C3100 gebruikershandleiding
VOORWOORD Er is van alles aan gedaan om de volledigheid, nauwkeurigheid en actualiteit van de informatie in deze handleiding te garanderen. Het is echter niet mogelijk verantwoordelijkheid te aanvaarden voor fouten veroorzaakt door derden. Er kunnen evenmin rechten worden ontleend indien door derden wijzigingen worden doorgevoerd in apparatuur waaraan in deze handleiding wordt gerefereerd. Al het mogelijke is gedaan om dit document zo accuraat en gebruiksvriendelijk te maken.
INHOUDSOPGAVE Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Printeroverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Vooraanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Achteraanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Het statusscherm . . . . . . . . . . . . . .
Toegang tot de kleuraanpassingsopties. . . . . . . . . . . . . . . 33 Kleuraanpassingsopties instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 De functie Kleurmonster gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Het hulpprogramma voor kleurcorrectie gebruiken . . . . . . 37 De statusmonitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 De statusmonitor gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Tabblad Printerstatus . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
SPECIALE OPMERKINGEN IN DEZE HANDLEIDING OPMERKING Opmerkingen zijn toelichtingen of tips met extra informatie om u te helpen het product beter te gebruiken en begrijpen. LET OP! Dit zijn speciale opmerkingen met extra informatie om storingen of schade aan het product te voorkomen. WAARSCHUWING! Waarschuwingen zijn speciale opmerkingen die u dient te lezen en op te volgen om een mogelijk gevaarlijke situatie voor uzelf en anderen te voorkomen.
INLEIDING Gefeliciteerd met de aanschaf van een Oki-kleurenprinter. Uw nieuwe printer is uitgerust met geavanceerde mogelijkheden voor heldere, levendige afdrukken in kleur en scherpe afdrukken in zwart-wit met hoge snelheid op een aantal verschillende afdrukmedia.
PRINTEROVERZICHT VOORAANZICHT 1 2 3 2 7 4 6 5 1. Uitvoervak, afgedrukte zijde naar beneden. Standaarduitvoervak voor afdrukken. Kan maximaal 250 vel papier van 80 g/m² bevatten. 2. Ontgrendeling van de universele lade (2) (drukken). 3. Statusscherm. Statuslampjes en bedieningsknoppen. 4. Ontgrendeling van de voorklep (optillen). 5. Papierlade. Standaardlade voor blanco papier. Kan maximaal 300 vel papier van 80 g/m² bevatten. 6. Universele lade (gesloten weergegeven).
ACHTERAANZICHT Hier ziet u het verbindingspaneel en het uitvoervak aan de achterzijde. 10 8 9 8. USB-interface. (De USB-kabel mag maximaal 2m lang zijn voor een betrouwbare werking van de statusmonitor.) 9. Netsnoeraansluiting. 10. Achterzijde, uitvoervak voor 100 vel, afgedrukte zijde naar boven. Als de klep van het uitvoervak aan de achterzijde is uitgeklapt, wordt het papier aan de achterzijde van de printer uitgevoerd en wordt het papier gestapeld met de afgedrukte zijde naar boven.
HET STATUSSCHERM Het statusscherm maakt ingrijpen door de operator mogelijk. Bovendien wordt hierop aangegeven dat de printer normaal werkt of dat deze aandacht vereist. Gedetailleerde informatie over de printerstatus is te vinden op de statusmonitor. (Zie 'De statusmonitor gebruiken' op pagina 38.) 1 2 3 4 5 6 Het statusscherm bevat de volgende 4 lampjes (LED's) en 2 knoppen: 1. Voedingslampje (Gereed) (groen) 2. Papierlampje (oranje) 3. Verbruiksmaterialenlampje (oranje) 4.
KNOPPEN Werking De knoppen hebben het opschrift ON LINE en CANCEL en elk van beide knoppen heeft de volgende drie modi: Modus Omschrijving Kort indrukken (1 seconde indrukken) Druk op de knop en laat deze binnen 2 seconden weer los. De bewerking wordt onmiddellijk gestart zodra u de knop loslaat. 2 seconden indrukken Druk op de knop en laat deze na 2 tot 5 seconden weer los. De (2 seconden indrukken) bewerking wordt onmiddellijk gestart zodra u de knop loslaat (behalve bij het annuleren van een taak).
Status vóór indrukken Er wordt gevraagd om handmatige invoer, er zit geen papier in de universele lade of het papierformaat is onjuist Geen papier in lade 1 of lade 1 staat open Geheugenoverflow of ongeldige gegevens Papierstoring Bij openen/ sluiten van klep nadat gebruikte toner vol is geraakt Knop ON LINE Knop CANCEL 1 in2 in5 in1 in2 in5 indrukken drukken drukken drukken drukken drukken Papierinvoer wordt gestart – – – Taak wordt geannuleerd (*3) – – – – – Taak wordt geannuleerd (*3) – D
FUNCTIE VAN LAMPJES Algemeen De printerstatus (die wordt aangegeven door de lampjes) kan ruwweg als volgt worden gecategoriseerd: 1. Normale status: de printer werkt normaal. De printer is bijvoorbeeld ON LINE of bezig met verwerken. 2. Waarschuwingsstatus: u kunt doorgaan met het gebruik van de printer zonder in te grijpen, maar er kan een fout optreden. 3. Foutstatus: u kunt niet doorgaan met het gebruik van de printer. Ingrijpen is vereist om de fout te corrigeren.
