Extra Information
- 103 -
Hulpprogramma's voor Windows
3
Hulpprogramma's gebruiken
Opmerkingen aan printers
toevoegen
U kunt opmerkingen toevoegen aan de printers
die toegevoegd zijn aan OKI LPR Utility om deze
te kunnen identiceren.
1 Start OKI LPR Utility.
2 Selecteer een printer:
3 Selecteer [Aansluitingen bevestigen*]
bij [Remote Print].
4 Voer een opmerking in en klik
vervolgens op [Goed].
5 Selecteer [Show comments] in het
menu [Option].
Het IP-adres automatisch
congureren
U kunt ervoor zorgen dat de verbinding met de
oorspronkelijke printer behouden blijft, zelfs als
het IP-adres van de printer verandert.
Memo
● Het IP-adres kan veranderen als DHCP wordt gebruikt
om IP-adressen dynamisch toe te wijzen of als de
netwerkbeheerder handmatig het IP-adres van de printer
wijzigt.
Opmerking
● U hebt beheerdersrechten nodig.
1 Start OKI LPR Utility.
2 Selecteer [Setup] in het menu
[Option].
3 Schakel het selectievakje [Auto
Reconnect] in en klik vervolgens op
[Goed].
OKI LPR Utility verwijderen
Opmerking
● U hebt beheerdersrechten nodig.
1 Controleer dat OKI LPR Utility afgesloten
is.
2 Klik op [starten] en
selecteer vervolgens [Alle
programm's]>[Okidata]>[OKI LPR
Utility verwijderen]>[Uninstall OKI
LPR Utility].
Als het dialoogvenster
[Gebruikersaccountbeheer] verschijnt, klikt u
op [Ja].
3 In het bevestigingsvenster klikt u op
[Ja].
Network Extension
In Netwerk Extension kunt u de instellingen op
de printer controleren en de samenstelling van
de opties instellen.
Om Network Extension te gebruiken, moet TCP/
IP geactiveerd zijn.
Opmerking
● U hebt beheerdersrechten nodig.
Memo
● Network Extension wordt automatisch geïnstalleerd
wanneer u een printerdriver installeert via een TCP/IP-
netwerk.
● Network Extension wordt gebruikt in combinatie met
de printerdriver. U kunt niet ervoor kiezen om alleen
Network Extension te installeren.
● Network Extension werkt alleen als de printerdriver
aangesloten is op de OKI LPR-poort of de standaard TCP/
IP-poort.
Het hulpprogramma starten
Om Network Extension te gebruiken, opent u het
venster met printereigenschappen.
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2 Klik met de rechtermuisknop op het
printerpictogram en selecteer vervolgens
[Eigenschappen van printer].