C5200n gebruikershandleiding
VOORWOORD Er is van alles aan gedaan om de volledigheid, nauwkeurigheid en actualiteit van de informatie in deze handleiding te garanderen. Het is echter niet mogelijk verantwoordelijkheid te aanvaarden voor fouten veroorzaakt door derden. Er kunnen evenmin rechten worden ontleend indien door derden wijzigingen worden doorgevoerd in apparatuur waaraan in deze handleiding wordt gerefereerd. Al het mogelijke is gedaan om dit document zo accuraat en gebruiksvriendelijk te maken.
INHOUDSOPGAVE Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Printeroverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Vooraanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Achteraanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 De taal op het LCD-scherm wijzigen . . . . .
Kleuraanpassingsopties instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 De functie Colour Swatch (Kleurmonster) gebruiken . . . . . 32 Het hulpprogramma Colour Correct (Kleuraanpassing) gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Menufuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Menu information (Menu informatie) . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Menu print (Menu afdrukken) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
SPECIALE OPMERKINGEN IN DEZE HANDLEIDING OPMERKING Een opmerking ziet er zo uit. Opmerkingen zijn toelichtingen of tips met extra informatie om u te helpen het product beter te gebruiken en te begrijpen. LET OP! Een 'let op' ziet er zo uit. Dit zijn speciale opmerkingen met extra informatie om storingen of schade aan het product te voorkomen. WAARSCHUWING! Een waarschuwing ziet er zo uit.
INLEIDING Gefeliciteerd met de aanschaf van een Oki-kleurenprinter. Uw nieuwe printer is uitgerust met geavanceerde mogelijkheden voor heldere, levendige afdrukken in kleur en scherpe afdrukken in zwart-wit.
> Extra geheugen voor het afdrukken van complexere pagina’s, inclusief tweezijdig afdrukken en het afdrukken van boekjes met de optionele duplexeenheid. PRINTEROVERZICHT VOORAANZICHT 1 7 2 7 5 6 4 3 1. Uitvoervak, afgedrukte zijde naar beneden. Standaarduitvoervak voor afdrukken. Kan maximaal 250 vel papier van 80 g/m² bevatten. 2. Bedieningspaneel. Menugestuurd bedieningsknoppen en LCD-scherm. 3. Papierlade. Standaardlade voor blanco papier. Kan maximaal 300 vel papier van 80 g/m² bevatten. 4.
ACHTERAANZICHT Op deze afbeelding wordt het verbindingspaneel, het uitvoervak aan de achterzijde en de locatie van de optionele duplexeenheid (voor dubbelzijdig afdrukken) weergegeven. 13 10 11 9 12 8 8. Netsnoeraansluiting. 9. USB-interface. 10. Statusindicator voor netwerk. 11. Netwerkinterface.* 12. Locatie van de optionele duplexeenheid. 13. Achterzijde, uitvoervak voor 100 vel, afgedrukte zijde naar boven.
DE TAAL OP HET LCD-SCHERM WIJZIGEN De taal waarin op de printer berichten worden weergegeven en rapporten worden afgedrukt kan eenvoudig en snel op de volgende wijze worden gewijzigd: ON LINE READY ENTER BACK ATTENTION MENU CANCEL 1. Druk herhaaldelijk op de toets + om het menu System Configuration (Systeemconfiguratie) weer te geven. 2. Druk op de toets ENTER om het menu System Configuration (Systeemconfiguratie) te openen. 3.
AANBEVOLEN PAPIER De printer kan allerlei afdrukmedia verwerken, inclusief papier van verschillende gewichten en formaten, transparanten en enveloppen. In deze sectie wordt een algemeen advies gegeven over de keuze van de media en wordt uitgelegd hoe elk type moet worden gebruikt. U krijgt de beste prestaties als u standaardpapier van 75~90 g/m² gebruikt dat is ontworpen voor het gebruik in kopieermachines en laserprinters.
CASSETTELADEN Formaat Afmetingen A6 (alleen lade 1) A5 B5 Executive A4 Letter Legal 13 inch Legal 13,5 inch Legal 14 inch 105 x 148 mm 148 x 210 mm 182 x 257 mm 184,2 x 266,7 mm 210 x 297 mm 215,9 x 279,4 mm 216 x 330 mm 216 x 343 mm 216 x 356 mm Gewicht (g/m²) Licht 64-74 g/m² Gemiddeld 75-90 g/m² Zwaar 91-120 g/m² Extra zwaar 121-176 g/m² (alleen lade 2) Als u een identieke papiersoort in een andere lade heeft geplaatst (de 2e lade of de universele lade), kunt u de printer zo instellen dat aut
Gebruik de universele lade voor het afdrukken van enveloppen en transparanten. Er kunnen maximaal 50 transparanten of 10 enveloppen tegelijk worden geladen, waarbij de stapel niet hoger mag zijn dan 10 mm. Papier of transparanten moeten met de afdrukzijde naar boven en met de bovenzijde als eerste in de printer worden geplaatst. Gebruik niet de functie voor dubbelzijdig afdrukken (duplex).
