Operation Manual

- 130 -
Apparaatproblemen
4
Problemen verhelpen
●● Apparaatproblemen
Memo
● Neem contact op met uw dealer wanneer het probleem niet kan worden opgelost zoals hieronder beschreven.
Probleem Oorzaak Oplossing
Pagina met
meer info
U hebt de printer
ingeschakeld, maar er
wordt niets weergegeven
op het scherm.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Schakel de printer uit en sluit
vervolgens het netsnoer goed
aan.
–
De stroom is uitgevallen. Controleer of er stroom wordt
geleverd aan het stopcontact.
–
De printer werkt niet. De stekker zit niet stevig in het
stopcontact.
Sluit het netsnoer goed aan. –
De printer wordt uitgeschakeld. Schakel de printer in. pagina 32
De printer wordt automatisch
uitgeschakeld door de functie voor
automatisch uitschakelen.
Schakel de functie voor
automatisch uitschakelen uit.
pagina 53
De printer reageert niet. Houd de aan-uitschakelaar
langer dan 5 seconden ingedrukt
om de printer geforceerd uit te
schakelen.
–
De LED-indicator van
de aan-uitschakelaar
knippert met hoge
snelheid (interval van
ongeveer 0,3 seconde).
De printer werkt mogelijk niet
juist.
Ontkoppel onmiddellijk het
netsnoer.
–
De printer begint niet af
te drukken.
Er wordt een fout weergegeven op
het bedieningspaneel.
Controleer de foutcode en volg de
instructies op het scherm.
pagina 113
De kabel die wordt gebruikt voor
de interfacepoort is ontkoppeld.
Sluit de kabel die wordt gebruikt
voor de interfacepoort goed aan.
pagina 63
Er is iets fout met de kabel
die wordt gebruikt voor de
interfacepoort.
Gebruik andere kabels. –
De printer is niet compatibel met
de kabel die wordt gebruikt voor
de interfacepoort.
Gebruik een kabel die compatibel
is met USB 2.0.
Gebruik een kabel die compatibel
is met Ethernet-10BASE-
T/100BASE-TX.
–
Er is mogelijk iets mis met de
afdrukfunctie.
Druk op de knop
en
selecteer [Info afdrukken],
[Conguratie]. Druk vervolgens
de inhoud van de instellingen
af om de afdrukfunctie te
controleren.
pagina 48
De interface is uitgeschakeld.
Druk op de knop
en selecteer
[Beheerdersinst.], [Netwerk
instellingen]. Schakel
vervolgens de interface in die u
gebruikt.
–
De printerdriver van de printer is
niet geselecteerd.
Stel de printerdriver van de
printer die u wilt gebruiken in als
standaardprinter.
–
De uitvoerpoort voor de
printerdriver is niet juist.
Geef de poort op waarop
de ethernet- of USB-kabel
aangesloten is.
–