C542/ ES5442 Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave 3 Standaardfuncties .......................................................................................69 Namen van onderdelen .............................................................................................................. 70 1 Vooraanzicht .............................................................................................................................................. 70 Voordat u aan de slag gaat ............................................................
6 Problemen verhelpen ...............................................................................118 Als een Papieropstopping zich voordoet ...................................................................................119 Als de foutcode "370", "371" of "372" is .................................................................................................... 119 Als de foutcode "380", "381", "382", "385" of "389" is ..............................................................................
1 Voordat u aan de slag gaat Voorzorgsmaatregelen gerelateerd aan veiligheid Algemene waarschuwingen Over deze handleiding Handelsmerken en andere informatie Licentie
1. Voordat u aan de slag gaat Voorzorgsmaatregelen gerelateerd aan veiligheid Toont extra informatie welke, wanneer geen aandacht eraan wordt besteed of wordt niet opgevolgd, kan leiden tot persoonlijk letsel of dood. Toont extra informatie welke, wanneer niet opgevolgd, kan leiden tot persoonlijk letsel.
1. Voordat u aan de slag gaat Algemene waarschuwingen Raak de veiligheidsschakelaar in de printer niet aan. Mogelijk treedt een hoog voltage op, wat een elektrische schok tot gevolg kan hebben. Ook kan een koppeling draaien, wat tot letsel kan leiden. Gebruik geen elektrische stofzuiger om gemorste toner mee op te zuigen. Het opzuigen van gemorste toner met een elektrische stofzuiger kan ontbranding tot gevolg hebben op grond van vonken van elektrische contacten of om andere redenen.
1. Voordat u aan de slag gaat Ga niet naar het deel waar papier uitgevoerd wordt, als u de stroom inschakelt of als afdrukken plaatsvindt. Letsel kan het gevolg zijn. Raak een beschadigd lcd-scherm niet aan. Letsel kan het gevolg zijn. Als er vloeistof (vloeibaar kristal) lekt uit het LCD-scherm en deze terechtkomt in de ogen of mond, dienen de ogen of mond te worden uitgespoeld met veel water. Win medisch advies in, indien noodzakelijk.
1. Voordat u aan de slag gaat Over deze handleiding Over Beschrijvingen Aanduidingen, symbolen, afbeeldingen en andere beschrijvingen zijn voorzien. Diverse informatie over deze handleiding is hier voorzien. Lees deze onderdelen voordat u deze handleiding gebruikt. • Over Tekens • Disclaimer • Over symbolen • Over illustraties We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up-to-date weer te geven.
1. Voordat u aan de slag gaat Symbool Betekenis [] Indikerer et menynavn, artikkelnavn, alternativ, eller andre elementer som vises på skjermen på operatørpanelet. Geeft een menu aan, venster, of dialoog venster naam die wordt weergegeven op het scherm op een computer. Zij kunnen duidelijk worden onderscheiden in beschrijvingen of illustraties in procedures. "" Verwijst naar een melding op het scherm of de ingevoerde tekst. Geeft een bestandsnaam aan op een computer.
1.
1. Voordat u aan de slag gaat • FABRIKANT Oki Data Corporation, 4-11-22 Shibaura, Minato-ku, Tokyo 108-8551, Japan • IMPORTEUR NAAR DE EU/GEAUTORISEERDE VERTEGENWOORDIGER OKI Europe Limited Blays House Wick Road Egham Surrey, TW20 0HJ Verenigd Koninkrijk Neem voor algemene vragen en alle vragen over verkoop en ondersteuning contact op met uw plaatselijke leverancier.
1.
2 Instellen Installatievereisten Controleren van de accessoires Uitpakken en installeren van de Machine Optionele apparatuur installeren Netsnoer aansluiten Een LAN-kabel/USB-kabel aansluiten Papier in de lade plaatsen Dit Apparaat Instellen Aansluiten met een draadloze LAN (alleen wanneer de draadloze LAN-module is gemonteerd) Een stuurprogramma en software op een computer installeren
2. Instellen Installatievereisten Installatieomgeving Installeren van de machine in de volgende omgeving Omgevingstemperatuur: 10°C tot 32°C • Installatieomgeving Omgevingsvochtigheid: 20% to 80% RH (relatieve vochtigheid) • Installatie Ruimte Maximale natte lamp temperatuur: 25°C • Wees voorzichtig om condensatie te voorkomen. Dit kan een storing veroorzaken. • Indien u uw machine installeert waar de omgevingsvochtigheid 30% RH of lager is, gebruik een bevochtiger of antistatische mat.