PAPIER PLAATSEN CASSETTELADEN 1. Verwijder de papierlade uit de printer. 2. Waaier het papier aan de korte zijden (1) en de lange zijden (2) uit om ervoor te zorgen dat er geen vellen aan elkaar kleven en tik vervolgens met de zijden van het papier op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken (3).
3. Plaats briefhoofdpapier met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde in de richting van de voorkant van de printer, zoals in de afbeelding wordt weergegeven. 1 4. 2 Stel de achterste schuif (1) en de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. Vastlopen van papier voorkomen: > Laat geen ruimte vrij tussen het papier en de geleiders en het papier en de achterste schuif. > Plaats niet te veel papier in de papierlade.
5. Als u over twee papierladen beschikt en u drukt af vanuit de 1e lade (bovenste lade), kunt u de 2e lade (onderste lade) er tijdens het afdrukken uittrekken om papier bij te vullen. Als u echter afdrukt vanuit de 2e (onderste lade) lade, moet u de 1e lade (bovenste lade) niet uit de printer trekken. Als u dit doet, loopt het papier vast. 6.
UNIVERSELE LADE 1. Open de universele lade en druk de papiersteun (1) voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de steun vastzit in de onderste stand. 1 3 2 2. Plaats het papier en stel de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. > Voor enkelzijdig afdrukken op voorbedrukt papier plaatst u het papier in de universele lade met de voorbedrukte zijde naar boven en met de bovenzijde als eerste in de printer.
3. Druk de vergrendelingsknop van de lade (3) naar binnen om de papiersteun vrij te maken, zodat het papier wordt opgetild en in de juiste positie wordt geplaatst. Stel in het menu Media het juiste papierformaat voor de universele lade in (zie “Menu Functions”).
PRINTERINSTELLINGEN IN WINDOWS Via de menu’s op het bedieningspaneel van de printer hebt u toegang tot vele opties. Ook de printerdriver van Windows bevat veel instellingen voor dezelfde opties. Als opties in de printerdriver overeenkomen met de opties in de menu's op het bedieningspaneel, hebben de instellingen van de Windows-printerdriver bij het afdrukken van documenten vanuit Windows voorrang boven de instellingen van de menu's op het bedieningspaneel. De afbeeldingen in dit hoofdstuk tonen Windows XP.
wijzigt, zijn meestal alleen geldig totdat de desbetreffende toepassing wordt afgesloten. TABBLAD INSTELLINGEN Als u op de knop Eigenschappen klikt vanuit het dialoogvenster Afdrukken van uw toepassing, wordt het drivervenster geopend waarin u uw afdrukvoorkeuren voor het huidige document kunt opgeven. 1 2 3 4 1.
5. Als u dubbelzijdig afdrukt, kunt u de pagina over de lange zijde of over de korte zijde omslaan. Hiervoor moet de duplexeenheid in de printer is geïnstalleerd. 6. Als u al eerder afdrukvoorkeuren hebt ingesteld en als set hebt opgeslagen, kunt u ze opnieuw opvragen zodat u ze niet telkens opnieuw hoeft in te stellen als u ze nodig hebt. 7. U kunt de standaardinstellingen met één druk op een knop herstellen. TABBLAD TAAKOPTIES 3 4 1 5 2 6 1. 2.
3. U kunt maximaal 999 opeenvolgende exemplaren afdrukken, hoewel u de papierlade tijdens dergelijke lange afdruktaken moet aanvullen. 4. De afdrukstand kan worden ingesteld op staand (lengte) of liggend (breedte). 5. De afgedrukte pagina's kunnen worden aangepast aan groter of kleiner papier. 6. U kunt de standaardinstellingen met één druk op een knop herstellen. TABBLAD KLEUR 1 2 4 3 5 1.
3. De uitvoer kan lichter of donkerder worden afgedrukt. Daarnaast kunnen de kleuren levendiger en met meer verzadiging worden afgedrukt. 4. Zwarte gebieden kunnen worden afgedrukt met 100% cyaan, magenta en geel (samengesteld zwart), waardoor de gebieden meer glans krijgen, of met alleen zwarte toner (echt zwart), waardoor de gebieden matter worden weergegeven. Als u de automatische instelling kiest, kan via de driver de beste keuze worden gemaakt, afhankelijk van de inhoud van de afbeelding. 5.
