Operation Manual
- 73 -
Aansluiten op een computer
3
Afdrukken
Opnieuw verbinding maken met
het draadloze LAN
Wanneer de draadloze
netwerkverbindingsmethode is ingeschakeld,
start u de functie voor een draadloze verbinding
opnieuw. Als er een probleem is opgetreden met
de communicatie met het toegangspunt of de
prestaties, kan de functie voor een draadloze
verbinding opnieuw worden gestart.
(Als de bekabelde netwerkverbindingsmethode
is ingeschakeld, wordt de functie voor een
draadloze verbinding ingeschakeld met de
gecongureerde draadloze instellingen.)
1 Druk op de bladerknop om
[Draadloze Instelling (Draadloze
Instelling)] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
䣈䣷䣰䣥䣶䣫䣱䣰䣵䢢䢢䢢䢢䢢䢢
䢢䢢䢢
䢵䢱䢵
䣙䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢䣕䣧䣶䣶䣫䣰䣩
2 Voer het wachtwoord van de beheerder
in met behulp van het toetsenblok met
tien toetsen en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
Het standard wachtwoord, dat in de fabriek
is ingesteld, is "aaaaaa". Druk op de knop
<ENTER> na elk teken dat u invoert.
䣇䣰䣶䣧䣴䢢䣒䣣䣵䣵䣹䣱䣴䣦
3 Wanneer het onderstaande scherm
verschijnt, leest u het zorgvuldig. Druk
op de knop <ENTER> of wacht totdat
het scherm verandert.
䣙䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢䣵䣧䣶䣶䣫䣰䣩䢢䢢䢳䢱䢵
䣇䣰䣣䣤䣮䣫䣰䣩䢢䣹䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵
䣰䣧䣶䣹䣱䣴䣭䢢䣥䣱䣯䣯䣷䣰䣫䣥䣣䣶䣫䣱䣰䢢
䣹䣫䣮䣮䢢䣦䣫䣵䣣䣤䣮䣧䢢䣹䣫䣴䣧䣦
4 Druk op de bladerknop om
[Draadloze reconnectie (Draadloze
reconnectie)] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
䣙䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢䣐䣧䣶䣹䣱䣴䣭䢢䣕䣧䣮䣧䣥䣶䣫䣱䣰
䣙䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢䣴䣧䣥䣱䣰䣰䣧䣥䣶䣫䣱䣰
䣃䣷䣶䣱䣯䣣䣶䣫䣥䢢䣕䣧䣶䣷䣲䢢䢪䣙䣒䣕䢫
䣙䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢䣕䣧䣶䣶䣫䣰䣩䢢䢢
䢢䢢䢢
䢳䢱䢳
5 Selecteer [Ja (Yes)] en druk vervolgens
op de knop <ENTER>.
䣐䣱
䣛䣧䣵
䣔䣧䣥䣱䣰䣰䣧䣥䣶䢢䣹䣫䣴䣧䣮䣧䣵䣵䢢
䣥䣱䣯䣯䣷䣰䣫䣥䣣䣶䣫䣱䣰䣵䣁
6 Wanneer [Ja (Yes)] wordt geselecteerd
bij stap 5, wordt [Searching for
connection (Searching for connection)]
weergegeven op het scherm.
䣕䣧䣣䣴䣥䣪䣫䣰䣩䢢䣨䣱䣴䢢䣥䣱䣰䣰䣧䣥䣶䣫䣱䣰
Daarna wordt [Verbinding succesvol.
(Connection successful)] weergegeven en kan
het draadloos LAN worden gebruikt met deze
apparatuur.
䣅䣱䣰䣰䣧䣥䣶䣫䣱䣰䢢䣵䣷䣥䣥䣧䣵䣵䣨䣷䣮䢰
䣙䣫䣴䣧䣦䢢䣥䣱䣯䣯䣷䣰䣫䣥䣣䣶䣫䣱䣰䣵䢢
䣦䣫䣵䣣䣤䣮䣧䣦䢰
Memo
● Als [Time-out] wordt weergegeven, is mogelijk het
toegangspunt dat is gekozen als bestemming voor
de verbinding niet gevonden binnen de tijdslimiet.
De SSID, de beveiligingsinstellingen en de sleutel
moeten zo worden gecongureerd dat ze identiek zijn
aan deze voor het toegangspunt.
● Controleer elke instelling. Voor meer informatie
raadpleegt u "Lijst van het instellingenmenu" in de
Gebruikershandleiding (Geavanceerd).