C3450 Gebruikershandleiding C3450n C3000
VOORWOORD We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en upto-date weer te geven. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de gevolgen van fouten waarvoor deze niet verantwoordelijk is. De fabrikant kan ook niet garanderen dat wijzigingen in software en apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie in de handleiding.
EERSTE HULP BIJ ONGEVALLEN Wees behoedzaam met tonerpoeder: Laat indien ingeslikt kleine hoeveelheden water drinken en schakel medische hulp in. NIET laten braken. Indien er tonerpoeder wordt ingeademd, moet de persoon naar buiten worden gebracht voor frisse lucht. Raadpleeg onmiddellijk een arts. Indien er tonerpoeder in de ogen is terechtgekomen, dienen deze gedurende ten minste 15 minuten met veel water te worden uitgespoeld terwijl de ogen geopend blijven. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
INHOUD Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Eerste hulp bij ongevallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fabrikant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Importeur voor de EU/erkend vertegenwoordiger . . Milieu-informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 3 3 3 3 Inhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Opmerking, Let op en Waarschuwing . . . . . . . . . . . . .
De standaardprinter en het papierformaat wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Opties voor pagina-instelling . . . . . . . . . . Afdrukopties – Aantal en pagina's . . . . . . Opties voor de printerinstelling . . . . . . . . Printeropties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Proefafdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De printersoftware gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . Status Monitor (alleen Windows) . . . . . . . . . . . . . . De Status Monitor gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . Tabblad Printerstatus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tabblad Printerinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . Tabblad Voorkeuren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Printerfuncties (Gebruikersinstellingen) . . . . . . . . . . Gebruikersinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
OPMERKING, LET OP EN WAARSCHUWING OPMERKING Opmerkingen zijn toelichtingen of tips met extra informatie om u te helpen het product beter te gebruiken en begrijpen. LET OP! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden. WAARSCHUWING! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
INLEIDING Gefeliciteerd met de aankoop van een Oki-kleurenprinter. Uw nieuwe printer is uitgerust met geavanceerde mogelijkheden voor heldere, levendige afdrukken in kleur en scherpe afdrukken in zwart-wit met hoge snelheid op een aantal verschillende afdrukmedia.
PRINTEROVERZICHT VOORAANZICHT 1 2 3 4 8 7 6 1. Printerdeksel. 2. Bedieningspaneel. Statuslampjes en bedieningsknoppen. 3. Ontgrendeling van de universele lade. (druk erop om de lade te openen). 4. Universele lade (geopend weergegeven). Deze lade wordt gebruikt voor handmatig dubbelzijdig afdrukken, en de invoer van zwaarder papier, enveloppen en andere speciale media. Indien nodig kan deze lade ook voor handmatige invoer van enkele vellen worden gebruikt. 5 5. Cassettelade.
ACHTERAANZICHT Hier ziet u het verbindingspaneel en het uitvoervak aan de achterzijde. 9 10 12 11 LAN 9. Uitvoervak, afgedrukte zijde naar beneden Standaarduitvoervak voor afdrukken. Kan maximaal 150 vel papier van 80 g/m² bevatten. 10. Achteruitvoervak, afdrukzijde omhoog. Dit uitvoervak kan maximaal 10 vel standaardpapier van 80 g/m² bevatten en ondersteunt papiersoorten tot maximaal 203 g/m². TEST 11. Netsnoeraansluiting. 12.
BINNEN IN DE PRINTER 13 14 15 17 16 13. Fusereenheid. De fusereenheid bevat een verwarmde rol die de toner op het afdrukmateriaal (papier of kaart) fixeert. 14. Fuserhendel. De hendel heeft een stand waarin de tonercartridge is vergrendeld en een stand waarin de cartridge kan worden verwijderd en vervangen. 15. Tonercartridges en tonercartridgehendels. De vier tonercartridges bevatten droge poederinkt.
HET BEDIENINGSPANEEL Het bedieningspaneel maakt bediening door de operator mogelijk. Bovendien wordt hierop aangegeven dat de printer normaal werkt of dat deze aandacht vereist. Uitgebreide informatie over de printerstatus wordt door de statusmonitor in Windows of de printerdriver in Mac geleverd. (Zie 'De Status Monitor gebruiken' op pagina 72.
KNOPPEN Werking Op het bedieningspaneel vindt u twee schakelaars genaamd ON LINE (ONLINE) en CANCEL (ANNULEREN). Elke knop heeft de volgende vier bedieningsmodi: MODUS BESCHRIJVING Kort indrukken (1 Druk op de knop en laat deze binnen 2 seconden weer los. seconde indrukken) Wanneer u de knop loslaat, wordt de handeling gestart. 2 seconden indrukken (2 sec. indrukken) 5 seconden indrukken (5 sec. indrukken) Indrukken tijdens inschakelen Druk op de knop en laat deze na 2 tot 5 seconden weer los.
5 SECONDEN INDRUKKEN 1 SECONDE INDRUKKEN 2 SECONDEN INDRUKKEN 5 SECONDEN INDRUKKEN KNOP CANCEL (ANNULEREN) 2 SECONDEN INDRUKKEN KNOP ON LINE (ONLINE) 1 SECONDE INDRUKKEN STATUS VÓÓR INDRUKKEN ONLINE (gegevens worden ontvangen, verwerkt of afgedrukt) OFFLINE wordt actief – – – Taak wordt geannuleerd – Er wordt om handmatige invoer gevraagd Laadt – papier vanuit de cassettel ade – – Papier is ingesteld in de universele lade (geen afdruktaak) OFF LINE Menuwordt overzicht actief wordt afge-
LED-DISPLAYS Algemeen De printerstatus (die wordt aangegeven door de lampjes) kan ruwweg als volgt worden gecategoriseerd: 1. Normale status (groen): de printer werkt normaal. De printer is bijvoorbeeld ON LINE of bezig met verwerken. 2. Waarschuwingsstatus (geel): u kunt doorgaan met het gebruik van de printer zonder in te grijpen, maar er kan een fout optreden. 3. Foutstatus (geel, knipperend): u kunt niet doorgaan met het gebruik van de printer. Ingrijpen is vereist om de fout te corrigeren.
Verlichtingspatronen en betekenis Bij de lampjes worden de volgende verlichtingspatronen gebruikt om een groot aantal statussituaties afzonderlijk en in combinatie te kunnen weergeven: LAMPJE VERLICHTINGSPATROON STATUS Voeding (Gereed) OFF Stroom UIT Groen Aan ONLINE (inactief) Knipperend 1 (elke 2 sec.) OFF LINE (dit knipperpatroon wordt altijd gebruikt bij foutsituaties) Knipperend 2 (elke 0,5 sec.
Foutmelding voor serviceafdeling Wanneer de foutmelding voor de serviceafdeling optreedt, knipperen alle LED's snel en tegelijk met intervallen van 120 ms.
