat u het apparaat uitschakelt en de stekker uit het stopcontact haalt voordat u de binnenkant van het apparaat opent voor reiniging, onderhoud of foutoplossing. Toegang tot de binnenkant van een apparaat dat onder stroom staat, kan een elektrische schok veroorzaken.
DE BINNENKANT REINIGEN Nadat u papierstoringen hebt opgelost of de drum/tonercartridge hebt vervangen, inspecteert u de binnenkant van de printer voordat u deksel A sluit. WAARSCHUWING! Raak nooit de onderdelen met een etiket aan die op of nabij de warmtetransportrol vindt. U kunt zich verbranden. Indien een vel papier om de warmtetransportrol is gewikkeld, probeert u het niet zelf te verwijderen om letsel of brandwonden te voorkomen.
DE INVOERROLLEN REINIGEN Wanneer u geen papier kunt invoeren, volgt u de onderstaande procedure om de invoerrol zachtjes af te vegen met een goed uitgewrongen zachte doek. Er zijn invoerrollen aan de binnenkant van deze printer (twee plaatsen, vier in totaal), de lademodule (één plaats) en de papierlade (één plaats). Volg de reinigingsprocedure (pagina 48) om de invoerrollen op elke plaats te reinigen.
Reinigingsprocedure In de volgende procedure wordt uitgelegd hoe u de invoerrol in de papierlade reinigt. Volg deze procedure ook wanneer u de invoerrollen aan de binnenkant van de printer en de lademodule reinigt. OPMERKING > De invoerrol is een normaal vervangingsonderdeel. 1. Trek de papierlade uit de printer. 2.
4. Draai het korte lipje van de invoerrol naar rechts en druk deze langzaam op de stang van de papierlade. Terwijl u de sleuf van de invoerrol tegenover die van de stang houdt, drukt u de invoerrol helemaal in zodat de korte lipjes in de sleuf van de schacht passen. 5. Duw de papierlade helemaal in de printer.
DE PRINTER VERPLAATSEN Voer de volgende procedure uit wanneer u de printer verplaatst. WAARSCHUWING! > Het apparaat weegt 18,8 kilo zonder optionele accessoires, papierladen, verbruiksartikelen en papier. Wanneer u het apparaat verplaatst, moet u deze door twee personen of meer laten dragen. > Als de duplexeenheid (optioneel) of universele A4-lade (optioneel) is geïnstalleerd, verwijdert u deze voordat u de printer verplaatst.
Correcte verplaatsingsprocedure Voer de volgende procedure uit wanneer u de printer verplaatst. 1. Zet de aan/uit-schakelaar van deze printer in de stand om de voeding uit te schakelen. 2. Verwijder alle kabels, zoals de voedingskabel en de interfacekabels. 3. Verwijder het papier uit de middelste uitvoerlade en zet de papierstopper in de oorspronkelijke stand als deze omhoog staat. 4. Trek de papierlade uit de printer en verwijder aanwezig papier uit de lade.
INDEX A F aan/uit-schakelaar .......................... 6 aangepast papierformaat instellen .................................... 20 achterlade ..................................... 7 afdrukken afdrukken op aangepast papierformaat/ lang papier ........................... 19 afdrukken op enveloppe ............ 16 afdrukken op transparanten....... 18 afdrukken vanaf de computer .... 15 Afdrukken via e-mail ................ 24 barcodes afdrukken .................. 24 Beveiligde afdruk .....................
transparant/ansichtkaart/enveloppe wordt niet duidelijk afgedrukt.............................. 41 Knop
CONTACTGEGEVENS VAN OKI Oki Systems (Holland) b.v. Neptunustraat 27-29 2132 JA Hoofddorp Helpdesk: 0800 5667654 Tel: 023 5563740 Fax: 023 5563750 Website: www.oki.
Cover page to be inserted This page will contain the back cover page.
Oki Europe Limited Central House Balfour Road Hounslow TW3 1HY United Kingdom Tel: +44 (0) 208 219 2190 Fax: +44 (0) 208 219 2199 www.okiprintingsolutions.