Operation Manual
Aanbevolen papier> 12
Gebruik de universele lade voor het afdrukken van enveloppen
en transparanten. Er kunnen maximaal 50 transparanten of
10 enveloppen tegelijk worden geladen, waarbij de stapel niet
hoger mag zijn dan 10 mm.
Papier of transparanten moeten met de afdrukzijde naar boven
en met de bovenzijde als eerste in de printer worden geplaatst.
Gebruik niet de functie voor dubbelzijdig afdrukken (duplex).
U
ITVOERVAK
(
AFGEDRUKTE
ZIJDE
NAAR
BENEDEN
)
In het uitvoervak aan de bovenzijde van de printer kan
maximaal 250 vel standaardpapier van 80 g/m² worden
geplaatst en ondersteunt papiersoorten met een gewicht van
maximaal 176 g/m². Pagina’s die in leesvolgorde worden
afgedrukt (pagina 1 als eerste), worden in leesvolgorde
gesorteerd (de laatste pagina ligt bovenop met de afgedrukte
zijde naar beneden).
U
ITVOERVAK
(
AFGEDRUKTE
ZIJDE
NAAR
BOVEN
)
U moet het uitvoervak aan de achterzijde van de printer openen
en de papiersteun uittrekken als u dit vak wilt gebruiken. In deze
stand wordt het papier aan de achterzijde van de printer
uitgevoerd, ongeacht de driverinstellingen.
Dit uitvoervak aan de achterzijde kan maximaal 100 vel
standaardpapier van 80 g/m² bevatten en ondersteunt
papiersoorten tot maximaal 203 g/m².
Gebruik voor papiersoorten zwaarder dan 176 g/m² altijd dit vak
en de universele lade.
D
UPLEXEENHEID
Als u papier met een gewicht van 75-105 g/m² gebruikt, kunt u
met deze optie automatisch dubbelzijdig afdrukken op dezelfde
papierformaten als de papierformaten die door lade 2 worden
ondersteund (dat wil zeggen op alle cassetteformaten,
behalve op A6).
OPMERKING
De duplexeenheid wordt standaard geleverd op de C5250dn.