AANBEVOLEN PAPIER De printer kan allerlei afdrukmedia verwerken, waaronder papier van verschillende gewichten en formaten, zoals enveloppen. In deze sectie wordt een algemeen advies gegeven over de keuze van de media en wordt uitgelegd hoe elk type moet worden gebruikt. U krijgt de beste prestaties als u standaardpapier van 75-90 g/m² gebruikt dat is ontworpen voor het gebruik in kopieermachines en laserprinters.
CASSETTELADE LADE GEWICHT (G/M²) GROOTTE AFMETINGEN A6 105 x 148 mm A5 148 x 210 mm Licht: 64 - 74g/m² B5 182 x 257 mm Cassette Gemiddeld: 75 - 90g/m² Executive 184,2 x 266,7 mm Lade Zwaar: 91 - 120g/m² A4 210 x 297 mm Letter 215,9 x 279,4 mm Legal 33,02 cm 216 x 330 mm Legal 34,29 cm 216 x 343 mm Legal 14 inch 216 x 356 mm In de cassettelade kunt u papier plaatsen met een gewicht van 64g/m² tot 120g/m².
Papier met watermerken of briefhoofdpapier moeten met de afdrukzijde omhoog en met de bovenzijde als eerste in de printer worden geplaatst.
De stapelaar met de afdrukzijde omhoog kan maximaal 10 vel standaardpapier van 80 g/m² bevatten en ondersteunt papiersoorten tot maximaal 203 g/m². Gebruik voor door deze stapelaar papiersoorten zwaarder dan 176 g/m² altijd dit vak en de universele lade.
PAPIER PLAATSEN CASSETTELADE 1. Verwijder de cassettelade uit de printer. 2. Waaier het papier aan de korte zijden (1) en de lange zijden (2) uit om ervoor te zorgen dat er geen vellen aan elkaar kleven en tik vervolgens met de zijden van het papier op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken (3).
3. Stel de achterste schuif (1) en de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. Gebruik de markeringen op de printer als richtlijn. 1 2 4. Plaats het papier (1). Gebruik de niveau-indicaties (2) als een richtlijn. Plaats briefhoofdpapier met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde in de richting van de voorkant van de printer.
Vastlopen van papier voorkomen: > Laat geen ruimte vrij tussen het papier en de geleiders, en het papier en de achterste schuif. > Plaats niet te veel papier in de cassettelade. Hoeveel papier er kan worden geladen, hangt af van het soort papier. > Plaats geen beschadigd papier. > Plaats geen papier van verschillend formaat in de papierlade. > Trek de papiercassette tijdens het afdrukken niet uit de printer. 5. Sluit de papiercassette voorzichtig. 6.
8. Gebruik altijd de stapelaar met de afdrukzijde omhoog (achterkant) voor zwaar papier, zoals indexkaarten. 1 LET OP! Open of sluit de het uitvoervak aan de achterzijde van de printer niet tijdens het afdrukken omdat hierdoor het papier kan vastlopen.
MULTI PURPOSE TRAY 1. Open de universele lade en druk de papiersteun (2) voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de steun vastzit in de onderste stand. 1 2 2. Pas de papiergeleiders (1) aan aan het formaat van het papier waarop u gaat afdrukken en gebruik de markeringen op de papiersteun. 3. Plaats een vel papier op de papiersteun zodat het wordt vastgepakt. > Plaats één vel papier van uw keus tegelijk.
AFDRUKKEN IN WINDOWS De printermenu's bieden toegang tot een groot aantal opties. Zie 'De printersoftware gebruiken' op pagina 71 voor meer informatie. Ook de printerdriver van Windows bevat veel instellingen voor dezelfde opties. Als opties in de printerdriver overeenkomen met opties in de menu's en u documenten vanuit Windows afdrukt, hebben de instellingen van de Windows-printerdriver voorrang boven de instellingen in de menu's.
VOORKEURSINSTELLINGEN VOOR AFDRUKKEN IN WINDOWSTOEPASSINGEN Als u een document vanuit een Windows-toepassing afdrukt, verschijnt het dialoogvenster Afdrukken. In dit dialoogvenster wordt gewoonlijk de naam van de printer weergegeven waarop het document wordt afgedrukt. Naast de naam van de printer bevindt zich de knop Eigenschappen.
TABBLAD INSTELLINGEN Als u op de knop Eigenschappen klikt vanuit het dialoogvenster Afdrukken van uw toepassing, wordt het drivervenster geopend waarin u uw afdrukvoorkeuren voor het huidige document kunt opgeven. 1. Het papierformaat moet overeenkomen met het papierformaat van uw document (tenzij u de afdruk wilt aanpassen aan een ander formaat) en overeenkomen met het formaat van het papier dat in de printer is geladen. 2. U kunt de papierbron instellen.
formaat, en de uitgebreide instellingen voor de cassettelade en de universele lade te openen. 5. U kunt allerlei afwerkingsopties selecteren, bijvoorbeeld voor het afdrukken van één pagina per vel of afdrukken van X op één (waarbij X een getal tot maximaal 16 kan zijn) voor het verkleind afdrukken van meer dan één pagina per vel. Kies de optie voor het afdrukken van posters om grote pagina’s verdeeld over meerdere vellen af te drukken. 6.
TABBLAD TAAKOPTIES 1. De uitvoerresolutie van de afgedrukte pagina kan als volgt worden ingesteld. > De ProQ2400-instelling drukt meerlaags bij 600 x 600 dpi af. Voor deze instelling is het meeste printergeheugen vereist en is de afdruktijd het langst. Het is de beste optie voor het afdrukken van foto's en de reproductie van kleurendetails. > Met de instelling Fijn/Detail drukt u bij 1200 x 1600 dpi af. Dit is de beste optie voor het afdrukken van vectorobjecten, zoals afbeeldingen en tekst.
5. U kunt maximaal 999 exemplaren opeenvolgend afdrukken, hoewel u de papiercassette tijdens dergelijke lange afdruktaken moet aanvullen. 6. De afdrukstand kan worden ingesteld op staand (lengte) of liggend (breedte). 7. De afgedrukte pagina's kunnen worden aangepast aan groter of kleiner papier. 8. U kunt watermerktekst afdrukken achter de afbeelding van de hoofdpagina. Dit is handig voor het markeren van documenten als concept, vertrouwelijk, enzovoort. 9.
TABBLAD KLEUR 1. De kleuruitvoer van de printer kan automatisch of, voor geavanceerde besturing, handmatig worden ingesteld. Meestal kan de automatische instelling worden gebruikt. De overige opties in dit venster worden alleen zichtbaar wanneer u een andere optie dan Automatisch selecteert. Bij afdrukken in grijswaarden werkt de printer op de snelste afdruksnelheid (ongeveer 20 ppm) en worden alle pagina's in zwart-wit afgedrukt. 2.