Verlichtingspatronen en betekenis Bij de lampjes worden de volgende verlichtingspatronen gebruikt om een groot aantal statussituaties afzonderlijk en in combinatie te kunnen weergeven: Lampje Voeding (Gereed) Groen Verlichtingspatroon Status OFF (Uit) Stroom UIT ON (Aan) ON LINE (inactief) Knipperend 1 (elke 2 seconden) OFF LINE (dit knipperpatroon wordt altijd gebruikt bij foutsituaties) Knipperend 2 (elke 0,5 seconde) Er worden gegevens ontvangen of afgedrukt, de printer is bezig met opwarmen o
AANBEVOLEN PAPIER De printer kan allerlei afdrukmedia verwerken, inclusief papier van verschillende gewichten en formaten, transparanten en enveloppen. In deze sectie wordt een algemeen advies gegeven over de keuze van de media en wordt uitgelegd hoe elk type moet worden gebruikt. U krijgt de beste prestaties als u standaardpapier van 75~90 g/m² gebruikt dat is ontworpen voor het gebruik in kopieermachines en laserprinters.
De aanbevolen visitekaartjes worden vervaardigd door Oki (bestelnummer 09002985).
Gebruik de universele lade voor het afdrukken van enveloppen en transparanten. Er kunnen maximaal 50 transparanten of 10 enveloppen tegelijk worden geladen, waarbij de stapel niet hoger mag zijn dan 10 mm. Papier of transparanten moeten met de afdrukzijde naar boven en met de bovenzijde als eerste in de printer worden geplaatst. UITVOERVAK (AFGEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN) In het uitvoervak aan de bovenzijde van de printer kan maximaal 250 vel standaardpapier van 80 g/m² worden geplaatst.
PAPIER PLAATSEN CARTRIDGELADE 1. Verwijder de papierlade uit de printer. 2. Waaier het papier aan de korte zijden (1) en de lange zijden (2) uit om ervoor te zorgen dat er geen vellen aan elkaar kleven en tik vervolgens met de zijden van het papier op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken (3).
3. Plaats het papier (briefhoofdpapier met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde in de richting van de voorkant van de printer). 1 4. 2 Stel de achterste schuif (1) en de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. Vastlopen van papier voorkomen: l Laat geen ruimte vrij tussen het papier en de geleiders en het papier en de achterste schuif. l Plaats niet te veel papier in de papierlade. Hoeveel papier er kan worden geladen, hangt af van het soort papier.
5. Als u wilt afdrukken en papier wilt uitvoeren met de afgedrukte zijde naar beneden, controleert u of het uitvoervak aan de achterzijde van de printer (3) is gesloten (het papier wordt nu aan de bovenzijde van de printer uitgevoerd). De capaciteit van het vak is ongeveer 250 vel, afhankelijk van het papiergewicht. 6.
UNIVERSELE LADE 1. Open de universele lade en druk de papiersteun (1) voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de steun vastzit in de onderste stand. 1 3 2 2. 3. Plaats het papier en stel de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. l Voor afdrukken op voorbedrukt papier plaatst u het papier in de universele lade met de voorbedrukte zijde naar boven en met de bovenzijde als eerste in de printer. l Enveloppen moeten met de afdrukzijde naar boven worden geplaatst.
PRINTERINSTELLINGEN IN WINDOWS Via de menu's van uw printer (die toegankelijk zijn via de ’De statusmonitor’ op pagina 38) hebt u toegang tot vele opties. Ook de printerdriver van Windows bevat veel instellingen voor dezelfde opties. Als opties in de printerdriver overeenkomen met opties in de menu's en u documenten vanuit Windows afdrukt, hebben de instellingen van de Windows-printerdriver voorrang boven de instellingen in de menu's. De afbeeldingen in dit hoofdstuk tonen Windows XP.
AFDRUKVOORKEUREN IN WINDOWSTOEPASSINGEN Als u een document vanuit een Windows-toepassing afdrukt, verschijnt het dialoogvenster Afdrukken. In dit dialoogvenster wordt gewoonlijk de naam van de printer weergegeven waarop het document wordt afgedrukt. Naast de naam van de printer bevindt zich de knop Eigenschappen. Als u op Eigenschappen klikt, wordt er een nieuw venster geopend met een korte lijst met printerinstellingen die beschikbaar zijn in de driver en die u voor dit document kunt selecteren.