2. Instellen Installatie Ruimte • • • • • • Installeer de machine op een vlak oppervlak die breed genoeg is om de poten van de machine te laten staan. Installeer deze machine niet direct op een dik tapijt of carpet. Installeer deze machine niet in een besloten ruimte of andere plekken met slechte circulatie en ventilatie. Als u deze machine continu gebruikt in een kleine ruimte gedurende lange tijd, zorg er dan voor de ruimte te ventileren.
2.
2. Instellen Controleren van de accessoires De start toner patroon is niet geïnstalleerd in ES modellen. Installeer de toner patroon die wordt geleverd bij deze machine. Refereer aan "Vervangen van de afbeeldingsdrum". Controleer of u alles hebt wat hieronder wordt weergegeven. • Dvd-rom met software Letsel kan het gevolg zijn. Til dit apparaat op met 2 personen omdat het ongeveer 24 kg weegt. Zorg ervoor dat u de meegeleverde verbruiksartikelen eerst gebruikt.
2. Instellen Uitpakken en installeren van de Machine 2 Til uw machine op en plaats de machine daar waar deze wordt geïnstalleerd. 3 4 Verwijder de beschermingstape, de beschermingsfolie en de droogmiddelen. Dit deel beschrijft hoe u de machine uitpakt en installeert. Letsel kan het gevolg zijn. Til dit apparaat op met 2 personen omdat het ongeveer 24 kg weegt. • Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeeldingsdrum (de groene cilinder) hanteert, omdat deze breekbaar is.
2. Instellen 5 Druk het uiteinde van de blauwe hendel van de tonercartridge in en draai deze naar voren totdat het uiteinde is uitgelijnd met de klep van de cartridge. 7 Houd de fuser vast bij de handgreep en til deze uit het apparaat. 8 Duw op de blauwe hendel van de fuser,verwijder vervolgens de oranje veiligheidsstopper en film. Draai de hendels van de 4 tonercartridges. Als u de uitvoerlade sluit zonder de blauwe hendel te draaien, kan dit mogelijk een storing veroorzaken.
2. Instellen 9 10 11 Houd de fuser vast bij de handgreep en lijn de fuser uit met de groeven achter de tonercartridges. Plaats vervolgens de fuser in het apparaat. Sluit de uitvoerlade (a) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. Duw op de vergrendelingshendels van de fuser om te fuser te vergrendelen. Als het foutbericht voor de open uitvoerlade niet verdwijnt, controleert u of de uitvoerlade goed is gesloten.
2. Instellen Optionele apparatuur installeren Draadloze netwerkmodule installeren Installeer de draadloze netwerkmodule als u een draadloze verbinding wilt gebruiken. In deze sectie wordt beschreven hoe u optionele apparatuur installeert. Na de installatie wijzigt u op het bedieningspaneel de draadloze netwerkinstelling van [DISABLE (UITSCHAKELEN)] in [ENABLE (INSCHAKELEN)].
2. Instellen 3 Haal de connector van de klep en sluit deze aan op de draadloze netwerkmodule. Extra lade installeren Bevestig de extra lade wanneer u meer papier nodig hebt. Er kunnen maximaal 2 laden worden geïnstalleerd. Stel het aantal laden in het stuurprogramma van de printer in nadat u de laden hebt geïnstalleerd. Modelnummer: N36501 4 Installeer de draadloze netwerkmodule in het apparaat. Letsel kan het gevolg zijn. 5 Til dit apparaat op met 2 personen omdat het ongeveer 24 kg weegt.
2. Instellen 2 Als u twee extra laden wilt installeren, maakt u ze aan elkaar vast met de vergrendelstukken. 3 Steek de extra lade traag in het apparaat en lijn zowel de achterkant als de rechterkant uit. 4 - 23 - Schroef het apparaat en de extra lade vast met de vergrendelstukken.
2. Instellen 4 De printerdriver instellen Voer de totale hoeveelheid lades in en klik vervolgens op [OK]. Wanneer de extra lade is geplaatst, moet u het aantal laden instellen nadat het stuurprogramma van de printer is geïnstalleerd. Voor informatie over de installatie van het stuurprogramma voor de printer raadpleegt u "Een stuurprogramma en software op een computer installeren". • Om deze procedure te volgen dient u zich op een computer als beheerder aan te melden.
2. Instellen 4 5 Kies [Get installed options automatically] voor [Installable Options], en klik dan op [Setup]. Wanneer u een USB-verbinding gebruikt, selecteert u de totale hoeveelheid lades in [Beschikbare lades] in [Installeerbare opties]. 5 Klik op [OK]. • Extra lade(n) in het Mac OS X-printerstuurprogramma instellen 1 2 3 4 Selecteer [System Preferences] in het Apple menu. Selecteer [Printers & scanners]. Selecteer de machine en klik dan op [Options & Supplies].