4. Zwarte gebieden kunnen worden afgedrukt met 100% cyaan, magenta en geel, waardoor de gebieden meer glans krijgen (composiet zwart), of met alleen zwarte toner, waardoor de gebieden matter worden weergegeven (echt zwart). Als u de instelling Automatisch kiest, kan via de driver de beste keuze worden gemaakt, afhankelijk van de inhoud van de afbeelding. 5. Klik op de knop Standaard om de standaardafdrukinstellingen te herstellen.
TABBLAD ALGEMEEN 1. Hier worden enkele van de belangrijkste functies van uw printer vermeld. 2. Met deze knop worden dezelfde vensters geopend als de vensters voor items die kunnen worden ingesteld in toepassingen en die eerder zijn beschreven in 'Voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windowstoepassingen' op pagina 28. De wijzigingen die u hier aanbrengt worden echter de nieuwe standaardinstellingen voor alle Windows-toepassingen. 3.
TABBLAD GEAVANCEERD 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 11 1. U kunt opgeven op welke tijd van de dag de printer beschikbaar is. 2. De huidige prioriteit wordt aangegeven, van 1 (laagste) tot 99 (hoogste). Documenten met de hoogste prioriteit worden het eerst afgedrukt. 3. Hiermee geeft u op dat documenten in de wachtrij moeten worden geplaatst (opgeslagen in een speciaal afdrukbestand) voordat deze worden afgedrukt.
5. Deze optie is het tegenovergestelde van de optie die hiervóór is genoemd. Het afdrukken wordt direct gestart nadat het document in de wachtrij wordt geplaatst. 6. Hiermee kunt u opgeven dat het document niet in de wachtrij moet worden geplaatst, maar direct moet worden afgedrukt. De toepassing kan normaal gesproken niet verder worden gebruikt totdat de afdruktaak is voltooid. Aangezien er in dit geval geen wachtrijbestand is, is er minder ruimte nodig op de vaste schijf van de computer. 7.
10. Hiermee geeft u aan of geavanceerde functies, zoals de paginavolgorde en het aantal pagina's per vel beschikbaar zijn, afhankelijk van de printer. Laat deze optie ingeschakeld voor normale afdruktaken. U kunt de functie uitschakelen bij compatibiliteitsproblemen. In dat geval zijn deze geavanceerde opties echter mogelijk niet beschikbaar, hoewel deze wel door de hardware worden ondersteund. 11. Met deze knop hebt u toegang tot dezelfde instellingsvensters als bij het afdrukken vanuit toepassingen.
AFDRUKKEN IN MAC Mac OS 9 wordt niet ondersteund. MAC OSX De informatie in de navolgende paragrafen is gebaseerd op Mac OS X Tiger (10.4). Andere versies, zoals Panther (10.3) en Jaguar (10.2), zien er mogelijk iets anders uit maar de principes zijn hetzelfde. AFDRUKOPTIES INSTELLEN U kunt uw printer kiezen en opties selecteren voor het afdrukken van uw document in het dialoogvenster Print. Printeropties instellen: 1. Open het document dat u wilt afdrukken. 2.
5. Selecteer uw printer in het venstermenu Printer. 6. Als u printerdriverinstellingen wilt wijzigen, selecteert u de gewenste opties in het venstermenu 'Instellingen'. U kunt meer opties selecteren in het menu Aantal en pagina's. Voor een beschrijving van deze opties raadpleegt u “Afdrukopties – Aantal en pagina's” . 7. Klik op de knop Print. AFDRUKOPTIES OPSLAAN U kunt een reeks printerdriveropties opslaan om deze voor toekomstige documenten te gebruiken. 1. Open het document dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Opslaan als standaard in het venstermenu Instellingen. 4. Als u de huidige printerdriverinstellingen al een preset wilt opslaan, selecteert u Bewaar als als in het menu Preset. 5. Geef een naam op voor de preset en klik op OK. DE STANDAARDPRINTER EN HET PAPIERFORMAAT WIJZIGEN In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u de opties voor de standaardprinter en het papierformaat wijzigt. 1. Selecteer Apple-menu > Systeemvoorkeuren. 2. Klik op het symbool Print en fax. 3.
OPTIES VOOR PAGINA-INSTELLING In de volgende paragrafen worden de beschikbare opties voor de pagina-instelling beschreven. Paginakenmerken U kunt 'Opslaan als standaard' kiezen om de huidige pagina-instellingen standaard te gebruiken voor alle documenten. Stel in voor Hiermee kunt u het printermodel kiezen voordat u opties zoals Papierformaat en Richting wijzigt. Papierformaat Kies een papierformaat dat overeenkomt met uw document en het papier dat u in de printer hebt geplaatst.
Richting U kunt de optie Staand of Liggend kiezen. Als u Liggend gebruikt, kunt u de richting 180 graden omdraaien. AFDRUKOPTIES – AANTAL EN PAGINA'S Aantal Gebruik deze optie om het aantal af te drukken exemplaren op te geven. Als u Gesorteerd hebt geselecteerd, worden alle pagina's van het document afgedrukt voordat het volgende exemplaar wordt afgedrukt. Pagina's U kunt kiezen of u alle pagina's van een document of een deel ervan wilt afdrukken.
Lay-out Pagina's per blad U kunt meerdere pagina's verkleinen en op één vel papier afdrukken. Als u bijvoorbeeld 4-up kiest, worden vier pagina's van uw document op één vel papier afgedrukt. U kunt de volgorde waarin documenten worden afgedrukt instellen en tevens een rand om elke documentpagina maken.
Planner Gebruik deze optie om te kiezen of u uw document onmiddellijk of later wilt afdrukken. U kunt ook een prioriteit aan een afdruktaak toewijzen. Deze functies zijn nuttig als u grote documenten met een lange afdruktijd afdrukt.
Omgaan met papier Paginavolgorde U kunt uw document in de normale paginavolgorde (1, 2, 3...) of in omgekeerde volgorde (...3, 2, 1) afdrukken. Print Gebruik deze optie om te kiezen of u alleen even of alleen oneven pagina's wilt afdrukken. Dit is nuttig als u de handmatige duplexeenheid gebruikt en eerst alle oneven pagina's afdrukt, het papier opnieuw plaatst en vervolgens alle even pagina's afdrukt. Doelpapierformaat Pas documenten aan zodat ze op het papier in de printer passen.
ColorSync Kleurconversie Voor Kleurconversie is Standaard de enige optie die voor uw printermodel beschikbaar is. Quartz-filter Gebruik een Quartz-filter als u een speciaal effect op uw afdruktaak wilt toepassen, zoals sepia of blauwtoon. Dit is alleen mogelijk onder Mac OS X 10.3 (Panther) of latere versies.
Voorblad Kies een voorblad om een afgedrukt document in een grote stapel papier te kunnen vinden. Dit is nuttig in een druk kantoor waar vele mensen de printer gebruiken. Papierbron Gebruik deze optie om de papierlade te selecteren die u voor uw afdruktaak gebruikt.