TABBLAD INSTELLINGEN Als u op de knop Eigenschappen klikt vanuit het dialoogvenster Afdrukken van uw toepassing, wordt het drivervenster geopend waarin u uw afdrukvoorkeuren voor het huidige document kunt opgeven. 1. 1 2 3 4 Het papierformaat moet 5 overeenkomen met het papierformaat van uw document (tenzij u de afdruk wilt aanpassen aan een ander formaat) en overeenkomen met het formaat van het papier dat in de printer is geladen. 6 2. U kunt de papierbron instellen.
TABBLAD TAAKOPTIES 3 4 1 5 6 7 2 1. De uitvoerresolutie van de afgedrukte pagina kan als volgt worden ingesteld. l Wanneer de hoogste afdrukkwaliteit is ingesteld, wordt het materiaal afgedrukt met 1200 x 600 dpi. Voor deze optie is het meeste printergeheugen vereist en is de afdruktijd het langst. l Bij de normale instelling wordt afgedrukt met 600 x 600 dpi. Dit is voldoende voor alle standaardtoepassingen. l Bij de conceptinstelling wordt afgedrukt met 300 x 300 dpi.
gebieden laten afdrukken met 100%K toner (waarmee een matter resultaat wordt verkregen). 7. U kunt de standaardinstellingen met één druk op een knop herstellen. TABBLAD KLEUR 1 2 4 3 5 1. De kleuruitvoer van de printer kan automatisch of, voor geavanceerde besturing, handmatig worden ingesteld. Meestal kan de automatische instelling worden gebruikt. De overige opties in dit venster worden alleen zichtbaar wanneer u een andere optie dan Automatisch selecteert.
instelling Automatisch kiest, kan via de driver de beste keuze worden gemaakt, afhankelijk van de inhoud van de afbeelding. 5. U kunt de standaardinstellingen met één druk op een knop herstellen. INSTELLINGEN IN HET CONFIGURATIESCHERM VAN WINDOWS Wanneer u het venster met drivereigenschappen rechtstreeks opent vanuit Windows in plaats van via een toepassing, zijn er meer instellingen beschikbaar.
TABBLAD GEAVANCEERD 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 11 1. U kunt opgeven op welke tijd van de dag de printer beschikbaar is. 2. De huidige prioriteit wordt aangegeven, van 1 (laagste) tot 99 (hoogste). Documenten met de hoogste prioriteit worden het eerst afgedrukt. 3. Hiermee geeft u op dat documenten in de wachtrij moeten worden geplaatst (opgeslagen in een speciaal afdrukbestand) voordat deze worden afgedrukt.
gebruikt totdat de afdruktaak is voltooid. Aangezien er in dit geval geen wachtrijbestand is, is er minder ruimte nodig op de vaste schijf van de computer. 7. Hiermee kunt u aangeven dat de spooler de documentinstellingen moet controleren en deze moet afstemmen op de printerinstellingen voordat het document naar de printer wordt verzonden.
11. Met deze knop hebt u toegang tot dezelfde instellingsvensters als bij het afdrukken vanuit toepassingen. Wijzigingen die zijn aangebracht in het Configuratiescherm van Windows worden de Windows-standaardinstellingen. 12. U kunt een scheidingspagina ontwerpen en opgeven die wordt afgedrukt tussen de verschillende documenten. (Dit is met name handig bij een gedeelde printer, omdat elke gebruiker zo makkelijk zijn of haar eigen documenten in de uitvoerstapel kan terugvinden.
AFDRUKKEN IN KLEUR De printerdrivers die geleverd zijn bij de printer, bieden verscheidene mogelijkheden voor het wijzigen van de kleuruitvoer. Voor algemeen gebruik voldoen de automatische instellingen. Deze standaardinstellingen leveren goede resultaten op voor de meeste documenten. Veel toepassingen beschikken over eigen kleurinstellingen waarmee de instellingen van de printerdriver kunnen worden overschreven.
maar niet correct op een monitor kunnen worden weergegeven. Dit verschil tussen monitors en printers is vaak de belangrijkste reden dat afgedrukte kleuren niet overeenkomen met de kleuren op het scherm. Omstandigheden bij het waarnemen Een afdruk kan er onder verschillende belichtingen heel anders uitzien.
De weergave van kleuren van uw toepassing In sommige grafische toepassingen, zoals Corel Draw of Adobe Photoshop, kunnen kleuren anders worden weergegeven dan in kantoortoepassingen, zoals Microsoft Word. Raadpleeg de on line Help van de toepassing of de gebruikershandleiding voor meer informatie. Papiersoort Het soort papier dat wordt gebruikt, kan ook van invloed zijn op de afgedrukte kleur. Een afdruk op gerecycled papier kan er bijvoorbeeld doffer uitzien dan een afdruk op glanzend papier.