2. Instellen Netsnoer aansluiten Kan resulteren in vuur of elektrische schok. De stroomvoorziening moet aan de volgende voorwaarde voldoen. • AC: 110 tot 127V AC (Bereik van 99 tot 140V AC) / 220 tot 240V AC (Bereik van 198 tot 264V AC) • Frequentie: 50/60 Hz ± 2% • • Als de stroomvoorziening niet stabiel is, gebruikt u een spanningsregelaar. • Het maximale stroomverbruik van het apparaat is 1220 W (120V AC) / 1250 W (230V AC). Controleer of de voeding van het apparaat voldoende is.
2. Instellen 1 Steek de stroomkabel in de voedingsconnector. 2 Steek veilig de stroomkabel in het stopcontact.
2. Instellen Een LAN-kabel/USB-kabel aansluiten Een LAN-kabel Aansluiten Wanneer u de machine gebruikt met een bedrade netwerkaansluiting of aansluit op een computer via USB-kabel dient u de kabel op de volgende wijze te verbinden. Een netwerkkabel (categorie 5e of hoger, twisted pair, straight) wordt niet meegeleverd. • Een LAN-kabel Aansluiten 1 Leg een netwerkkabel (categorie 5e of hoger, twist pair, straight) en hub. 2 3 Controleer dat de printer en de computer uitgeschakeld zijn.
2. Instellen 5 Laat de netwerkkabel langs het lipje lopen en sluit dan de interfaceklep. Een USB-kabel Aansluiten Een USB-kabel (Hi-Speed USB 2.0) wordt niet meegeleverd. 1 6 Bereid een USB-kabel voor. Als u wilt aansluiten in de modus USB 2.0 Hi-Speed, dan gebruikt u een Hi-Speed USB 2.0 USB-kabel. Steek het andere uiteinde van de LAN-kabel in de hub. 2 3 Controleer dat de printer en de computer uitgeschakeld zijn.
2. Instellen Sluit de USB-kabel niet aan op de connector van de netwerkinterface. Dit kan een storing veroorzaken. 5 Als u Windows gebruikt, steekt u het andere uiteinde van de USB-kabel pas in de computer wanneer deze instructie op het scherm wordt weergegeven tijdens de installatie van het stuurprogramma. Laat de USB-kabel langs het lipje lopen en sluit dan de interfaceklep. Ga naar de procedure "Papier in de lade plaatsen".
2. Instellen Papier in de lade plaatsen 3 Schuif de papierstopper (b) naar de lengte van het te laden papier. 4 Schud een stapel papier goed, en lijn de hoeken van het papier uit. 5 Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden gericht. De procedure voor het plaatsen van papier in lade 1 wordt als voorbeeld gebruikt. Dezelfde procedure geldt voor lade 2/3 (optioneel). Voor informatie over het papier dat u kunt gebruiken, raadpleegt u "Papiersoorten die kunnen worden geladen".
2. Instellen 7 Plaats de papiercassette terug in het apparaat. Duw tegen de papierlade tot deze stopt.
2. Instellen Dit Apparaat Instellen Taalinstelling De eerste keer dat de machine wordt aangeschakeld of wanneer de instellingen geïnitialiseerd worden, wordt [Easy Setup (Eenvoudige instelling)] weergegeven. Volg de instructies op het scherm om de vereiste informatie in te stellen. U kun het instellen overslaan [Skip>> (Overslaan>>)]. 1 Houd de aan-/uitschakelaar een seconde ingedrukt om het apparaat aan te zetten. Als de machine is ingeschakeld, licht het ledlampje van de aan-/uitschakelaar op.
2. Instellen 3 Selecteer de gewenste lay-out voor het keyboard. 4 Druk op [Close (Sluiten)]. Als u 7 seconden niet op [Close (Sluiten)] drukt, schakelt het scherm automatisch over. - 34 - 5 Druk op [Continue with default settings (Ga verder met standaard instellingen)]. 6 Controleer of de verbruiksgoederen en bedrading zijn opgezet en druk vervolgens op [Next (Volgende)].
2. Instellen Datum en tijd instellen Druk [ 1 ][ ] om van scherm te wisselen. Controleer dat het [2. Date/Time Setting (2. Datum/Tijdinstelling)] weergegeven is en druk vervolgens op [Next (Volgende)]. Het scherm om de tijdzone in te stellen wordt zichtbaar. 3 2 Druk op [Select (Selecteer)] voor de tijdzone die u wilt gebruiken. - 35 - Druk op [Manual (Handmatig)].