Afdrukkwaliteit Afdrukkwaliteit Gebruik deze optie om de afdrukresolutie te kiezen. De instelling ProQ2400 produceert de beste grafische afbeeldingen maar het afdrukken van deze afbeeldingen duurt langer. Foto verbeteren Gebruik Foto verbeteren om de afdrukkwaliteit van foto's aanzienlijk te verbeteren. De printerdriver analyseert fotobeelden en verwerkt deze om het algehele uiterlijk te verbeteren. U kunt deze instelling niet in combinatie met de afdrukkwaliteitinstelling ProQ2400 gebruiken.
Kleur Kleurmodus KLEURMODUS BESCHRIJVING Automatische kleur De driver kiest de meest geschikte kleurinstellingen. Geavanceerde kleur Hiermee kunt u handmatig de instellingen voor kleur en zwart-wit aanpassen of selecteren. Grijswaarden Hiermee converteert u alle kleuren naar grijstinten.
Kleuraanpassing KLEUR BESCHRIJVING Monitor (6500K) Perceptueel Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's. Bij het afdrukken van de kleuren ligt de nadruk op de verzadiging. Monitor (6500K) - Levendig Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's maar met nog meer verzadigde kleuren. Monitor (9300K) Geoptimaliseerd voor het afdrukken van afbeeldingen vanuit toepassingen als Microsoft Office. Bij het afdrukken van de kleuren ligt de nadruk op de helderheid.
OPTIES VOOR DE PRINTERINSTELLING PRINTEROPTIES Papiergewicht Selecteer de dikte van het papier of het type papier in de printer. Het is belangrijk om deze optie correct in te stellen omdat het de temperatuur beïnvloedt waarmee de toner op het papier wordt gefixeerd. Als u bijvoorbeeld op gewoon A4-papier afdrukt, moet u niet Etiketten selecteren omdat de toner dan vlekt en het papier vastloopt.
Handmatige invoer vanuit de universele lade Kies deze optie als u wilt dat de printer wacht totdat u op de knop ON LINE (ONLINE) hebt gedrukt wanneer u papier invoert vanuit de universele lade. Dit kan van pas komen als u op enveloppen afdrukt. Gebruik altijd 100% zwarte (K) toner Kies deze optie als u wilt dat de printer altijd zwarte toner (K) gebruikt bij het afdrukken van puur zwart (RGB = 0,0,0). Dit is zelfs effectief wanneer samengesteld zwart (CMYK) in de kleuropties is geselecteerd.
Samenvatting Met deze optie geeft u een samenvatting weer van alle geselecteerde afdrukopties voor de huidige taak.
AFDRUKKEN In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u basisafdruktaken met uw printer uitvoert. PROEFAFDRUK HIERMEE WORDT EEN VOORBEELDPAGINA AFGEDRUKT Schakel de printer in en laat deze opwarmen. Druk op de knop ON LINE (ONLINE) op uw printer en houd de knop 5 seconden ingedrukt. Er wordt een voorbeeldpagina afgedrukt. DRUK EEN STATUSPAGINA AF Schakel de printer in en laat deze opwarmen. Als u een statuspagina wilt afdrukken, houdt u de knop ON LINE (ONLINE) op uw printer 2 seconden ingedrukt.
informatie nodig hebt, klikt u op de knop Duplex Help. Klik vervolgens op de knop Afdrukken. 3. Eerst wordt elke tweede pagina van uw document afgedrukt. Wanneer dit is voltooid, wordt het volgende bericht op het scherm weergegeven waarin u wordt gevraagd het papier op te tillen, om te draaien en in de cassettelade te plaatsen. 4. Open de cassettelade.
5. Haal het afgedrukte papier uit het uitvoervak en plaats het papier in de cassettelade met de afgedrukte zijde omhoog en de onderzijde van het papier naar de printer. Sluit de cassettelade en druk op de knop ON LINE (ONLINE) volgens de aanwijzingen in het statusbericht. Het berichtvenster wordt gesloten en de resterende pagina's van het document worden afgedrukt.
HANDMATIG DUPLEXAFDRUKKEN MET DE UNIVERSELE LADE OPMERKING: Wanneer u afdrukt met de universele lade, voert u de pagina's één voor één in. 1. Pas de papiergeleiders aan het papierformaat in de universele lade aan. 2. Plaats één vel papier tegelijk in de universele lade. Het papier wordt automatisch gepositioneerd. 3. Kies Bestand -> Afdrukken om het dialoogvenster Afdrukken weer te geven. 4. Klik op de knop Eigenschappen.
6. Leg één vel papier tegelijk in de universele lade met de afdrukzijde omhoog en de onderzijde van het papier richting de printer. Zorg ervoor dat het papier wordt vastgepakt. 7. Druk op de knop ON LINE (ONLINE). De resterende pagina's van uw document worden afgedrukt op de blanco zijde van het papier. AFDRUKKEN OP ANDER MATERIAAL In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u op ander papier dan normaal A4-papier afdrukt.
AFDRUKKEN OP ENVELOPPEN OPMERKING: Gebruik geen enveloppen met transparante vensters. Gebruik alleen papieren enveloppen. 1. Pas de papiergeleiders in de cassettelade of de universele lade aan met behulp van de indicatielampjes op de printer. 2. Plaats uw enveloppen in de lade, afdrukzijde omhoog, korte zijde richting de printer en flap naar rechts. Voeg niet meer dan 10 enveloppen tegelijk toe. 3. U kunt in uw besturingssysteem het afdrukmediamenu openen en het enveloppeformaat selecteren. 4.
OVERIGE AFDRUKOPTIES INSTELLEN In de volgende paragrafen wordt in het kort uitgelegd hoe u afdrukopties voor een specifieke afdruktaak instelt. AFDRUK AANPASSEN AAN PAGINA U kunt ervoor kiezen om uw document af te drukken op papier van een groter of kleiner formaat, afhankelijk van het beschikbare afdrukmateriaal. 1. Leg op de gebruikelijke manier papier in de cassettelade of de universele lade. 2. Kies Bestand -> Afdrukken en klik op de knop Eigenschapen. Klik vervolgens op de knop Papierinvoeropties.
KLEURENDOCUMENTEN AFDRUKKEN IN ZWART-WIT U kunt tijd en toner besparen door kleurendocumenten in zwartwit af te drukken. Open het tabblad Kleur in de afdrukeigenschappen en kies de optie 'Monochroom' in Windows of de optie 'Grijswaarden' in Mac voordat u uw document afdrukt. EEN AFDRUKTAAK ANNULEREN U kunt een afdruktaak annuleren in uw softwaretoepassing, in de afdrukwachtrij of met de knop CANCEL (ANNULEREN) op de printer.