2. Met deze knop worden dezelfde vensters geopend als de vensters die eerder zijn beschreven voor items die kunnen worden ingesteld in toepassingen. De wijzigingen die u hier aanbrengt worden echter de nieuwe standaardinstellingen voor alle Windows-toepassingen. 3. Met deze knop wordt een testpagina afgedrukt om te controleren of de printer goed werkt. TABBLAD GEAVANCEERD 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 11 1. U kunt opgeven op welke tijd van de dag de printer beschikbaar is. 2.
deze situatie voorkomen, maar wordt de afdruktaak iets later voltooid, omdat het begin van de afdruktaak wordt uitgesteld. 5. Deze optie is het tegenovergestelde van de optie die hiervóór is genoemd. Het afdrukken wordt direct gestart nadat het document in de wachtrij wordt geplaatst. 6. Hiermee kunt u opgeven dat het document niet in de wachtrij moet worden geplaatst, maar direct moet worden afgedrukt. De toepassing kan normaal gesproken niet verder worden gebruikt totdat de afdruktaak is voltooid.
vanuit de toepassing. Als u deze optie vaak gebruikt, is er veel ruimte nodig op de vaste schijf van de computer. 10. Hiermee geeft u aan of geavanceerde functies, zoals het afdrukken van boekjes, de paginavolgorde en pagina's per vel beschikbaar zijn, afhankelijk van de printer. Laat deze optie ingeschakeld voor normale afdruktaken. U kunt de functie uitschakelen bij compatibiliteitsproblemen.
AFDRUKKEN IN KLEUR De printerdrivers die geleverd zijn bij de printer, bieden verscheidene mogelijkheden voor het wijzigen van de kleuruitvoer. Voor algemeen gebruik voldoen de automatische instellingen. Deze standaardinstellingen leveren goede resultaten op voor de meeste documenten. Veel toepassingen beschikken over eigen kleurinstellingen waarmee de instellingen van de printerdriver kunnen worden overschreven.
maar niet correct op een monitor kunnen worden weergegeven. Dit verschil tussen monitors en printers is vaak de belangrijkste reden dat afgedrukte kleuren niet overeenkomen met de kleuren op het scherm. Omstandigheden bij het waarnemen Een afdruk kan er onder verschillende belichtingen heel anders uitzien. De kleuren van een afdruk kunnen er bijvoorbeeld anders uitzien wanneer u ze bekijkt vlak bij een zonverlicht raam dan wanneer u ze bekijkt in een kantoor met TL-licht.
De weergave van kleuren van uw toepassing In sommige grafische toepassingen, zoals Corel Draw of Adobe Photoshop, kunnen kleuren anders worden weergegeven dan in kantoortoepassingen, zoals Microsoft Word. Raadpleeg de online Help van de toepassing of de gebruikershandleiding voor meer informatie. Papiersoort Het soort papier dat wordt gebruikt, kan ook van invloed zijn op de afgedrukte kleur. Een afdruk op gerecycled papier kan er bijvoorbeeld doffer uitzien dan een afdruk op glanzend papier.
DE HELDERHEID OF INTENSITEIT VAN EEN AFDRUK AANPASSEN Als de afdruk te licht/donker is, kunt u deze aanpassen met de knop voor de helderheid. Gebruik de knop voor de verzadiging als de kleuren te intens/niet intens genoeg zijn. TOEGANG TOT DE KLEURAANPASSINGSOPTIES De kleuraanpassingsopties van de printerdriver kunnen worden gebruikt om de afgedrukte kleuren beter af te stemmen op de kleuren die op uw monitor of op een andere bron, zoals een digitale camera, worden weergegeven.
KLEURAANPASSINGSOPTIES INSTELLEN 1. Selecteer Advanced Colour (Geavanceerde kleur) op het tabblad Colour (Kleur) als u de kleuren wilt aanpassen. 2. Kies de kleurinstelling Manual (Handmatig) en selecteer een van de volgende opties: 1 b c d (a) a 2 e Monitor (6500k) Perceptual (Perceptueel) Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto’s. Kleuren worden afgedrukt met nadruk op verzadiging.
(c) Monitor (9300k) Geoptimaliseerd voor het afdrukken van afbeeldingen van toepassingen, zoals Microsoft Office. Kleuren worden afgedrukt met nadruk op helderheid. (d) Digital Camera (Digitale camera) Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto’s die zijn gemaakt met een digitale camera. De resultaten kunnen verschillen, afhankelijk van het onderwerp en de omstandigheden waaronder de foto is genomen. (e) sRGB De printer drukt af in sRGB-kleuren.
DE FUNCTIE COLOUR SWATCH (KLEURMONSTER) GEBRUIKEN Als u de functie Colour Swatch (Kleurmonster) wilt gebruiken, moet u het hulpprogramma Colour Swatch (Kleurmonster) installeren. Dit hulpprogramma bevindt zich op de cd die bij de printer is geleverd. Met de functie Colour Swatch (Kleurmonster) kunt u overzichten met een reeks voorbeeldkleuren afdrukken. Dit is niet de volledige reeks kleuren die de printer kan afdrukken.