2. Instellen 4 Geef de maand in door middel van [ het bedieningspaneel. ][ 7 ] of het numerieke toetsenbord om Maak gebruik van het numerieke toetsenbord op het bedieningspaneel om een waarde in te vullen in het veld met het (numeric keypad) icoon. 5 6 Gebruik [ ] [ ] of het numerieke toetsenbord op het bedieningspaneel om de huidige tijd op dezelfde manier in te geven als de datum en druk vervolgens op [Next (Volgende)]. De ingestelde waarden zijn bijgewerkt.
2. Instellen Het beheerderswachtwoord instellen • Stel een beheerderswachtwoord met 6 tot 12 alfanumerieke tekens in. • Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig. Het standaard beheerderswachtwoord van de fabrieksinstellingen is "999999". We raden echter aan om uw eigen beheerderswachtwoord in te stellen zodat derden deze niet zomaar kunnen raden. 1 Controleer of het [3. Admin Password (3. Wachtw. beheren)] scherm weergegeven is en druk vervolgens op [Next (Volgende)].
2. Instellen 4 Druk op [Next (Volgende)]. 5 Druk op [Close (Sluiten)]. Netwerkinstellingen De ingestelde waarden zijn bijgewerkt. • Als u niet met een netwerk wilt verbinden drukt u op [Skip>> (Overslaan>>)] om verder te gaan naar "Testafdruk". • Omdat de netwerkinstellingen nodig zijn wanneer u het apparaat gebruikt, dient u het netwerk zo snel mogelijk in te stellen. Als u 7 seconden niet op [Close (Sluiten)] drukt, schakelt het scherm automatisch over. 1 Controleer of de [4. Network Setting (4.
2. Instellen Wanneer u handmatig instellingen doet, controleer dan of de volgende waarden zijn weergegeven door uw provider of netwerkbeheerder. • Wacht totdat het bijwerken van de instelling is voltooid. • Als u 7 seconden niet op [Close (Sluiten)] drukt, schakelt het scherm automatisch over.
2. Instellen Testafdruk 2 Klik op [Print Test (Test afdrukken)]. 3 Druk op [Yes (Ja)]. Als u geen testpagina wilt afdrukken drukt u op [Skip>> (Overslaan>>)]. De Eenvoudige instelling is afgerond en het beginscherm wordt zichtbaar. 1 Controleer dat het [5. Print Test (5. Test afdrukken)] scherm wordt weergegeven en druk vervolgens op [Next (Volgende)]. Het printtestscherm wordt weergegeven.
2. Instellen 4 Controleer dat de menukaart wordt geprint en druk op [Close (Sluiten)]. 5 Druk op [Complete (Voltooid)]. De Eenvoudige instelling is afgerond en het beginscherm wordt zichtbaar. U kunt de instellingen van [Device Settings (Apparaatinstelling.)] > [Easy Setup (Eenvoudige instelling)] op elk gewenst moment veranderen aan de bovenkant van het beginscherm.
2. Instellen Aansluiten met een draadloze LAN (alleen wanneer de draadloze LAN-module is gemonteerd) Alvorens het aansluiten op een draadloze LAN • Draadloos (Infrastructuur) en draadloos (AP Modus) kunnen niet tegelijk worden ingeschakeld. • Wanneer de machine wordt gebruikt in een draadloze netwerk omgeving, gaat de machine niet in de Diepe Slaap modus maar gaat naar Slaap modus.
2. Instellen 2 Controleer of het draadloze toegangspunt WPS ondersteunt. draadloze LAN-verbinding Inschakelen Als het toegangspunt WPS niet ondersteunt, zoekt u in de handleiding van het draadloze toegangspunt of andere documenten de SSID en de encryptiesleutel. 1 2 • Een SSID wordt ook wel een netwerknaam, ESSID of ESS-ID genoemd. • Encryptiesleutel wordt ook wel netwerksleutel, beveiligingssleutel, wachtwoord of vooraf gedeelde sleutel genoemd.
2. Instellen 3 4 Druk op [ ]en druk op [Admin Setup (Beheerderinst.)]. 5 6 Druk op het aanmeldscherm voor de beheerder op [OK (OK)]. Druk op [ ] n druk op [User Install (Gebruikersinstallatie)]. 7 Druk op [ ]en druk op [Wireless Module (Draadloze module)]. Voer het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK (OK)]. De vanuit de fabriek ingestelde beheerdersnaam en het bijbehorende wachtwoord zijn respectievelijk "admin" en "999999".
2. Instellen 8 Druk op [ENABLE (INSCHAKELEN)]. Verbinden met een Toegangspunt (Infrastructure) • Installeer dit apparaat op een plek met een goed uitzicht en in de buurt van een draadloos toegangspunt. (We stellen voor dat de afstand tussen het apparaat en het draadloze apparaat 30 meter of minder is.) • Wanneer er metaal, aluminium belemmering, of een versterkte betonnen wand tussen de printer en draadloze LAN toegangspunten is, worden verbindingen moeilijker om te verkrijgen.