DE HELDERHEID OF INTENSITEIT VAN EEN AFDRUK AANPASSEN Als de afdruk te licht of te donker is, kunt u met Helderheid de afdruk aanpassen. Als de kleuren te intens of niet intens genoeg zijn, gebruikt u Verzadiging. TOEGANG TOT DE KLEURAANPASSINGSOPTIES De kleuraanpassingsopties van de printerdriver kunnen worden gebruikt om de afgedrukte kleuren beter af te stemmen op de kleuren die op uw monitor of op een andere bron, zoals een digitale camera, worden weergegeven.
KLEURAANPASSINGSOPTIES INSTELLEN 1. Selecteer op het tabblad Kleur de optie Geavanceerde kleur (zie 1 hieronder) bij Kleurkoppeling. 2. Kies de kleurinstelling Handmatig (2) en selecteer een van de volgende opties: 1 b c d (a) a 2 e Monitor (6500k) Perceptueel Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's. Bij het afdrukken van de kleuren ligt de nadruk op de verzadiging.
(c) Monitor (9300k) Geoptimaliseerd voor het afdrukken van afbeeldingen vanuit toepassingen als Microsoft Office. Bij het afdrukken van de kleuren ligt de nadruk op de helderheid. (d) Digitale camera Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto’s die zijn gemaakt met een digitale camera. Uw resultaten variëren naar gelang het onderwerp en de omstandigheden waaronder de foto is genomen. (e) sRGB De printer probeert de sRGB-kleurruimte te reproduceren.
DE FUNCTIE KLEURMONSTER GEBRUIKEN Als u de functie Kleurmonster wilt gebruiken, moet u het hulpprogramma voor kleurmonsters installeren. Dit programma vindt u op de cd-rom die met uw printer is meegeleverd. Met de functie Kleurmonster kunt u overzichten met een reeks voorbeeldkleuren afdrukken. Dit is niet de volledige reeks kleuren die de printer kan afdrukken. Bij elke voorbeeldkleur worden de corresponderende RGB-waarden (Rood, Groen, Blauw) vermeld.
hier niet van belang omdat uw voornaamste doel het afdrukken van de vereiste kleur is. HET HULPPROGRAMMA VOOR KLEURCORRECTIE GEBRUIKEN Het Oki-hulpprogramma voor kleurcorrectie vindt u op de cd-rom met de printerdriver. U moet dit programma apart installeren, aangezien het niet samen met de printerdriver wordt geïnstalleerd. Het hulpprogramma voor kleurcorrectie biedt de volgende functies: l De paletkleuren van Microsoft Office kunnen afzonderlijk worden aangepast.
DE STATUSMONITOR De software van de statusmonitor staat los van de driversoftware en wordt ook afzonderlijk geïnstalleerd. OPMERKING De statusmonitor werkt alleen betrouwbaar als de gebruikte USB-kabel maximaal 2m lang is. De statusmonitor bevat een leesbare indicatie van de printerstatus die wordt weergegeven door de indicatielampjes (LED's) op het statusscherm. (Zie 'Het statusscherm' op pagina 9.
2. Klik op de knop voor het maximaliseren van het venster. De tabbladen Printerstatus, Printerinstellingen en Voorkeuren worden nu eveneens zichtbaar. TABBLAD PRINTERSTATUS Op dit tabblad, dat standaard zichtbaar is als de statusmonitor wordt geopend, wordt gedetailleerde informatie over de status van de printer weergegeven. TABBLAD PRINTERINSTELLINGEN Als u dit tabblad selecteert, krijgt u toegang tot de knop Printerinstellingen, waarmee u de printerinstellingen kunt configureren.
Gebruikersinstellingen Dit tabblad is bedoeld voor dagelijks gebruik door willekeurige gebruikers. Aan de linkerkant van het tabblad Gebruikersinstellingen staan de menuopties, terwijl u aan de rechterkant een geselecteerde instelling kunt configureren. Klik op de knop Opslaan om de nieuwe instelling op te slaan of op de knop Ongedaan maken om de wijziging ongedaan te maken. Gebruik Bestand|Afsluiten om terug te gaan naar het tabblad Printerinstellingen.
Klik op de knop Opslaan om de nieuwe instelling op te slaan of op de knop Ongedaan maken om de wijziging ongedaan te maken. Gebruik Bestand|Afsluiten om terug te gaan naar het tabblad Printerinstellingen. OPMERKING U kunt rechtstreeks toegang krijgen tot het instellingsvenster voor printermenu's door op [Start], [Alle programma's] te klikken en Okidata|OKI C3100|Printernaam Printerinstellingen te selecteren.
De standaardinstelling voor waarschuwingsweergave (Popup bij waarschuwingen) zorgt ervoor dat de statusmonitor wordt weergegeven om u te wijzen op een situatie die uw aandacht vereist, zoals een ontbrekende of onjuist geïnstalleerde tonercartridge. PRINTERFUNCTIES (GEBRUIKERSINSTELLINGEN) Alle printeropties die via de statusmonitor zijn ingesteld, kunnen worden bekeken op een afgedrukt menuoverzicht (of statuspagina).
