Extra Information

- 19 -
Afdrukken met verschillende functies
1
Handige afdrukfuncties
3 Op het tabblad [Setup (Setup)] klikt u
op [Papierinvoeropties... (Paper Feed
Options...)].
4 Klik op [Aangepast formaat... (Custom
Size...)].
5 Voer een naam en de afmetingen in.
a Voer in het vak [Naam (Name)] een
naam voor het nieuwe formaat in.
b Voer in de vakken [Breedte (Width)]
en [Lengte (Length)] de afmetingen
in.
6 Klik op [Toevoegen (Add)] om het
aangepaste papierformaat op te slaan
in de lijst en klik vervolgens op [Goed
(OK)].
U kunt maximaal 32 aangepaste formaten
opslaan.
7 Klik op [Goed] totdat het dialoogvenster
[Voorkeursinstellingen voor
afdrukken] wordt gesloten.
8 Open met de gewenste toepassing het
bestand dat u wilt afdrukken.
9 Selecteer het geregistreerde
papierformaat in de printerdriver en
druk af vanaf het afdrukvenster.
Meer info
Raadpleeg de Gebruikershandleiding (Ingebruikneming)
voor informatie over het selecteren van papier in de
printerdriver.