2. Instellen De volgende boodschap wordt ongeveer 5 seconden weergegeven. Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, kiest u [Yes], en gaat u verder naar stap 6. 4 5 Druk [Device Settings (Apparaatinstelling.)] op het aanraakpaneel. 6 Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK (OK)]. 7 Druk op [ ] en druk op [Wireless(Infrastructure) Setting (Instelling Draadloos(infrastructuur))].
2. Instellen 8 10 Als het voor uw omgeving nodig is om een IP-adres etc. handmatig in te stellen, drukt u op [Network Setting (Netwerkinstelling)]. Als u deze niet handmatig in hoeft te stellen gaat u verder naar stap 12. Volg de instructies op het scherm om het IP-adres, de subnet mask, default gateway en DHCP v6 in te stellen. Vraag uw provider of netwerkbeheerder over de instelwaarde. 11 Druk op [Close (Sluiten)] wanneer de draadloze (infrastructure) instellingen compleet zijn.
2. Instellen 12 14 Druk op [Automatic setup (WPS) (Automatische instellingen (WPS))]. Druk op [Yes]. De machine begint te zoeken naar draadloze LAN-toegangspunten. Het volgende scherm wordt ongeveer 2 minuten weergegeven, tijdens welke u drukt en vasthoudt de WPS knop voor het draadloze LAN toegangspunt gedurende een paar seconden. 13 Druk op [WPS-PBC]. U kunt het paneel niet bedienen wanneer WPS bezig is.
2. Instellen 15 Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, druk op [Close (Sluiten)]. Als het teken van de antenne wordt weergegeven in de rechter bovenhoek van het beginscherm, is de verbinding correct tot stand gekomen. • Als het volgende scherm wordt weergegeven, herhaalt u de procedure vanaf stap 13. Het antenneteken kan mogelijk niet weergegeven worden op sommige schermen.
2. Instellen 5 Druk op [Wireless(Infrastructure) Setting (Instelling Draadloos(infrastructuur))]. 6 Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK (OK)]. • SSID wordt ook wel netwerknaam, ESSID of ESS-ID genoemd. • Encryptiesleutel wordt ook wel netwerksleutel, beveiligingssleutel, wachtwoord of vooraf gedeelde sleutel genoemd. 2 3 Controleer dat het draadloze LAN toegangspunt start en goed werkt. Zet de machine aan.
2. Instellen 7 Druk op [Enable (Inschakelen)]. 8 Als het voor uw omgeving nodig is om een IP-adres etc. handmatig in te stellen, drukt u op [Network Setting (Netwerkinstelling)]. Als u deze niet handmatig in hoeft te stellen gaat u verder naar stap 12. 9 10 Druk op [Manual (Handmatig)] op het [Wireless (infrastructure) settings (Draadloze (infrastructuur) instellingen)] scherm. Volg de instructies op het scherm om het IP-adres, de subnet mask, default gateway en DHCP v6 in te stellen.
2. Instellen 13 Als u het scherm een tijdje niet aanraakt, schakelt het automatisch uit zonder op [Close (Sluiten)] te drukken. 12 Selecteer een draadloos LAN-toeganspunt om verbinding mee te maken en druk dan op [Select]. Druk op [Wireless Network Selection].
2. Instellen Item • Beveiliging WEP Encryptiesleutel Voer de WEP-sleutel in. Wanneer de antenne markering wordt weergegeven aan de rechter bovenkant van het bediening paneel is de verbinding goed volbracht. Indien geen van bovenstaande twee gevallen is toegepast. Onderdeel 15 16 Beschrijving Beschrijving Beveiliging Uitschakelen Encryptiesleutel Geen ingang is vereist. Als de getoonde SSID dezelfde is als de SSID die u aangegeven heeft in stap 1, drukt u op [Yes (Ja)].
2. Instellen 5 Druk op [Wireless(Infrastructure) Setting (Instelling Draadloos(infrastructuur))]. 6 Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK (OK)]. • Een SSID wordt ook een netwerknaam, ESSID of ESS-ID genoemd. • Een verlseutelng sleutel wordt ook een netwerk sleutel genoemd, veiligheid sleutel, wachtwoord, of voorgedeelde Sleutel. 2 3 Controleer dat het draadloze LAN toegangspunt start en goed werkt. Zet de machine aan.
2. Instellen 7 Druk op [Enable (Inschakelen)]. 8 Als het voor uw omgeving nodig is om een IP-adres etc. handmatig in te stellen, drukt u op [Network Setting (Netwerkinstelling)]. Als u deze niet handmatig in hoeft te stellen gaat u verder naar stap 12. 9 10 Druk op [Manual (Handmatig)] op het [Wireless (infrastructure) settings (Draadloze (infrastructuur) instellingen)] scherm. Volg de instructies op het scherm om het IP-adres, de subnet mask, default gateway en DHCP v6 in te stellen.