MENU INFORMATIE Via dit menu kunt u snel nagaan welke items er op de printer beschikbaar zijn. MENU INFORMATIE Item Actie Beschrijving OVERZICHT AFDRUKINSTELLINGEN UITVOEREN Hiermee drukt u een volledig overzicht af met alle huidige instellingen. DEMO1 UITVOEREN Hiermee wordt een voorbeeldpagina afgedrukt. MENU AFDRUKKEN Via dit menu kunt u allerlei functies voor afdruktaken wijzigen.
MENU AFDRUKKEN Item Instellingen Beschrijving ÉÉN AFDRUKSNELHEID AUTOMATISCH Hiermee selecteert u de snelheid van de afdrukengine van de printer voor het SNELHEID type afdrukmedia dat wordt gebruikt. KLEURENPAGINA'S NORMALE SNELHEID MENU MEDIA Via dit menu kunt u allerlei afdrukmedia instellen. MENU MEDIA Item Instellingen Beschrijving PAPIERFORMAAT LADE 1 A4 / A5 / A6 / B5 LEGAL14 LEGAL13.
MENU MEDIA Item Instellingen Beschrijving PAPIERFORMAAT UNIVERSELE LADE A4 / A5 / A6 / B5 LEGAL14 LEGAL13.5 LEGAL13 LETTER EXECUTIVE AANGEPAST ENVELOP COM-9 ENVELOP COM-10 ENVELOP MONARCH ENVELOP DL ENVELOP C5 Hiermee selecteert u het papierformaat dat moet worden ingevoerd vanuit de universele lade. Zie voor de instelling AANGEPAST de opties X-afmeting en Yafmeting verderop in deze tabel.
MENU KLEUR De printer past op gezette tijden automatisch de kleurbalans en de dichtheid aan om de uitvoer te optimaliseren voor helderwit papier dat wordt bekeken bij daglicht. Met de items in dit menu kunt u de standaardinstellingen voor een speciale of bijzonder complexe afdruktaak wijzigen. Als deze afdruktaak is voltooid, worden de standaardwaarden weer hersteld.
MENU SYSTEEMCONFIGURATIE Via dit menu kunt u de algemene printerinstellingen aan uw voorkeuren aanpassen. MENU SYSTEEMCONFIGURATIE Items Instellingen Beschrijving TIJD ENERGIESPAARSTAND 5 MIN 15 MIN 30 MIN 60 MIN 240 MIN Hiermee stelt u in na hoeveel tijd een inactieve printer automatisch overschakelt naar de energiebesparende modus. In deze modus wordt het energieverbruik verminderd tot een niveau dat minimaal vereist is om de printer te laten werken en gegevens te kunnen ontvangen.
MENU SYSTEEMCONFIGURATIE Items Instellingen Beschrijving FOUTENRAPPORT AAN UIT Hiermee geeft u op of u een foutenrapport wilt afdrukken als zich een interne fout voordoet. TAAL Engels, Duits, Hiermee stelt u de taal in die voor de Frans, Italiaans, statusmonitor en de afgedrukte rapporten Spaans, Zweeds, wordt gebruikt. Noors, Deens, Nederlands, Turks, Portugees, Pools, Russisch, Grieks MENU USB Via dit menu kunt u de werking bepalen van de USBgegevensinterface van de printer.
MENU GEHEUGEN In dit menu kunt u instellen hoe het printergeheugen moet worden gebruikt. MENU GEHEUGEN Item Instellingen GROOTTE ONTVANGSTBUFFER AUTOMATISCH, 0,5 Hiermee stelt u de grootte van het MB, 1 MB buffergeheugen in voor het ontvangen van gegevens. Dit wordt normaal gesproken dynamisch ingesteld op de vereiste grootte. Beschrijving INITIALISATIE FLASH-GEHEUGEN UITVOEREN Hiermee worden alle gegevens uit het flashgeheugen verwijderd.
MENU ONDERHOUD Via dit menu hebt u toegang tot allerlei functies voor het onderhoud van de printer. MENU ONDERHOUD Item Instellingen Beschrijving MENU BEGINWAARDEN UITVOEREN Hiermee stelt u de menu's weer in op de standaardwaarden. MENU OPSLAAN UITVOEREN Hiermee slaat u de huidige menuinstellingen op als de standaardwaarden. Als u wordt gevraagd uw keuze te bevestigen, drukt u op ENTER om de waarden op te slaan of op CANCEL (Annuleren) om de bewerking te annuleren.