AFDRUKKEN IN KLEUR De printerdrivers die geleverd zijn bij de printer, bieden verscheidene mogelijkheden voor het wijzigen van de kleuruitvoer. Voor algemeen gebruik voldoen de automatische instellingen. Deze standaardinstellingen leveren goede resultaten op voor de meeste documenten. Veel toepassingen beschikken over eigen kleurinstellingen waarmee de instellingen van het printerstuurprogramma kunnen worden overschreven.
weergegeven. Dit verschil tussen monitors en printers is vaak de belangrijkste reden dat afgedrukte kleuren niet overeenkomen met de kleuren op het scherm. Omstandigheden bij het waarnemen Een afdruk kan er onder verschillende belichtingen heel anders uitzien.
Papiersoort Het soort papier dat wordt gebruikt, kan ook van invloed zijn op de afgedrukte kleur. Een afdruk op kringlooppapier kan er bijvoorbeeld doffer uitzien dan een afdruk op papier van hoge kwaliteit. TIPS VOOR AFDRUKKEN IN KLEUR De onderstaande richtlijnen kunnen u helpen bij het bereiken van een goede kleuruitvoer van de printer. FOTO'S AFDRUKKEN Gebruik de instelling Monitor (6500k) Perceptueel.
TOEGANG TOT DE KLEURAANPASSINGSOPTIES De kleuraanpassingsopties van de printerdriver kunnen worden gebruikt om de afgedrukte kleuren beter af te stemmen op de kleuren die op uw monitor of op een andere bron, zoals een digitale camera, worden weergegeven. De kleuraanpassingsopties openen vanuit het Configuratiescherm van Windows: 1. Open het venster Printers (Printers en faxapparaten in Windows XP). 2. Klik met de rechtermuisknop op de printernaam en kies Eigenschappen. 3.
2. Klik op de knop Eigenschappen naast de printernaam. KLEURAANPASSINGSOPTIES INSTELLEN 1. Selecteer op het tabblad Kleur de optie Geavanceerde kleur (zie 1 hieronder) bij Kleurkoppeling. 1 2 2. Kies de kleurinstelling Handmatig (2) en selecteer een van de volgende opties: 1 b c d (a) a 2 e Monitor (6500k) Perceptueel Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's. Bij het afdrukken van de kleuren ligt de nadruk op de verzadiging.
(b) Monitor (6500k) Levendig Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's, maar met nog intenser verzadigde kleuren dan bij de instelling Monitor (6500k) Perceptueel. (c) Monitor (9300k) Geoptimaliseerd voor het afdrukken van afbeeldingen vanuit toepassingen als Microsoft Office. Bij het afdrukken van de kleuren ligt de nadruk op de helderheid. (d) Digitale camera Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's die zijn gemaakt met een digitale camera.
DE FUNCTIE KLEURMONSTER GEBRUIKEN Als u de functie Kleurmonster wilt gebruiken, moet u het hulpprogramma voor kleurmonsters installeren. Dit programma vindt u op de cd-rom die met uw printer is meegeleverd. Met de functie Kleurmonster kunt u overzichten met een reeks voorbeeldkleuren afdrukken. Dit is niet de volledige reeks kleuren die de printer kan afdrukken. Bij elke voorbeeldkleur worden de corresponderende RGB-waarden (Rood, Groen, Blauw) vermeld.
Dit verschil is hier niet van belang omdat uw voornaamste doel het afdrukken van de vereiste kleur is. HET HULPPROGRAMMA VOOR KLEURCORRECTIE GEBRUIKEN Het Oki-hulpprogramma voor kleurcorrectie vindt u op de cd-rom met de printerdriver. U moet dit programma apart installeren, aangezien het niet samen met de printerdriver wordt geïnstalleerd. Het hulpprogramma voor kleurcorrectie biedt de volgende functies: > De paletkleuren van Microsoft Office kunnen afzonderlijk worden aangepast.
DE PRINTERSOFTWARE GEBRUIKEN STATUS MONITOR (ALLEEN WINDOWS) De software van de Status Monitor staat los van de driversoftware en wordt ook afzonderlijk geïnstalleerd. OPMERKING De Status Monitor werkt alleen betrouwbaar als de gebruikte USB-kabel maximaal 2m lang is. De Status Monitor bevat een leesbare indicatie van de printerstatus die wordt weergegeven door de indicatielampjes (LED's) op het bedieningspaneel (zie 'Het bedieningspaneel' op pagina 12.).
DE STATUS MONITOR GEBRUIKEN OPMERKING U wordt geadviseerd tijdens het gebruik van de Status Monitor zo nodig de uitgebreide online Help te raadplegen. U kunt als volgt de status van de printer bekijken en de instellingen in de printermenu's weergeven of wijzigen in de Status Monitor: Klik op [Start], [Alle programma's] en selecteer Okidata OKI C3450 Status Monitor. De huidige printerstatus wordt weergegeven.
Met de knop Printermenu kunt u de instellingen van het printermenu openen. In het printermenu kunt u uw printerinstellingen configureren.
TABBLAD VOORKEUREN Als u dit tabblad selecteert, kunt u de informatie kiezen die door de Status Monitor wordt weergegeven en aangeven hoe en wanneer de Status Monitor wordt weergegeven. De standaardinstelling voor waarschuwingsweergave (Popup bij waarschuwingen) zorgt ervoor dat de Status Monitor wordt weergegeven om u te wijzen op een situatie die uw aandacht vereist, bijvoorbeeld dat het papier op is in de cassettelade.
PRINTERFUNCTIES (GEBRUIKERSINSTELLINGEN) Alle printeropties die via de Status Monitor zijn ingesteld, kunnen worden bekeken op een afgedrukt menuoverzicht (of statuspagina). Als u een statuspagina wilt afdrukken, drukt u op de knop ON LINE (ONLINE) op uw printer en houdt u de knop 2 seconden ingedrukt. GEBRUIKERSINSTELLINGEN 1. Klik op het tabblad Setup in de Status Monitor op Printermenu. Het menu Gebruikersinstellingen printermenu wordt weergegeven.
Beheerdersinstellingen Dit menu is bedoeld voor gebruik door specifieke, hiertoe aangewezen medewerkers. 1. Ga in het venster Gebruikersinstellingen naar Weergave -> menu Beheerder. Het menu Gebruikersinstellingen is bijgewerkt en bevat de menuopties voor de beheerder. In het menu Beheerderinstellingen zijn instelbare items aanwezig, zoals toegang tot de gebruikermenu's. Als u een menu op dit tabblad uitschakelt, wordt het niet op het tabblad Gebruikersinstellingen weergegeven.
2. Als u uw wijzigingen wilt opslaan, klikt u op het pictogram 'Gewijzigde instellingen toepassen' (zie hieronder) in de linkerbovenhoek. Als u een wijziging ongedaan wilt maken, klikt u op het pictogram Gewijzigde instellingen ongedaan maken. 1 2 OPMERKING U kunt rechtstreeks toegang krijgen tot het instellingsvenster voor printermenu's door op [Start], [Alle programma's] te klikken en Okidata OKI 3450 te selecteren.