De RGB-kleur die wordt weergegeven op de monitor, komt mogelijk niet overeen met de kleur op het kleurmonster. Als de kleur niet overeenkomt, ligt dat waarschijnlijk aan het verschil in de wijze waarop de printer en de monitor kleuren reproduceren. Dit verschil is hier niet van belang omdat uw voornaamste doel het afdrukken van de vereiste kleur is.
MENUFUNCTIES Deze sectie biedt een overzicht van de menu’s die via de knoppen op het bedieningspaneel van de printer toegankelijk zijn en op het LCDscherm kunnen worden weergegeven. Veel van deze instellingen kunnen worden overschreven en worden vaak ook overschreven door de instellingen in de Windowsprinterdrivers. In de driver kunnen echter diverse opties worden ingesteld op 'Printerinstelling'. Aan deze opties worden vervolgens de waarden toegewezen die in deze printermenu's worden ingevoerd.
MENU INFORMATION (MENU INFORMATIE) Via dit menu kunt u snel nagaan welke items er op de printer beschikbaar zijn. MENU INFORMATION (MENU INFORMATIE) Item Actie PRINT MENU MAP UITVOEREN (Menuoverzicht afdrukken) DEMO1 UITVOEREN (Demonstratiepag ina afdrukken) Beschrijving Hiermee drukt u een volledig overzicht af met alle huidige instellingen. Hiermee wordt een voorbeeldpagina afgedrukt. MENU PRINT (MENU AFDRUKKEN) Via dit menu kunt u allerlei functies voor afdruktaken wijzigen.
MENU PRINT (MENU AFDRUKKEN) Item Instellingen Beschrijving ENABLE (Inschakelen) DISABLE (Uitschakelen) MONO-PRINT SPEED AUTO SPEED (Mono(Automatische afdruksnelheid) snelheid) MEDIA CHECK (Mediacontrole) MONO 24PPM COLOR SPEED (Snelheid bij kleur) MIXED SPEED (Verschillende snelheden) Hiermee bepaalt u of de printer het papierformaat van het geladen papier moet controleren dat vereist is voor het document dat naar de printer wordt verzonden.
MENU MEDIA Via dit menu kunt u allerlei afdrukmedia instellen. MENU MEDIA Item Instellingen Beschrijving TRAY1 PAPERSIZE (Papierformaat lade 1) A4 / A5 / A6 / B5 LEGAL14 LEGAL13.5 LEGAL13 LETTER EXECUTIVE CUSTOM (Aangepast) PLAIN (Normaal) LETTERHEAD (Briefhoofd) BOND RECYCLED (Gerecycled papier) CARDSTOCK (Kaarten) ROUGH (Ruw) Hiermee selecteert u het papierformaat dat in lade 1 (de bovenste lade, als beide laden zijn geïnstalleerd) is geladen.
MENU MEDIA Item TRAY2 MEDIAWEIGHT (Mediagewicht lade 2) Instellingen LIGHT (64-74g/m²) (Licht) MEDIUM (75-90g/m²) (Gemiddeld) HEAVY (91-120g/m²) (Zwaar) ULTRA HEAVY (Extra zwaar) (121-175g/m²) MPT PAPERSIZE A4 / A5 / A6 / B5 (Papierformaat LEGAL14 universele lade) LEGAL13.
MENU MEDIA Item Instellingen Beschrijving X-DIMENSION (Xafmeting) 100-210-216 MILLIMETER Y-DIMENSION (Yafmeting) 148-297-1200 MILLIMETER Hiermee selecteert u de breedte van het papier die bij de instelling 'CUSTOM' (Aangepast) is gedefinieerd en waarnaar in de instellingen voor PAPER SIZE (Papierformaat) hiervoor wordt verwezen.
MENU COLOUR (MENU KLEUR) Item Instellingen ADJUST DENSITY UITVOEREN (Dichtheid aanpassen) AJST REGISTRATION UITVOEREN (Registratie aanpassen) C REG FINE ADJUST (Fijne aanpassing registratie C) -3~0~+3 M REG FINE ADJUST (Fijne aanpassing registratie M) -3~0~+3 Y REG FINE ADJUST (Fijne aanpassing registratie Y) -3~0~+3 Beschrijving Als u deze optie selecteert, wordt de afdrukdichtheid onmiddellijk aangepast. Hiermee wordt automatisch de aanpassing van de kleurregistratie uitgevoerd.