MENU GEBRUIK Dit menu is alleen bedoeld om informatie op te vragen en geeft een indicatie van het totale gebruik van de printer en de resterende gebruiksduur van de verbruiksmaterialen. Dit is met name handig als u niet over een volledige set vervangende verbruiksmaterialen beschikt en u wilt weten hoe snel u ze nodig hebt. MENU GEBRUIK Item Beschrijving TOTAAL AANTAL PAGINA'S Dit is het totale aantal afdrukken dat de printer heeft gemaakt.
5. Klik op de knop Uitvoeren om een menuoverzicht met printerinstellingen af te drukken. OPMERKING Het is ook mogelijk een menuoverzicht met printerinstellingen vanaf het statusscherm af te drukken. Hiertoe houdt u de knop ON LINE 2 seconden ingedrukt. DE TAAL OP HET LCD-SCHERM WIJZIGEN Voer indien nodig de volgende instructies uit om de taal te wijzigen die op de statusmonitor wordt weergegeven. 1. Start de statusmonitor. 2. Selecteer het tabblad Printerinstellingen. 3.
VERBRUIKSMATERIALEN VERVANGEN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de verbruiksmaterialen vervangt als dat nodig is. Als richtlijn kunt u voor de verwachtte gebruiksduur van deze materialen het volgende aanhouden: l Toner — 3000 pagina’s van het formaat A4 bij 5% dekking, wat inhoudt dat 5% van de afdrukbare ruimte met deze kleur is bedrukt. De gebruiksduur van de toner is direct gerelateerd aan het dekkingspercentage.
l Transportband — Ongeveer 50.000 A4-pagina's bij 3 pagina's per taak. l Fuser — Ongeveer 45.000 A4-pagina’s. BESTELINFORMATIE VERBRUIKMATERIALEN Item Gebruiksduur Bestelnummer Toner, zwart 3000 A4 bij 5% 42804516 Toner, cyaan 3000 A4 bij 5% 42804515 Toner, magenta 3000 A4 bij 5% 42804514 Toner, geel 3.000 A4 bij 5% 42804513 Image drum, zwart 14.000 A4pagina’s* 42126644 Image drum, cyaan 14.000 A4pagina’s* 42126643 Image drum, magenta 14.
TONERCARTRIDGE VERVANGEN LET OP! Om verspilling van toner en mogelijke fouten van de tonersensor te voorkomen moet u de tonercartridge(s) pas vervangen wanneer de melding 'TONER LEEG' wordt weergegeven. De toner die in deze printer wordt gebruikt, is een heel fijn droog poeder. De toner wordt geleverd in vier cartridges: cyaan, magenta, geel en zwart. Zorg ervoor dat u een vel papier bij de hand hebt zodat u de gebruikte cartridge ergens op kunt zetten terwijl u de nieuwe cartridge installeert.
1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
2. Let op de posities van de vier cartridges. 1 2 3 4 3. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge Voer een van de volgende handelingen uit: (a) Als u een tonercartridge vervangt die is meegeleverd met uw printer (ontgrendelingshendel heeft 3 standen), trekt u de gekleurde ontgrendelingshendel op de cartridge die moet worden vervangen richting de voorkant van de printer, in de richting van de pijl, maar stopt u in de centrale stand (rechtop) (1).
(b) Als u een andere tonercartridge vervangt (ontgrendelingshendel heeft 2 standen), trekt u de gekleurde ontgrendelingshendel (1) op de cartridge die moet worden vervangen, naar de voorzijde van de printer. 1 4. Til de rechterzijde van de cartridge op en trek de cartridge vervolgens naar rechts om de linkerzijde los te maken. Haal de tonercartridge uit de printer.
5. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
8. Verwijder nu het verpakkingsmateriaal en trek het tape van de onderzijde van de cartridge. 9. Houd de cartridge aan de bovenzijde in het midden vast met de gekleurde hendel rechts. Laat de cartridge in de printer zakken op de drumeenheid waaruit u de oude cartridge hebt verwijderd. 10. Plaats de linkerzijde van de cartridge eerst in de bovenzijde van de image drum, druk deze tegen de veer op de drumeenheid en laat vervolgens de rechterzijde van de cartridge op de drumeenheid zakken.
11. Druk de cartridge voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de cartridge goed vastzit en druk vervolgens de gekleurde hendel (1) in de richting van de achterzijde van de printer. Hiermee vergrendelt u de cartridge en kan er toner naar de drumeenheid worden overgebracht. 1 12. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
IMAGE DRUM VERVANGEN Schakel de printer uit en laat de fuser ongeveer 10 minuten afkoelen voordat u de kap opent. LET OP! Ga voorzichtig met deze apparaten om. Ze zijn gevoelig voor statische elektriciteit. De printer bevat vier image drums: cyaan, magenta, geel en zwart. 1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd.
2. Let op de posities van de vier cartridges. 1 2 3 4 3. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge Pak de image drum aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit de printer.
4. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
7. Haal de nieuwe image drumcartridge uit de verpakking en plaats deze op het vel papier waarop ook de oude cartridge was geplaatst. Plaat de cartridge op dezelfde manier als de oude eenheid. Pak de oude eenheid voor het recyclen in het verpakkingsmateriaal. 8. Plaats de tonercartridge op de nieuwe image drumcartridge, zoals is weergegeven. Druk de linkerzijde van de cartridge eerst naar beneden en laat vervolgens de rechterzijde zakken.
10. Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in de printer zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de printerruimte plaatst. 11. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
DE TRANSPORTBAND VERVANGEN De transportband bevindt zich onder de vier image drums. Deze eenheid moet worden vervangen nadat er ongeveer 50.000 pagina’s zijn afgedrukt. Schakel de printer uit en laat de fuser ongeveer 10 minuten afkoelen voordat u de kap opent. 1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd.
2. Let op de posities van de vier cartridges. Het is van essentieel belang dat ze in dezelfde volgorde worden teruggeplaatst. 1 2 3 4 3. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge Til alle drumeenheden uit de printer, te beginnen aan de achterkant, en plaats ze op een veilige plek waar ze niet worden blootgesteld aan warmte en licht. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig.
4. Zoek de twee bevestigingen (5) aan beide zijden van de band en zoek de greep (6) aan de voorzijde. 5 6 5. Draai de twee bevestigingen 90° naar links. Hierdoor komt de band los van de printerbehuizing. 6. Trek de greep (6) omhoog zodat de band aan de voorzijde omhoog komt en trek de transportband uit de printer. 7. Laat de nieuwe transportband op zijn plaats zakken, met de greep aan de voorzijde en het drijfwerk aan de achterzijde van de printer.
DE FUSER VERVANGEN De fuser zit in de printer direct achter de vier image drumeenheden. WAARSCHUWING! Als de printer kortgeleden nog is ingeschakeld geweest, zijn sommige fuseronderdelen erg heet. Ga heel voorzichtig met de fuser om en houdt de fuser alleen vast bij de greep, die slechts warm aanvoelt. Een waarschuwingsetiket geeft duidelijk dit gebied aan. Als u twijfelt, schakelt u de printer uit en wacht u minimaal 10 minuten om de fuser te laten afkoelen voordat u de kap van de printer opent.
2. Zoek de fuserhendel (1) boven op de fusereenheid. 1 C 2 M Y K 3. Trek de twee fuserhendels (2) in de richting van de voorzijde van de printer zodat ze helemaal rechtop staan. 4. Houd de fuser vast bij de greep (1) en til de fuser recht omhoog uit de printer. Indien de fuser nog warm is, plaats u deze op een vlak oppervlak dat niet beschadigd kan raken door hitte. 5. Haal de nieuwe fuser uit de verpakking en verwijder het transportmateriaal. 6.
7. Laat de fuser in de printer zakken, waarbij u de twee nokjes (3) in de uitsparingen in het metalen gedeelte tussen het fusergebied en de image drums laat zakken. 8. Duw de twee hendels (2) waarmee de fuser wordt vergrendeld naar de achterzijde van de printer om de fuser vast te zetten. C 2 M Y K 9. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
DE LED-KOP REINIGEN Reinig de LED-kop als de afdrukken onhelder zijn, witte lijnen bevatten of als tekst vaag is. 1. Schakel de printer uit en open de kap aan de bovenzijde van de printer. 2. Veeg de LED-kop voorzichtig schoon met LED-lensreinigingsmiddel of een zachte doek. LET OP! Gebruik geen methylalcohol of andere oplosmiddelen op de LEDkop. Dit kan schade aan het lensoppervlak tot gevolg hebben. 3. Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer.
EXTRA GEHEUGEN INSTALLEREN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u extra RAM-geheugen in uw printer installeert als geheugenupgrade.
GEHEUGENUITBREIDING Het basisprintermodel is uitgerust met 32 MB geheugen. Dit kan worden uitgebreid met een extra geheugenkaart van 64 MB of 256 MB, hetgeen resulteert in een maximale geheugencapaciteit van 288 MB. De installatie kost een paar minuten. U hebt hierbij een middelgrote kruiskopschroevendraaier nodig. 1. Schakel de printer uit en verwijder het netsnoer. 2. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig.
4. Verwijder de schroef waarmee de rechterklep is vastgezet. 5. Til de rand van de zijklep iets op aan de twee punten die in de afbeelding worden weergeven en trek de klep aan de bovenkant naar u toe. Til de klep iets op om deze van de printer te verwijderen. Plaats de klep op een veilige plaats naast de printer. 6. Haal de nieuwe geheugenkaart voorzichtig uit de verpakking. Probeer de kaart alleen aan de korte zijden vast te houden en raak geen metalen onderdelen aan.