Veel van deze instellingen kunnen worden overschreven en worden vaak ook overschreven door instellingen in de printerdrivers. In de driver kunnen echter diverse opties worden ingesteld op 'Printerinstelling'. Aan deze opties worden vervolgens de waarden toegewezen die in deze printermenu's worden ingevoerd. In de tabellen verderop in deze sectie worden de fabrieksinstellingen vetgedrukt weergegeven. HULPPROGRAMMA PRINTER MENU (ALLEEN MAC) Er is voor Mac geen Status Monitor.
MENU AFSLUITEN In dit menu is een optie aanwezig waarmee u de printer veilig kunt uitschakelen. MENU AFSLUITEN ITEM ACTIE BESCHRIJVING AFSLUITEN STARTEN UITVOEREN Hiermee bereidt u de printer voor om veilig te worden uitgeschakeld. MENU AFDRUKKEN Via dit menu kunt u allerlei functies voor afdruktaken wijzigen. MENU AFDRUKKEN ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING KOPIEËN 1-999 Voer in hoeveel exemplaren, van 1 tot en met 999, u van een document wilt afdrukken.
MENU MEDIA ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING LADE GEWOON BRIEFHOOFD BAND HERGEBRUIKT RUW GEBRUIKERSTYPE1 – 5 Hiermee selecteert u het type media dat in deze lade is geplaatst. Hierdoor kunnen de interne parameters voor de werking van de printer, zoals de parameters voor de snelheid en de fusertemperatuur, beter worden afgestemd op het materiaal dat moet worden ingevoerd. Zo kan voor een briefhoofd bijvoorbeeld een lagere fusertemperatuur beter zijn om te voorkomen dat de inkt uitloopt.
MENU MEDIA ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING AANGEPAST PAPIERFORMAAT MILLIMETER INCH Hiermee selecteert u de maateenheid voor de volgende twee items. - EENHEID MEDIA-GROOTTE AANGEPAST 64-210-216 PAPIER-FORMAAT MILLIMETER - MEDIA-BREEDTE 148-297-1200 AANGEPAST PAPIER-FORMAAT MILLIMETER - MEDIA-LENGTE Hiermee selecteert u de breedte van het papier die bij de instelling AANGEPAST is gedefinieerd en waarnaar in de instellingen voor Papierformaat hiervoor wordt verwezen.
MENU KLEUR ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING KLEURREGISTRATIE AANPASSEN UITVOEREN Hiermee wordt automatisch de aanpassing van de kleurregistratie uitgevoerd. Normaal wordt deze aanpassing uitgevoerd wanneer de printer wordt ingeschakeld en wanneer de kap aan de bovenzijde van de printer wordt geopend en weer wordt gesloten. Bij dit proces worden de beelden in cyaan, magenta en geel nauwkeurig uitgelijnd ten opzichte van het beeld in zwart.
MENU SYSTEEMCONFIGURATIE ITEMS INSTELLINGEN BESCHRIJVING ALARM WISSEN AAN TAAK Als u deze optie instelt op AAN, kunnen niet-kritische waarschuwingen, zoals verzoeken om een ander papierformaat, worden genegeerd door op de knop ON LINE (ONLINE) te drukken. Als u de optie instelt op Taak, worden de waarschuwingen gewist als de afdruktaak wordt hervat.
MENU USB Via dit menu kunt u de werking bepalen van de USBgegevensinterface van de printer. MENU USB ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING SOFTWARE RESETTEN INGESCHAKELD / UITGESCHAKELD Hiermee schakelt u de opdracht Softwarematig opnieuw instellen in of uit. (Alleen beschikbaar in Windows 98 en Windows Me.) MAXIMUM SNELHEID 12 MBPS 480 MBPS Hiermee geeft u de maximale overdrachtssnelheid op.
MENU ONDERHOUD Via dit menu hebt u toegang tot allerlei functies voor het onderhoud van de printer. MENU ONDERHOUD ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING MENU BEGINWAARDEN UITVOEREN Hiermee stelt u de menu's weer in op de standaardwaarden. MODUS ENERGIE- ON/OFF (Aan/uit) BESPARING Hiermee schakelt u de modus voor automatische energiebesparing in of uit. De vertraging voordat de printer naar deze modus overschakelt, kunt u in het systeemconfiguratiemenu instellen.
MENU GEBRUIK Dit menu is alleen bedoeld om informatie op te vragen en geeft een indicatie van het totale gebruik van de printer en de resterende gebruiksduur van de verbruiksmaterialen. Dit is met name handig als u niet over een volledige set vervangende verbruiksmaterialen beschikt en u wilt weten hoe snel u ze nodig hebt. MENU GEBRUIK ITEM BESCHRIJVING VELLEN Dit is het totale aantal afdrukken dat de printer heeft gemaakt. - TOTAAL - LADE - HANDMATIGE INVOER (UNIV.
5. Klik op de knop Printer Menu om een menuoverzicht met printerinstellingen af te drukken. OPMERKING Het is ook mogelijk een menuoverzicht met printerinstellingen vanaf het statusscherm af te drukken. Hiertoe houdt u de knop ON LINE (ONLINE) 2 seconden ingedrukt. DE TAAL OP HET LCD-SCHERM WIJZIGEN Voer indien nodig de volgende instructies uit om de taal te wijzigen die op de Status Monitor wordt weergegeven. 1. Start de Status Monitor. 2. Selecteer het tabblad Printerinstellingen. 3.
VERBRUIKSARTIKELEN VERVANGEN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de verbruiksmaterialen vervangt als dat nodig is. Als richtlijn kunt u voor de verwachtte gebruiksduur van deze materialen het volgende aanhouden: > Toner Startercartridge: Het apparaat wordt geleverd met voldoende zwarte, cyaan, magenta en gele en zwarte toner voor 1.500 A4pagina’s. Hierbij wordt de toner voor 500 A4-pagina’s gebruikt om de afbeeldingstrommel te laden (er zijn dan nog 1.000 A4-pagina's met een dekking van 5% over).
BESTELINFORMATIE VERBRUIKMATERIALEN ITEM GEBRUIKSDUUR BESTELNUMMER Toner, standaardcapaciteit, zwart 1.500 A4 bij 5% 43459436 Toner, standaardcapaciteit, cyaan 1.500 A4 bij 5% 43459435 Toner, standaardcapaciteit, magenta 1.500 A4 bij 5% 43459434 Toner, standaardcapaciteit, geel 1.500 A4 bij 5% 43459433 Toner, hoge capaciteit, zwart 2.500 A4 bij 5% 43459332 Toner, hoge capaciteit, cyaan 2.500 A4 bij 5% 43459331 Toner, hoge capaciteit, magenta 2.
TONERCARTRIDGE VERVANGEN LET OP! Om verspilling van toner en mogelijke fouten van de tonersensor te voorkomen moet u de tonercartridge(s) pas vervangen wanneer de melding 'TONER LEEG' wordt weergegeven in de statusmonitor. De toner die in deze printer wordt gebruikt, is een heel fijn droog poeder. De toner wordt geleverd in vier cartridges: cyaan, magenta, geel en zwart.
