Operation Manual

AANBEVOLEN PAPIER > 15
Gebruik de universele lade voor het afdrukken van enveloppen en
transparanten. Er kunnen maximaal 50 transparanten of 10
enveloppen tegelijk worden geladen, waarbij de stapel niet hoger
mag zijn dan 10 mm.
Papier of transparanten moeten met de afdrukzijde naar boven en met
de bovenzijde als eerste in de printer worden geplaatst. Gebruik niet
de functie voor dubbelzijdig afdrukken (duplex).
UITVOERVAK (AFGEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN)
In het uitvoervak aan de bovenzijde van de printer kan maximaal 250
vel standaardpapier van 80 g/m² worden geplaatst en ondersteunt
papiersoorten met een gewicht van maximaal 176 g/m². Paginas die
in leesvolgorde worden afgedrukt (pagina 1 als eerste), worden in
leesvolgorde gesorteerd (de laatste pagina ligt bovenop met de
afgedrukte zijde naar beneden).
UITVOERVAK (AFGEDRUKTE ZIJDE NAAR BOVEN)
U moet het uitvoervak aan de achterzijde van de printer openen en de
papiersteun uittrekken als u dit vak wilt gebruiken. In deze stand
wordt het papier aan de achterzijde van de printer uitgevoerd,
ongeacht de driverinstellingen.
Dit uitvoervak aan de achterzijde kan maximaal 100 vel
standaardpapier van 80 g/m² bevatten en ondersteunt papiersoorten
tot maximaal 203 g/m².
Gebruik voor papiersoorten zwaarder dan 176 g/m² altijd dit vak en
de universele lade.
DUPLEXEENHEID
Als u papier met een gewicht van 75-105 g/m² gebruikt, kunt u met deze
optie automatisch dubbelzijdig afdrukken op dezelfde papierformaten
als de papierformaten die door lade 2 worden ondersteund (dat wil
zeggen op alle cassetteformaten, behalve op A6).
OPMERKING
De duplexeenheid wordt standaard geleverd bij de C5400dn.