MENU SYSTEM CONFIGURATION (MENU SYSTEEMCONFIGURATIE) Items Instellingen Beschrijving CLEARABLE WARNING (Verwijderbare waarschuwing) ON (Aan) JOB (Taak) MANUAL TIMEOUT (Handmatige wachttijd) WAIT TIMEOUT (Wachttijd timeout) OFF (Uit) 30 60 5~40~300 LOW TONER (Toner bijna op) CONTINUE (Doorgaan) STOP ON (Aan) OFF (Uit) Als u deze optie instelt op ON (Aan), kunnen niet-kritische waarschuwingen, zoals verzoeken om een ander papierformaat, worden genegeerd door op de knop ON LINE te drukken.
MENU USB Via dit menu kunt u de werking bepalen van de USBgegevensinterface van de printer. MENU USB Item Instellingen VERSION (Versie) 2.0 SOFT RESET Beschrijving Hiermee selecteert u de USB-versie voor compatibiliteit. ENABLE / DISABLE Hiermee schakelt u de opdracht SOFT RESET (Inschakelen / in of uit. uitschakelen) MENU NETWORK (MENU NETWERK) In dit menu kunt u instellen hoe de 10Base-T/100Base-Tnetwerkinterface van de printer functioneert.
MENU NETWORK (MENU NETWERK) Item Instellingen GATEWAY ADDRESS xxx.xxx.xxx.xxx (Gateway-adres) INITIALIZE NIC? (NIC UITVOEREN initialiseren?) WEB/IPP ENABLE / DISABLE (Inschakelen/ uitschakelen) TELNET ENABLE / DISABLE (Inschakelen/ uitschakelen) FTP ENABLE / DISABLE (Inschakelen/ uitschakelen) SNMP ENABLE / DISABLE (Inschakelen/ uitschakelen) LAN NORMAL / SMALL (Normaal / klein) Beschrijving Het huidige gateway-adres dat is toegewezen.
MENU SYSTEM ADJUSTMENT (SYSTEEMAANPASSING) Via dit menu kunt u de positie van de afbeelding op de afgedrukte pagina fijn aanpassen in stappen van 0,25 mm. Menu Sys Adjust (Systeemaanpassing) Item Instellingen Beschrijving X ADJUST (X aanpassen) Y ADJUST (Y aanpassen) -2.00 ~ 0 ~ +2.00 Horizontale positie. -2.00 ~ 0 ~ +2.00 Verticale positie. MENU MAINTENANCE (MENU ONDERHOUD) Via dit menu hebt u toegang tot allerlei functies voor het onderhoud van de printer.
MENU MAINTENANCE (MENU ONDERHOUD) Item Instellingen PAPER BLACK –2~0~+2 SETTING (Instelling zwart op papier) PAPER COLOR –2~0~+2 SETTING (Instelling kleur op papier) TRANSPR BLACK –2~0~+2 SETTING (Instelling zwart op transparanten) TRANSPR COLOR –2~0~+2 SETTING (Instelling kleur op transparanten) Beschrijving Deze instelling wordt gebruikt voor kleine aanpassingen als de afdrukken iets vaag zijn of kleine vlekjes of streepjes vertonen bij het afdrukken van documenten in zwartwit op wit papier.
MENU USAGE (MENU GEBRUIK) Dit menu is alleen bedoeld om informatie op te vragen en geeft een indicatie van het totale gebruik van de printer en de resterende gebruiksduur van de verbruiksmaterialen. Dit is met name handig als u niet over een volledige set vervangende verbruiksmaterialen beschikt en u wilt weten hoe snel u ze nodig hebt.
VERBRUIKSMATERIALEN VERVANGEN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de verbruiksmaterialen vervangt als dat nodig is. Als richtlijn kunt u voor de verwachtte gebruiksduur van deze materialen het volgende aanhouden: > Toner: 3000 (standaardcapaciteit) of 5000 (hoge capaciteit) pagina’s van A4-formaat bij 5% dekking, wat inhoudt dat 5% van de afdrukbare ruimte met deze kleur is bedrukt. De gebruiksduur van de toner wordt rechtstreeks beïnvloed door de dekking.
> Fuser — Ongeveer 45.000 A4-pagina’s. 2 5K XXXXXX 1 3K XXXXX 1. Tonercassette met standaardcapaciteit. 2. Tonercassette met hoge capaciteit.
BESTELINFORMATIE VERBRUIKMATERIALEN Item Gebruiksduur Bestelnummer Toner, hoge capaciteit, zwart Toner, hoge capaciteit, cyaan Toner, hoge capaciteit, magenta Toner, hoge capaciteit, geel Toner, regenboogpakket (1 x CMYK) Toner, standaardcapaciteit, zwart Toner, standaardcapaciteit, cyaan Toner, standaardcapaciteit, magenta Toner, standaardcapaciteit, geel Image drum, zwart 5.000 A4 @ 5% 5.000 A4 @ 5% 5.000 A4 @ 5% 5.000 A4 @ 5% 5.