1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gebied niet aan. 2. Let op de posities van de vier cartridges. 1 2 3 4 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4.
3. Voer een van de volgende handelingen uit: (a) Als u een tonercartridge vervangt die is meegeleverd met uw printer (ontgrendelingshendel heeft 3 standen), trekt u de gekleurde ontgrendelingshendel op de cartridge die moet worden vervangen richting de voorkant van de printer, in de richting van de pijl, maar stopt u in de centrale stand (rechtop) (1).
4. Til de rechterzijde van de cartridge op en trek de cartridge vervolgens naar rechts om de linkerzijde los te maken. Haal de tonercartridge uit de printer. 5. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair. LET OP! Het groene drumoppervlak is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
8. Verwijder nu het verpakkingsmateriaal en trek het tape van de onderzijde van de cartridge. 9. Houd de cartridge aan de bovenzijde in het midden vast met de gekleurde hendel rechts. Laat de cartridge in de printer zakken op de drumeenheid waaruit u de oude cartridge hebt verwijderd. 10. Plaats de linkerzijde van de cartridge eerst in de bovenzijde van de drumcartridge, druk deze tegen de veer op de drumeenheid en laat vervolgens de rechterzijde van de cartridge op de drumeenheid zakken.
11. Druk de cartridge voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de cartridge goed vastzit en druk vervolgens de gekleurde hendel (1) in de richting van de achterzijde van de printer. Hiermee vergrendelt u de cartridge en kan er toner naar de drumeenheid worden overgebracht. 1 12. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
IMAGE DRUM VERVANGEN WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. LET OP! Ga voorzichtig met deze apparaten om. Ze zijn gevoelig voor statische elektriciteit. De printer bevat vier image drums: cyaan, magenta, geel en zwart. 1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig.
2. Let op de posities van de vier cartridges. 1 2 3 4 3. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge Pak de afbeeldingstrommel aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge (1) uit de printer.
4. Zet de oude cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair. 5. Neem de nieuwe afbeeldingstrommel samen met de tonercartridge (in elkaar gezet volgens de instructies in de installatiegids) en zet deze op het vel papier waarop u de oude cartridge had gezet. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
7. Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in de printer zakken, waarbij u de voetjes aan de uiteinden (1) in de uitsparingen (2) aan de zijkanten van de printerruimte plaatst. 1 2 8. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
DE TRANSPORTBAND VERVANGEN De transportband bevindt zich onder de vier afbeeldingstrommels. Deze eenheid moet worden vervangen nadat er ongeveer 50.000 pagina's zijn afgedrukt. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig. 2. Let op de posities van de vier cartridges.
3. Til alle trommeleenheden (1) uit de printer, te beginnen aan de achterkant, en plaats ze op een veilige plek waar ze niet worden blootgesteld aan warmte en licht (2). 1 2 LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
4. Zoek de twee bevestigingen (1) aan beide zijden van de band (3) en zoek de greep (2) aan de voorzijde. 1 3 1 2 5. Draai de twee bevestigingen (1) 90° naar links. Hierdoor komt de band los van de printerbehuizing. 6. Trek de greep (2) omhoog zodat de band aan de voorzijde omhoog komt en trek de transportband uit de printer.
7. Laat de nieuwe transportband op zijn plaats zakken, met de greep aan de voorzijde en het drijfwerk aan de achterzijde van de printer. Zoek het drijfwerk in de linkerhoek achter in de printer en laat de transportband horizontaal in de printer zakken. 8. Draai de twee bevestigingen (1) 90° naar rechts tot ze vastzitten. Hierdoor wordt de transportband op zijn plaats gehouden.
9. Plaats nu de vier afbeeldingstrommels compleet met de bijbehorende tonercartridges terug in de printer, op de juiste plaatsen (zie afbeelding). 1 2 3 4 10. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
DE FUSER VERVANGEN De fuser zit in de printer direct achter de vier image drumeenheden. WAARSCHUWING! Als de printer kortgeleden nog is ingeschakeld geweest, zijn sommige fuseronderdelen erg heet. Ga heel voorzichtig met de fuser om en houdt de fuser alleen vast bij de greep, die slechts warm aanvoelt. Een waarschuwingsetiket geeft duidelijk dit gebied aan. Als u twijfelt, schakelt u de printer uit en wacht u minimaal 10 minuten om de fuser te laten afkoelen voordat u de kap van de printer opent.
2. Zoek de fuserhendel (1) boven op de fusereenheid. 1 2 2 3. Trek de twee fuserhendels (2) in de richting van de voorzijde van de printer zodat ze helemaal rechtop staan. 4. Houd de fuser vast bij de greep (1) en til de fuser recht omhoog uit de printer. Indien de fuser nog warm is, plaats u deze op een vlak oppervlak dat niet beschadigd kan raken door hitte. 5. Haal de nieuwe fuser uit de verpakking en verwijder het transportmateriaal. 6.
7. Houd de fuserhendel (2) vast, laat de fuser in de printer zakken, waarbij u de twee nokjes in de uitsparingen in het metalen gedeelte tussen het fusergebied en de afbeeldingstrommels laat zakken. 1 2 8. Duw de twee hendels (1) waarmee de fuser wordt vergrendeld naar de achterzijde van de printer om de fuser vast te zetten. 9. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
DE LED-KOP REINIGEN Reinig de LED-kop wanneer de afdrukken onduidelijk zijn, witte lijnen vertonen of wanneer de tekst vaag is. 1. 2. Schakel de printer uit en open de bovenkap. Neem het oppervlak van de LED-kop (1) voorzichtig af met LED-lensreiniger of een zachte doek. 1 LET OP! Gebruik geen methylalcohol of andere oplosmiddelen op de LED-kop. Dit is schadelijk voor het lensoppervlak. 3. Sluit de bovenkap.
EXTRA GEHEUGEN INSTALLEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u extra RAM-geheugen in uw printer installeert als geheugenupgrade. BESTELCODES Gebruik de volgende bestelcodes voor extra geheugen: > 64 MB RAM – 01110301 > 256 MB RAM – 01110302 GEHEUGENUITBREIDING Het basisprintermodel is uitgerust met 32 MB geheugen. Dit kan worden uitgebreid met een extra geheugenkaart van 64 MB of 256 MB, hetgeen resulteert in een maximale geheugencapaciteit van 288 MB. De installatie kost een paar minuten.
3. Verwijder elke afbeeldingstrommel en begin bij de voorkant. Bedek de afbeeldingstrommels om ze tegen direct licht te beschermen. 1 2 4. Zoek de twee bevestigingen (1) aan beide zijden van de band (3) en zoek de greep (2) aan de voorzijde.
5. Maak de twee bevestigingen los en verwijder de band (zie afbeelding). 6. Haal de nieuwe geheugenkaart voorzichtig uit de verpakking. Probeer de kaart alleen aan de korte zijden vast te houden en raak geen metalen onderdelen aan. Raak ook de connector op de rand niet aan. 7. De geheugenkaart heeft een kleine uitsparing in de connector op de rand, die zich dichter bij de ene zijde dan bij de andere bevindt.