8. Zoek de RAM-uitbreidingssleuf (1) in de printer. 2 1 2 9. Als deze RAM-uitbreidingssleuf al een geheugenkaart bevat, moet u deze geheugenkaart verwijderen voordat u de nieuwe kaart kunt installeren. Als u een geheugenkaart moet verwijderen, neemt u eerst de volgende stappen. Als de sleuf geen kaart bevat, begint u bij stap 10 (a) Zoek de klemmen (2) aan beide zijden van de RAMuitbreidingssleuf (1). (b) Druk de klemmen naar buiten en in de richting van de printer.
13. Sluit de zijklep van de printer en draai de schroef die u in stap 4 hebt verwijderd, weer vast. 14. Sluit de voorklep en de kap aan de bovenzijde en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen. 15. Sluit het netsnoer weer aan en schakel de printer in. 16. Als de printer gereed is, drukt u een menuoverzicht met printerinstellingen af door de knop ON LINE op het statusscherm 2 seconden ingedrukt te houden. 17. Bekijk de eerste pagina van het menu-overzicht.
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Als u de aanbevelingen in deze handleiding over het gebruik van afdrukmedia opvolgt en u de media in goede staat houdt, levert de printer jarenlang betrouwbare prestaties. Toch kan het papier af en toe vastlopen. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u dit vastgelopen papier snel en eenvoudig verwijdert. Papier kan vastlopen als het verkeerd wordt ingevoerd vanuit de papierlade of op elk punt van de papierbaan in de printer.
WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 3. Let op de posities van de vier cartridges. 1 2 3 4 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge U moet alle vier image drums verwijderen om bij het papierpad te kunnen. 4. Pak de cyaan image drum aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit de printer.
5. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht. 6. Herhaal deze procedure voor de overige drumeenheden. 7. Kijk in de printer of er vellen papier bij de transportband zichtbaar zijn.
l Als u een vel uit het centrale gebied van de band (2) moet halen, tilt u het vel voorzichtig van de band en haalt u het vel eruit. 4 3 2 1 l Als u een vel moet verwijderen dat al gedeeltelijk in de fuser (3) is ingevoerd, tilt u het uiteinde van het vel voorzichtig van de band, drukt u de ontgrendelingshendel (4) van de fuser naar voren en naar beneden om de druk van het vel te halen en trekt u het vel er via de drumruimte uit. Laat de ontgrendelingshendel weer los.
8. Plaats de vier image drums terug in de drumruimte. Plaats eerst de cyaan image drum terug, de drum die het dichtst bij de fuser zit. Zorg ervoor dat u de drums in de juiste volgorde plaatst. 1 2 3 4 l 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in de printer zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de printerruimte plaatst.
9. Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer, maar druk deze nog niet helemaal aan. Zo worden de drums niet blootgesteld aan fel licht, terwijl u de overgebleven gebieden controleert op vastgelopen papier. 10. Open het uitvoervak aan de achterzijde (5) en controleer of er papier in de papierbaan aan de achterzijde zit (6). 6 5 l Trek eventuele vellen uit dit gedeelte van de printer.
12. Til de ontgrendeling van de klep aan de voorzijde op en open de voorklep. 13. Controleer of er vellen zijn vastgelopen, verwijder eventuele vellen die u vindt en sluit de klep.
14. Trek de papierlade uit de printer. Controleer of het papier netjes is gestapeld en niet is beschadigd en controleer ook of de papiergeleiders goed tegen de randen van de papierstapel zijn aangeschoven. Plaats nu de lade weer terug. 15. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
SPECIFICATIES Item Specificatie Afmetingen 425 x 561 x 345mm (B x D x H) Gewicht Ca.
TREFWOORDENLIJST A Afdrukinstellingen opslaan...................................23 Afdrukken afbeeldingspositie aanpassen .49 Afdrukstand instelling in Windows ..............24 Afdrukvolgorde uitvoervak (afgedrukte zijde naar beneden) ...............................19 uitvoervak (afgedrukte zijde naar boven) ...................................19 E Energiebesparing vertragingstijd.........................47 Enveloppen laden ......................................20 Etiketten aanbevolen soorten ..............
P T Papier aanbevolen soorten .................14 Taal weergave en taal voor rapporten wijzigen .................................48 briefhoofdpapier laden ............18 cartridgelade plaatsen.............17 formaatinstelling in Windows ................................23 ladeselectie in Windows ..........23 ondersteunde papierformaten ......................15 vastgelopen papier verwijderen ............................79 Poster afdrukken ........................
CONTACTGEGEVENS VAN OKI Oki Systems (Holland) b.v. Neptunusstraat 27-29 2132 JA Hoofddorp Oki Systems (Belgium) Schaarbeeklei 49 - 51 B-1800 Vilvoorde Fax: 023-5563740 Helpdesk: 0800 - 5563750 Internet: http://www.oki.nl Fax: 02 - 2531848 Helpdesk: 0900-1061 Internet: http://www.oki.
C3100 central house balfour road, hounslow tw3 1hy united kingdom tel +44 (0) 20 8219 2190 Fax +44 (0) 20 8219 2199 07047307 Iss.