TONERCASSETTE VERVANGEN De toner die in deze printer wordt gebruikt, is een heel fijn droog poeder. De toner zit in vier cassettes, één cassette voor cyaan, voor magenta, voor geel en voor zwart. Zorg ervoor dat u een vel papier bij de hand hebt zodat u de gebruikte cassette ergens op kunt zetten terwijl u de nieuwe cassette installeert. Gooi de oude cassette niet zo maar weg, maar gebruik de verpakking van de nieuwe cassette.
1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 2. Let op de posities van de vier cassettes. 1 2 3 4 1. Cyaan cassette 3. Gele cassette 2. Magenta cassette 4.
3. Voer een van de volgende handelingen uit: (a) Als u een tonercassette vervangt die bij uw printer is geleverd (hendel heeft drie posities), trekt u de gekleurde ontgrendelingshendel van de toner op de cassette die moet worden vervangen, naar de voorzijde van de printer in de richting van de pijl en stopt u bij de middelste (rechtopstaande) positie (1).
4. Til de rechterzijde van de cassette op en trek de cassette vervolgens naar rechts om de linkerzijde los te maken. Haal de tonercassette uit de printer. 1 2 5. Plaats de cassette voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cassette is heel kwetsbaar en lichtgevoelig.
7. Schud de nieuwe cassette een aantal keren voorzichtig heen en weer om de toner in de cassette los te maken en gelijkmatig te verdelen. 8. Verwijder nu het verpakkingsmateriaal en trek het tape van de onderzijde van de cassette. 9. Houd de cassette aan de bovenzijde in het midden vast met de gekleurde hendel rechts. Laat de cassette in de printer zakken op de drumeenheid waaruit u de oude cassette hebt verwijderd. 10.
drumeenheid en laat vervolgens de rechterzijde van de cassette op de drumeenheid zakken. 1 11. 2 Druk de cassette voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de cassette goed vastzit en druk vervolgens de gekleurde hendel (1) in de richting van de achterzijde van de printer. Hiermee vergrendelt u de cassette en kan er toner naar de drumeenheid worden overgebracht. 1 12.
IMAGE DRUM VERVANGEN Schakel de printer uit en laat de fuser ongeveer 10 minuten afkoelen voordat u de kap opent. LET OP! Ga voorzichtig met deze apparaten om. Ze zijn gevoelig voor statische elektriciteit. De printer bevat vier image drums: cyaan, magenta, geel en zwart. 1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd.
2. Let op de posities van de vier cassettes. 1 2 3 4 1. Cyaan cassette 3. Gele cassette 3. 2. Magenta cassette 4. Zwarte cassette Pak de image drum aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercassette uit de printer.
4. Plaats de cassette voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cassette is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
7. Haal de nieuwe image drumcassette uit de verpakking en plaats deze op het vel papier waarop ook de oude cassette was geplaatst. Plaat de cassette op dezelfde manier als de oude eenheid. Pak de oude eenheid voor het recyclen in het verpakkingsmateriaal. 8. Plaats de tonercassette op de nieuwe image drumcassette, zoals is weergegeven. Druk de linkerzijde van de cassette eerst naar beneden en laat vervolgens de rechterzijde zakken.
10. Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in de printer zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de printerruimte plaatst. 11. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
DE TRANSPORTBAND VERVANGEN De transportband bevindt zich onder de vier image drums. Deze eenheid moet worden vervangen nadat er ongeveer 50.000 pagina’s zijn afgedrukt. Schakel de printer uit en laat de fuser ongeveer 10 minuten afkoelen voordat u de kap opent. 1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd.
3. Til alle drum eenheden uit de printer en plaats ze op een veilige plek waar ze niet worden blootgesteld aan warmte en licht. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cassette is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht. Als de drumeenheid langere tijd uit de printer moet worden verwijderd, moet u de cassette in een zwarte plastic zak doen zodat de cassette niet wordt blootgesteld aan licht.
7. Laat de nieuwe transportband op zijn plaats zakken, met de greep aan de voorzijde en het drijfwerk aan de achterzijde van de printer. Zoek het drijfwerk in de linkerhoek achterin de printer en laat de transportband horizontaal in de printer zakken. 8. Draai de twee bevestigingen (5) 90° naar rechts tot ze vastzitten. Hierdoor wordt de transportband op zijn plaats gehouden. 9.
1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig. 2. Zoek de fuserhendel (1) boven op de fusereenheid. 1 C 2 M Y K 3. Trek de twee fuserhendels (2) in de richting van de voorzijde van de printer zodat ze helemaal rechtop staan. 4. Houd de fuser vast bij de greep (1) en til de fuser recht omhoog uit de printer. Indien de fuser nog warm is, plaats u deze op een vlak oppervlak dat niet beschadigd kan raken door hitte. 5.
