Operation Manual

INLEIDING > 11
ACHTERAANZICHT
Op deze afbeelding wordt het verbindingspaneel, het uitvoervak aan
de achterzijde en de locatie van de optionele duplexeenheid (voor
dubbelzijdig afdrukken) weergegeven.
* De netwerkinterface bevat een “beschermplug” die moet worden verwijderd
voordat er een verbinding kan worden gemaakt.
Als de klep van het uitvoervak aan de achterzijde is uitgeklapt, wordt
het papier aan de achterzijde van de printer uitgevoerd en wordt het
papier gestapeld met de afgedrukte zijde naar boven. Dit uitvoervak
wordt voornamelijk gebruikt voor zwaardere afdrukmedia. Als het
uitvoervak wordt gebruikt in combinatie met de universele lade, wordt
het papier in een rechte baan door de printer geleid. Papier hoeft niet
via allerlei bochten door de printer te worden geleid en dit maakt het
mogelijk media te gebruiken tot maximaal 203 g/m².
5. AAN/UIT-schakelaar.
6. Netsnoeraansluiting.
7. Parallelle data-interface.
8. USB-interface.
9. Netwerkinterface.*
10. Locatie van de optionele
duplexeenheid.
11. Achterzijde, uitvoervak voor 100 vel,
afgedrukte zijde naar boven.
9
5
7
8
6
10
11