Operation Manual
UITBREIDINGEN INSTALLEREN > 137
PRINTERDRIVERS VAN WINDOWS BIJWERKEN
Nadat u de uitbreidingen hebt geïnstalleerd, moet u de printerdriver
van Windows bijwerken om de extra functies beschikbaar te maken
voor de Windows-toepassingen.
Als u de printer deelt met gebruikers op andere computers, moet de
printerdriver ook op die computers worden bijgewerkt.
De afbeeldingen die hier worden weergegeven, hebben betrekking op
Windows XP. In andere versies van Windows worden mogelijk
dialoogvensters weergegeven die iets afwijken van deze
afbeeldingen, maar de principes zijn hetzelfde.
PCL-DRIVER
Als u extra geheugen hebt geïnstalleerd, hoeft u de PCL-printerdriver
niet te wijzigen en kunt u deze sectie overslaan.
Als u een duplexeenheid of een harde schijf hebt geïnstalleerd, gaat
u als volgt te werk:
1.
Open het venster Printers
(“Printers en faxen” in
Windows XP) via het menu
Start
of
vanuit het Configuratiescherm van
Windows.
2.
Klik met de rechtermuisknop op
het printerpictogram van de
printer en kies
Eigenschappen
in
het snelmenu.
3.
Schakel op het tabblad
Device
Options
(Apparaatopties) het
selectievakje in voor de upgrade die u zojuist hebt
geïnstalleerd.
4.
Klik op
OK
om het eigenschappenvenster te sluiten en sluit
vervolgens het venster Printers.