6. Houd de nieuwe fuser bij de greep vast en zorg ervoor dat u de fuser de juiste positie heeft. De hendels (2) waarmee de fuser wordt vastgezet, moeten helemaal rechtop staan en de twee bevestigingsnokjes (3) moeten naar u toe te wijzen. 3 2 2 7. Laat de fuser in de printer zakken, waarbij u de twee nokjes (3) in de uitsparingen in het metalen gedeelte tussen het fusergebied en de image drums laat zakken. 8.
UPGRADES VAN DRIVERS INSTALLEREN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u optionele apparatuur in uw printer installeert. Dit zijn: > duplexeenheid (dubbelzijdig afdrukken); > extra RAM-geheugen. DUPLEXEENHEID Met de duplexeenheid hebt u de mogelijkheid om dubbelzijdig af te drukken, waarbij u minder papier gebruikt en grote documenten handzamer worden. U kunt ook boekjes afdrukken, waarbij u nog minder papier gebruik en grote documenten nog handzamer worden.
3. Schakel de printer in en wacht tot de printer is opgewarmd (ongeveer 1 minuut). 4. Druk op de volgende manier een overzicht van de menu's af: 5. (a) Druk op de knop + om het informatiemenu te openen. (b) Druk één keer op ENTER voor het menuoverzicht. (c) Druk nogmaals op ENTER om het menuoverzicht af te drukken. (d) Als het overzicht is afgedrukt, drukt u op ON LINE om het menusysteem af te sluiten. Bekijk de eerste pagina van het menuoverzicht.
GEHEUGENUITBREIDING Het basisprintermodel is uitgerust met 32 MB geheugen. Dit kan worden uitgebreid met een extra geheugenkaart van 64 MB of 256 MB, hetgeen resulteert in een maximale geheugencapaciteit van 288 MB. De installatie kost een paar minuten en u hebt hiervoor een middelgrote kruiskopschroevendraaier nodig. 1. Schakel de printer uit en verwijder het netsnoer. 2. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig.
5. Til de rand van de zijklep iets op aan de twee punten die in de afbeelding worden weergeven en trek de klep aan de bovenkant naar u toe. Til de klep iets op om deze van de printer te verwijderen. Plaats de klep op een veilige plaats naast de printer. 6. Haal de nieuwe geheugenkaart voorzichtig uit de verpakking. Probeer de kaart alleen aan de korte zijden vast te houden en raak geen metalen onderdelen aan. Raak ook de connector op de rand niet aan. 7.
(b) Druk de klemmen naar buiten en in de richting van de printer. De geheugenkaart komt nu iets vrij. (c) Pak de kaart stevig aan de korte zijden vast en trek de kaart uit de sleuf. (d) Plaats de verwijderde geheugenkaart in de antistatische zak van de nieuwe geheugenkaart. 10. Pak de nieuwe geheugenkaart aan de korte zijden vast, zodat de randconnector in de richting van de RAM-uitbreidingssleuf wijst en de kleine uitsparing zich dichter bij de onderkant van de printer bevindt. 11.
17. Bekijk de eerste pagina van het menuoverzicht. Boven aan de pagina, tussen de twee horizontale lijnen, ziet u de huidige printerconfiguratie. In dit overzicht wordt ook aangegeven hoeveel geheugen er in totaal in de printer is geïnstalleerd. Deze waarde geeft de totale hoeveelheid geheugen aan die is geïnstalleerd: de hoeveelheid geheugen van de geïnstalleerde geheugenkaart plus 32 MB.
TWEEDE PAPIERLADE U kunt een extra papierlade installeren. Wanneer deze wordt gecombineerd met de standaardpapierlade, wordt de papiercapaciteit verhoogd tot ongeveer 830 vellen. Installatie 1. Schakel de printer uit en verwijder het netsnoer en de interfacekabel. WAARSCHUWING! De printer weegt 25 kg. Er zijn twee mensen nodig om de printer veilig te kunnen optillen en verwondingen te voorkomen. 2.
PRINTERDRIVERS VAN WINDOWS BIJWERKEN Nadat u de upgrades hebt geïnstalleerd, moet u de printerdriver van Windows bijwerken om de extra functies beschikbaar te maken voor uw Windows-toepassingen. Als u de printer deelt met gebruikers op andere computers, moet de printerdriver ook op die computers worden bijgewerkt. De afbeeldingen die hier worden weergegeven, hebben betrekking op Windows XP.
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Als u de aanbevelingen in deze handleiding over het gebruik van afdrukmedia opvolgt en u de media in goede staat houdt, levert de printer jarenlang betrouwbare prestaties. Toch kan het papier af en toe vastlopen. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u dit vastgelopen papier snel en eenvoudig verwijdert. Papier kan vastlopen als het verkeerd wordt ingevoerd vanuit de papierlade of op elk punt van de papierbaan in de printer.
WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 3. Let op de posities van de vier cassettes. 1 2 3 4 1. Cyaan cassette 3. Gele cassette 2. Magenta cassette 4. Zwarte cassette U moet alle vier image drums verwijderen om bij het papierpad te kunnen. 4. Pak de image drum aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercassette uit de printer.
5. Plaats de cassette voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cassette is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht. 6. Herhaal deze procedure voor elk van de vier drumeenheden. 7.
LET OP! Gebruik geen scherpe of schurende voorwerpen om de vellen van de band af te halen. Hierdoor kan het oppervlak van de band beschadigd raken. > Als u een vel uit het centrale gebied van de band (2) moet halen, tilt u het vel voorzichtig van de band en haalt u het vel eruit.
8. Plaats de vier image drums terug in de drumruimte. Plaats eerst de cyaan image drum, de drum die het dichtst bij de fuser zit, terug. Zorg ervoor dat u de drums in de juiste volgorde plaatst. 1 2 3 4 1. Cyaan cassette 3. Gele cassette > 2. Magenta cassette 4. Zwarte cassette Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in de printer zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de printerruimte plaatst.
9. Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer, maar druk deze nog niet helemaal aan. Zo worden de drums niet blootgesteld aan fel licht, terwijl u de overgebleven gebieden controleert op vastgelopen papier. 10. Open de uitvoerlade aan de achterzijde (5) en controleer of er papier in de papierbaan aan de achterzijde zit (6). 6 5 > Trek eventuele vellen uit dit gedeelte van de printer.
12. Als er een duplexeenheid in uw printer is geïnstalleerd, drukt u op de ontgrendeling op het midden van de eenheid, opent u de klep, verwijdert u eventuele vellen uit dit gedeelte en sluit u de klep weer. 13. Til de ontgrendeling van de klep aan de voorzijde op en open de voorklep.
14. Controleer of er vellen zijn vastgelopen, verwijder eventuele vellen die u vindt en sluit de klep. 15. Trek de papierlade die werd gebruikt op het moment dat de papierstoring zich voordeed, uit de printer en contoleer of het papier netjes is gestapeld en niet is onbeschadigd en controleer ook of de papiergeleiders goed tegen de randen van de papierstapel zijn aangeschoven. Plaats nu de lade weer terug. 16.
Als het vastgelopen papier is verwijderd en als Jam Recovery is ingesteld op ON in System Configuration Menu (menu Systeemconfiguratie), probeert de printer de pagina's die bij het vastlopen van het papier verloren zijn gegaan, opnieuw af te drukken.
SPECIFICATIES Item Specificatie Afmetingen Gewicht Afdruksnelheden 425 x 561 x 345 mm (B x D x H) 25 Kg 16 pagina’s per minuut in kleur/24 pagina’s per minuut in zwart-wit 600 dpi of 600 x 1200 dpi Windows GDI Automatische registratie Automatische aanpassing van de dichtheid Automatisch opnieuw instellen van de teller voor de verbruiksartikelen 32 MB standaard, uitbreidbaar tot 96 MB of 288 MB 300 vel in de hoofdlade 530 vel in de optionele 2e lade 100 vel in de universele lade 64 ~ 120 g/m² in de hoofdl
TREFWOORDENLIJST A G Afdrukinstellingen opslaan...................................20 Afdrukken afbeeldingspositie aanpassen .............................44 Afdrukstand instelling in Windows ..............21 Afdrukvolgorde uitvoervak (afgedrukte zijde naar beneden) ...............................15 uitvoervak (afgedrukte zijde naar boven) ...................................15 Geavanceerde functies inschakelen of uitschakelen.....25 Geheugen upgrade installeren .................
Menu Memory (Geheugen) .......43 Menu Network (menu Netwerk) ................................42 R menu Print (menu Afdrukken)...35 Menu System adjustment (Systeemaanpassing) .............44 menu System Configuration (menu Systeemconfiguratie) ...40 S Menu Usage (menu Gebruik) ....46 Menu USB ...............................42 menuoverzicht afdrukken ........35 O Opties Extra papierladen ....................72 Resolutie instelling in Windows...............
CONTACTGEGEVENS VAN OKI Oki Systems (Holland) b.v. Neptunusstraat 27-29 2132 JA Hoofddorp Oki Systems (Belgium) Schaarbeeklei 49 - 51 B-1800 Vilvoorde Fax: 023-5563750 Helpdesk: 0800 - 5667654 Internet: http://www.oki.nl Fax: 02 - 2531848 Helpdesk: 0900-10085 Internet: http://www.oki.
C5200n central house balfour road, hounslow tw3 1hy united kingdom tel +44 (0) 20 8219 2190 Fax +44 (0) 20 8219 2199 07048807 Iss.