Extra Information

- 18 -
Afdrukken met verschillende functies
1
Handige afdrukfuncties
Aangepaste formaten opgeven
Om papier van een aangepast formaat te
plaatsen, moet u de breedte en lengte van
het papier registreren voordat u afdrukt. Het
formaatbereik dat u kunt instellen, varieert
afhankelijk van de papiercassette.
Cassette Beschikbare formaten
Cassette 1 Breedte:
148 tot 216 mm (5,8 tot 8,5 inches)
Lengte:
210 tot 356 mm (8,3 tot 14,0
inches)
Cassette 2/3/4
(optie)
Breedte:
148 tot 216 mm (5,8 tot 8,5 inches)
Lengte:
210 tot 356 mm (8,3 tot 14,0
inches)
Universele
cassette
Breedte:
76,2 tot 216 mm (3,0 tot 8,5 inches)
Lengte:
127 tot 1.321 mm (5 tot 52,0
inches)
Opmerking
U kunt de instelling [Aangepast] alleen congureren
wanneer [Papierformaat] ingesteld is op [Aangepast].
De beschikbare maten voor dubbelzijdig afdrukken zijn
hetzelfde als die voor lade 2.
1 Op het bedieningspaneel drukt u op de
knop <ENTER>.
2 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [Menu's] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
3 Controleer dat [cassetteconguratie]
geselecteerd is en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
4 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [Conguratie (Naam van
de cassette)] te selecteren voor de
papiercassette waarin u het papier hebt
geplaatst, en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
5 Controleer dat [Papierformaat] is
geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
6 Druk meerdere keren op de bladerknop
om [Aangepast] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
7 Druk op de knop <BACK (TERUG)>.
8 Druk op de bladerknop om
[X-afmeting] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
9 Voer de papierbreedte in met behulp van
het toetsenblok met tien toetsen en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
10 Druk op de knop <BACK (TERUG)>.
11 Druk op de bladerknop om
[Y-afmeting] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
12 Voer de papierlengte in met behulp van
het toetsenblok met tien toetsen en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
13 Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.
Voor PCL-printerdriver voor
Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2 Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram
Uw printer
en selecteer
vervolgens de driver waarvoor u
een aangepast formaat wilt opgeven
via [Voorkeursinstellingen voor
afdrukken].