2. Instellen De machine begint te zoeken naar draadloze LAN-toegangspunten. Wacht enkele ogenblikken. Als u het scherm een tijdje niet aanraakt, schakelt het automatisch uit zonder op [Close (Sluiten)] te drukken. 12 Druk op [Wireless Network Selection]. 13 Druk op [Manual Setup]. 14 Geef de SSID in die u aangegeven hebt in stap 1 en druk vervolgens op [Next (Volgende)]. De SSID is hoofdlettergevoelig.
2. Instellen 15 17 Selecteer de encryptiemethode die u in stap 1 geselecteerd heeft en druk vervolgens op [Next (Volgende)]. Als de weergegeven inhoud dezelfde is als de inhoud die u aan hebt gegeven in stap 1, druk op [Yes (Ja)]. Het duurt ongeveer 30 seconden voor de machine om het draadloze LAN toegangspunt te detecteren. Wanneer het scherm aangeeft dat de verbinding gemaakt is, drukt u op [Close (Sluiten)].
2. Instellen 18 Wanneer de antenne markering wordt weergegeven aan de rechter bovenkant van het bediening paneel is de verbinding goed volbracht. Direct met de Machine Verbinden Draadloos LAN (AP Modus) verbindt direct draadloze toestellen ((computers, tablets, smartphones, etc.) aan het apparaat zonder het gebruik van een draadloos LAN toegang.
2. Instellen 5 9 Voer de naam van de beheerder van de computer en het beheerderswachtwoord in en klik vervolgens op [OK (OK)]. Druk op [Enable (Inschakelen)]. De vanuit de fabriek ingestelde beheerdersnaam en het bijbehorende wachtwoord zijn respectievelijk "admin" en “999999". 6 7 8 Druk op [Network Menu (Netwerkmenu)]. Druk op [Network Setup (Netwerksetup)]. Druk op [Wireless(AP Mode) Setting (Instelling draadloos (AP Modus))].
2. Instellen 11 Handmatige instelling Druk op [Yes (Ja)]. Als uw draadloze apparaten geen WPS-PBC (drukknop) ondersteunen, kunt u de [SSID (SSID)] en het [Password (Wachtwoord)] van het apparaat invoeren op uw draadloze apparaten om verbinding te maken met de draadloze LAN. 1 Schakel de machine in. Als het bericht "Wilt u draadloos instellen?" verschijnt, selecteert u het [Do not show next time (Niet opnieuw weergeven)] selectievakje en drukt u vervolgens op [No (Nee)].
2. Instellen 7 Druk op [Wireless(AP Mode) Setting (Instelling draadloos (AP Modus))]. Het onderstaande bericht wordt voor ongeveer 5 seconden weergegeven. - 61 - 8 Druk op [Enable (Inschakelen)]. 9 Druk op [Manual Setup (Handmatige instelling)].
2. Instellen 10 Controleer de [SSID (SSID)] en [Password (Wachtwoord)] van de machine. 11 Voer de [SSID (SSID)] en het [Password (Wachtwoord)] in die u in stap 10 aangegeven heeft om het apparaat en uw draadloze apparaat te verbinden.
2. Instellen Een stuurprogramma en software op een computer installeren Voor Windows Verbind het apparaat en de computer via een netwerk of een USB-kabel en begin de installatie. Installeer op de computer het printerstuurprogramma vanaf de software-dvd. U kunt tegelijkertijd ook andere hulpprogramma’s installeren. Controleer de status van de machine alvorens te installeren. • De machine is ingeschakeld.
2. Instellen 5 Lees het [Environment advice (Omgevingsadvies)] en klik vervolgens op [Next (Volgende)]. 6 Selecteer [Network (Netwerk)] of [USB connection (USB verbinding)] naargelang de verbindingsmethode van het apparaat en de computer en klik vervolgens op [Next (Volgende)]. 8 Klik op [Install Optional Software (Installeer Optionele Software)]. Als de [Windows Security Alert (Windows beveiligingsmelding] dialoogvenster wordt getoond, klik dan op [Allow access (Toegang toestaan)].
2. Instellen 10 11 Klik op [Complete (Voltooid)]. Klik op [Next (Volgende)]. Indien het volgende dialoogvenster verschijnt, klikt u op [Yes (Ja)].
