Operation Manual

75 — Afwerkingseenheid
Afwerkingsfuncties
Sorteer- en nietfunctie
Gesorteerde sets worden vastgeniet en in de offsetlade gedeponeerd. Hieronder ziet u de nietpositie,
richting, papierformaat en nietcapaciteit.
De afwerkingsfuncties gebruiken
• Kies de nietfuncties uit een printerstuurprogramma.
1. Kies “Eigenschappen” in het instellingscherm van het
printerstuurprogramma en op het tabblad “Algemeen”.
2. Kies “Links”, “Rechts” of “Boven“onder “Zijde voor binden”
3. Kies “1 Nietje” of “2 Nietjes” onder “Nieten”.
De instellingschermen aan de rechterkant verschijnen alleeen als
de apparatuur op de juiste wijze in het printerstuurprogramma is ingesteld. Dit voorbeeld toont het
scherm van een Windows 98 PCL-printerstuurprogramma.
De combinatie van bepaalde papiersoorten samen met andere functies is in bepaalde gevallen niet
compatibel. Wanneer er bijvoorbeeld zwaar papier, enveloppen, etiketten, enz. geselecteerd worden, is
het niet mogelijk duplex, offsetlade, zadelsteek enz. te kiezen Voor meer informatie, zie het hulpbestand
van het printerstuurprogramma.
Sorteerfunctie
Maakt gesorteerde sets.
Groeperingsfunctie
Maakt gegroepeerde kopieën van dezelfde pagina.
Offsetfuncties De sets worden afwisselend naar links of naar rechts
geschoven waardoor iedere set of groep op een
afstand van de vorige set of groep geplaatst wordt,
zodat ze gemakkelijk van elkaar gescheiden kunnen
worden.
De offsetfunctie werkt voor niet-geniete
afdrukopdrachten.
Geniete sets worden niet op afstand van elkaar
gedeponeerd.
Nietposities Staand Liggend
Linkerbovenhoek van
afdrukken
Beschikbare
papierformaten: 8½" x
11", A4 en B5
Er kan niet worden geniet.
Op twee plaatsen in het
midden, aan de linkerkant
van de afdrukken
Zie boven
Linkeronderhoek van de
afdrukken
Zie boven
AfdrukkenOrigineel
AfdrukkenOrigineel
Offsetmodus Non-Offset modus