8. Zoek de RAM-uitbreidingssleuf in de printer. Maak het plastic deksel los om deze sleuf te openen. 9. Als deze RAM-uitbreidingssleuf al een geheugenkaart bevat, moet u deze geheugenkaart verwijderen voordat u de nieuwe kaart kunt installeren. Als u een geheugenkaart moet verwijderen, neemt u eerst de volgende stappen. Als de sleuf geen kaart bevat, begint u bij stap 10 10. (a) Zoek de klemmen aan beide zijden van de RAMuitbreidingssleuf.
11. Duw de geheugenkaart voorzichtig in de RAMuitbreidingssleuf totdat deze vastklikt en niet verder kan. 12. Sluit de RAM-uitbreidingssleuf. 13. Zet de band en de afbeeldingstrommels terug op hun plaats volgens de beschrijving in 'Verbruiksartikelen vervangen' op pagina 88. 14. Sluit de bovenkap van de printer. 15. Sluit het netsnoer weer aan en schakel de printer in. 16.
PROBLEMEN OPLOSSEN VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Als u de aanbevelingen in deze handleiding over het gebruik van afdrukmedia opvolgt en u de media in goede staat houdt, levert de printer jarenlang betrouwbare prestaties. Toch kan het papier af en toe vastlopen. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u dit vastgelopen papier snel en eenvoudig verwijdert. Papier kan vastlopen als het verkeerd wordt ingevoerd vanuit de papierlade of op elk punt van de papierbaan in de printer.
WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 3. Let op de posities van de vier cartridges. 1 2 3 4 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge U moet alle vier drumcartridges verwijderen om bij het papierpad te kunnen.
4. Pak de cyaan afbeeldingstrommel aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge (1) uit de printer. 1 5. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig.
6. Herhaal deze procedure voor de overige drumeenheden. Bedek de afbeeldingstrommels om ze tegen direct licht te beschermen. 7. Kijk in de printer of er vellen papier bij de transportband zichtbaar zijn. 8. Verwijder eventuele vellen papier als volgt: > Als u een vel aan de voorzijde van de band (1) moet verwijderen, tilt u het vel voorzichtig van de band en trekt u het vel naar voren in de interne drumruimte en haalt u het vel eruit.
> Als u een vel uit het centrale gebied van de band moet halen, tilt u het vel voorzichtig van de band en haalt u het vel eruit. 1 > Als u een vel moet verwijderen dat al gedeeltelijk in de fuser is ingevoerd, tilt u het uiteinde van het vel voorzichtig van de band, drukt u de ontgrendelingshendel (1) van de fuser naar voren en naar beneden om de druk van het vel te halen en trekt u het vel er via de drumruimte uit. Laat de ontgrendelingshendel weer los.
9. Plaats de vier drumcartridges terug in de drumruimte. Plaats eerst de cyaan drumcartridge terug, de drum die het dichtst bij de fuser zit. Zorg ervoor dat u de drums in de juiste volgorde plaatst. 1 2 3 4 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge > Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in de printer zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de printerruimte plaatst. 10.
11. Open het achteruitvoervak en controleer of er papier in de papierbaan aan de achterzijde zit. > Trek eventuele vellen uit dit gedeelte van de printer. > Als het vel onder in de printer zit en moeilijk is te verwijderen, zit het vel waarschijnlijk nog vast in de fuser. Til in dit geval de kap aan de bovenzijde op en druk de ontgrendelingshendel van de fuser (1) naar beneden. 1 12. Als u het achteruitvoervak niet gebruikt, sluit u het na het verwijderen van het papier.
13. Druk de ontgrendeling van de klep aan de voorzijde omhoog en open de voorklep. 1 14. Controleer of er vellen zijn vastgelopen, verwijder eventuele vellen die u vindt en sluit de klep.
15. Trek de cassettelade uit de printer. Controleer of het papier netjes is gestapeld en niet is beschadigd en controleer ook of de papiergeleiders goed tegen de randen van de papierstapel zijn aangeschoven. Plaats nu de lade weer terug. 16. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
SPECIFICATIES C3450 N (N34112B) ITEM SPECIFICATIE Afmetingen 376 x 479 x 290mm (B x D x H) Gewicht Ongeveer 21 kilo Afdruksnelheden 16 pagina's kleur per minuut 20 pagina's monochroom per minuut Resolutie 600 x 600 dpi 1200 x 600 dpi 600 x 600 dpi x 2 bit Emulaties Windows GDI, Direct Raster Automatische opties Automatisch registratie Automatische aanpassing van de dichtheid Automatisch opnieuw instellen van de teller voor de verbruiksartikelen Automatische instelling van het IP-adres Geheugen
ITEM SPECIFICATIE Papieruitvoer 150 vel in het bovenste uitvoervak (afdrukzijde naar beneden) bij 80 g/m² 1 pagina's in het achterste uitvoervak (afdrukzijde naar boven) bij 80 g/m² Levensduur printer 300.000 pagina's of 5 jaar Gebruikscyclus Maximaal 35.000 pagina's per maand of gemiddeld 5.000 Gebruiksduur toner 1.000 pagina's bij 5% dekking Gebruiksduur EPcartridge 15.000 pagina's (normaal kantoorgebruik gebaseerd op 3 A4-pagina's per taak) Gebruiksduur transportband 50.
INDEX A H Afdrukinstellingen opslaan................................... 30 Afdrukken afbeeldingspositie aanpassen ............................ 84 afdruktaken annuleren .............. 62 ander materiaal ....................... 59 kleur naar zwart-wit ................. 62 overige afdrukopties ................. 61 passend maken op een blad ...... 61 Afdrukstand instelling in Windows ................ 32 Afdrukvolgorde uitvoervak (afgedrukte zijde naar beneden) ..............................
P Papier aanbevolen soorten .................. 18 briefhoofdpapier laden .............. 23 cassettelade plaatsen ............... 22 formaatinstelling in Windows ..... 29 ladeselectie in Windows ............ 29 ondersteunde papierformaten...................... 19 vastgelopen papier verwijderen..........................114 Poster afdrukken .......................... 30 Prioriteit prioriteit voor afdrukwachtrij ..... 36 Proefafdruk.................................. 55 R Resolutie instelling in Windows .......
OKI CONTACTGEGEVENS Oki Systems (Holland) b.v. Neptunustraat 27-29 2132 JA Hoofddorp Helpdesk: 0800 5667654 Tel: 023 5563740 Fax: 023 5563750 Website: www.oki.
Oki Europe Limited Blays House Wick Road Egham, Surrey TW20 0HJ United Kingdom Tel: +44 (0) 208 219 2190 Fax: +44 (0) 208 219 2199 www.okiprintingsolutions.com 07087913 iss.