2. Instellen 12 Klik op [Exit (Stoppen)]. Voor Mac OS X In deze paragraaf wordt beschreven hoe u het PS-printerstuurprogramma installeert. Zie het volgende over de installatie van hulpprogramma's. Software installeren (Uitgebreide gids) • Installeer het PS-printerstuurprogamma voor Mac OS X. Na het voltooien van de installatie, druk in stap 15 een testpagina af. - 66 - 1 Zorg ervoor dat het apparaat en een computer aangesloten zijn en dat het 2 3 4 Plaats de "Software DVD-ROM" in een computer.
2. Instellen 8 9 10 Klik op [+]. Selecteer [Add Printer or Scanner... (Printer of Scanner toevoegen...)] wanneer het menu is weergegeven. Om de naam te wijzigen, voer een nieuwe naam in bij [Name: (Naam:)]. Klik op [Standaard (Default)]. Selecteer het apparaat en zorg ervoor dat [OKI C542 PS] wordt weergegeven bij [Use (Gebruik)].
2. Instellen 13 Zorg ervoor dat het apparaat aan [Printers (Printers)] is toegevoegd en dat [OKI C542 PS] bij [Kind (Type)] wordt weergegeven. Als [OKI C542 PS] niet bij [Kind (Type)] wordt weergegeven, klikt u op [-], verwijdert u het apparaat uit [Printers (Printers)] en voert u vervolgens stappen 8 tot en met 12 opnieuw uit. 14 15 Klik op [Open Print Queue… (Open de Afdrukwachtrij…)]. Selecteer [Print Test Page (Testpagina afdrukken)] in het menu [Printer (Printer)].
3 Standaardfuncties Namen van onderdelen Basishandelingen op het bedieningspaneel De machine inschakelen of uitschakelen. Papier Laden Deze paragraaf beschrijft de basis handelingen van dit apparaat.
3. Standaardfuncties Namen van onderdelen Vooraanzicht Het hoofdstuk beschrijft de naam van elk onderdeel. • Vooraanzicht • Achteraanzicht • Binnenkant van de machine Symbool Naam a Bedieningspaneel b USB poort c Universele cassette d Knop om te openen e Uitvoerlade (bovenklep) Basishandelingen op het bedieningspaneel - 70 - f Deksel voor draadloze LAN-module g Papiersteun h Enveloppenhendel (Gebruik deze voor het afdrukken op enveloppen.
3.
3. Standaardfuncties Basishandelingen op het bedieningspaneel Namen en Functies Dit hoofdstuk beschrijft de namen en functies van de onderdelen op het bedieningspaneel. Deze paragraaf beschrijft het bedieningspaneel van het apparaat. • Namen en Functies • Naam en Functies op het Aanraakpaneel • De hoek van het operatorpanel aanpassen • Tekens invoeren Nr. - 72 - Naam Functie 1 Aanraak paneel Stel u in staat om een onderdeel in te stellen door te drukken op een weergegeven icoon.
3. Standaardfuncties Naam en Functies op het Aanraakpaneel • Wanneer u de hoek verandert van het bediening paneel, wees voorzichtig dat uw handen niet beklemd raken tussen deze machine en het bediening paneel. Verwonding kan optreden. Wanneer deze machine aangaat, wordt het hoofdscherm weergegeven op het aanraak paneel. • Druk niet hard op het aanraakpaneel of druk hier niet met een scherp voorwerp op. Hierdoor kan het aanraakpaneel worden beschadigd waardoor het niet meer goed functioneert.
3. Standaardfuncties Item 3 Hoofdgebied Beschrijving Druk om de afdrukfuncties te gebruiken. Over het bovenste scherm Namen en Functies van Scherm Onderdelen voor Printen De volgende stappen en functies worden getoond.
3. Standaardfuncties De hoek van het operatorpanel aanpassen Tekens invoeren Het bedieningspaneel kan worden gekanteld voor een betere zichtbaarheid. 1 • Invoeren met het aanraakpaneel • Numerieke toetsenblok gebruiken voor invoer Houd het bedieningspaneel boven in het midden vast en trek het naar voren. Invoeren met het aanraakpaneel Wanneer u tekens moet invoeren terwijl u een item instelt, wordt het volgende invoerscherm weergegeven.
3. Standaardfuncties Item • Het wisselen van de Invoermodus (Nummers Beschrijving 4 Karakter paneel Voert Karakters in Het karakter type wisselt afhankelijk van de invoer methode. 5 Knoppen Links/Rechts Hiermee beweegt u de cursor naar links en naar rechts. 6 Hoofdletter Blokkering Schakelt tussen de hoofdletters en normale karakters. 7 Knop invoermodus Wisselt tussen de invoer methode (types van karakters) voor het invoeren van tekst. 1 Alfabetische Tekens) Druk op [Alpha] of [Symbol].
