Extra Information
- 42 -
Afdrukken met verschillende functies
1
Handige afdrukfuncties
De driverinstellingen opslaan
U kunt de instellingen van de printerdriver
opslaan.
Opmerking
● Deze functie is niet beschikbaar voor de PS-printerdriver
voor Windows en de PS-printerdriver voor Mac OS X.
Voor Windows PCL XPS-
printerstuurprogramma
De instellingen opslaan
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2
Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram
Uw printer
en selecteer
vervolgens de driver die u wilt instellen via
[Voorkeursinstellingen voor afdrukken].
3 Congureer de afdrukinstellingen die u
wilt opslaan.
4 Op het tabblad [Setup] klikt u bij
[Opslaan] op [Driver Settings].
5 Geef een naam op voor de instelling
die u wilt opslaan en klik vervolgens op
[Goed].
Als u het selectievakje [Formulierinformatie
bewaren.] of een soortgelijk selectievakje
inschakelt, wordt de papierconguratie op het
tabblad [Setup] of een soortgelijk tabblad ook
opgeslagen.
6
Klik op [Goed] om het dialoogvenster voor
het instellen van het afdrukken te sluiten.
Memo
● Tot 14 formulieren kunnen worden opgeslagen.
De opgeslagen instellingen
gebruiken
1 Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2 In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3 Klik op [Voorkeuren].
4 Op het tabblad [Setup] selecteert u bij
[Driver Settings] een instelling die u
wilt gebruiken.
5 Druk af.
De standaardinstellingen van
de driver wijzigen
U kunt afdrukinstellingen die u vaak gebruikt,
gebruiken als standaardinstellingen voor de
printerdriver.
Voor printerdriver voor Windows
1 Klik op [starten] en selecteer
vervolgens [Apparaten en printers].
2 Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram
Uw printer
en selecteer
vervolgens de driver die u wilt wijzigen
via [Voorkeursinstellingen voor
afdrukken].
3 Congureer de afdrukinstellingen die u
wilt gebruiken als standaardinstellingen
voor de driver.
4 Klik op [Goed].
Voor PS-printerdriver voor Mac OS X
1 Open een bestand.
2 In het menu [Archief] selecteert u
[Druk af].
3 Congureer de afdrukinstellingen die u
wilt gebruiken als standaardinstellingen
voor de driver.
4 Selecteer [Save Current Settings as
Preset...] bij [Instellingen].
5 Voer een naam voor de instellingen in en
klik vervolgens op [OK].
6 Klik op [Annuleren].
Opmerking
● Als u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken, selecteert
u in het afdrukvenster de naam bij [Voorinstellingen] of
een soortgelijke optie.