3. Standaardfuncties Het is onmogelijk om het alfabet in te voeren. Voer het alfabet in vanuit het aanraakscherm. • Een ingevoerd teken verwijderen Om het teken links van de cursor te verwijderen druk op de (CLEAR) knop. Om tekens te verwijderen die u achtereenvolgend heeft ingevoerd, druk en houd de (CLEAR) knop in.
3. Standaardfuncties De machine inschakelen of uitschakelen. De machine inschakelen In deze sectie wordt beschreven hoe u het apparaat inschakelt en uitschakelt. 1 Druk op de vermogen schakelaar voor ongeveer een seconde. • De machine inschakelen • De machine uitschakelen. Als de machine is ingeschakeld, licht het ledlampje van de aan/uit-schakelaar op. 2 - 78 - Het startscherm verschijnt wanneer het apparaat gereed is.
3. Standaardfuncties Na een moment, gaat de machine automatisch uit, en de vermogen schakelaar LED lamp gaat uit. De machine uitschakelen. • Controleer of het apparaat geen gegevens ontvangt voordat u het uitschakelt. • Druk en houd de uitschakelknop gedurende 5 seconden of langer in om de machine uit te schakelen. Gebruik deze methode alleen, als er een probleem optreedt. Voor oplossingen voor problemen met dit apparaat raadpleegt u "Problemen verhelpen".
3. Standaardfuncties Papier Laden Papiersoorten die kunnen worden geladen Dit hoofdstuk geeft informatie over papier dat in een papierlade van dit apparaat kan worden geladen. • Ondersteunde papiersoorten Om het type papier en gewicht in te stellen, druk op [Device Settings (Apparaatinstellingen)] > [Paper Setup (Papier Instellingen)] en druk op de lade die u wilt gebruiken en selecteer vervolgens [Media Type (Media Type)] of [Media Weight (Mediagewicht)].
3. Standaardfuncties • Papiertype • Etiket Papierformaat (mm) (De waarde tussen haakjes is in inch vermeld.) A4 210 x 297 A5 148 x 210 A6 105 x 148 B5 182 x 257 B6 128 x 182 B6 Half 64 x 182 Letter 215,9 x 279,4 (8,5 x 11) Legal 13 215,9 x 330,2 (8.5 x 13) Legal 13,5 215,9 x 342,9 (8.5 x 13,5) Legal 14 215,9 x 355,6 (8.5 x 14) Executive 184,2 x 266,7 (7.
3. Standaardfuncties • Lade 2/3 (Optioneel) Beschikbaar papierformaat A4 A5 B5 Letter Legal (13 inches) Legal (13,5 inches) Legal (14 inches) Executive 8,5 SQ (8,5 x 8,5 inches) Folio (210 x 330 mm) 16K (184 x 260 mm) 16K (195 x 270 mm) 16K (197 x 273 mm) Aangepast*1 *1 Papierformaat dat niet kan worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken. *2 Breedte: 64 tot 216 mm (2,5 tot 8,5 inches), Lengte: 90 tot 1.
3. Standaardfuncties Papier in cassettes 1, 2 en 3 plaatsen 4 Schud een stapel papier goed, en lijn de hoeken van het papier uit. 5 Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden gericht. De procedure voor het plaatsen van papier in cassette 1 wordt als voorbeeld gebruikt. Dezelfde procedure geldt ook voor cassettes 2 en 3 (optioneel). 1 Trek de papier casette uit. Plaats geen papier boven de aanduiding " 2 Schuif de papiergeleider (a) naar de breedte van het te plaatsen papier.
3. Standaardfuncties 7 Druk de papier cassette aan totdat het stopt. Papier in universele cassette plaatsen • Het papier niet naar beneden duwen of het papier vasthouden of eraan trekken tijdens het printen op de papiertoevoer van de multifunctionele lade. Om te stoppen met printen opent u de uitvoerlade. Voor instructies over het verwijderen van papier zie "Als een Papieropstopping zich voordoet".
3. Standaardfuncties 3 6 Open de sub ondersteuning Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven omhoog totdat de hoek de papier invoer ingang raakt. Plaats geen papier boven de aanduiding " 4 " markering. Pas de papier geleider van de handmatige invoer aan de breedte van het te plaatsen papier aan. Wanneer een printer in de energiespaarstand staat, drukt u op de knop deze stand te halen.
3. Standaardfuncties Papieropslag Bewaar papier onder de volgende omstandigheden om de kwaliteit te handhaven.
4 Afdrukken Printen vanaf een computer (Windows) Afdrukken vanaf een computer (Mac OS X) Een afdruktaak annuleren Over schermen en functies van printer-drivers Namen en Functies van Scherm Onderdelen voor Printen "WordPad" voor Windows en"TextEdit" voor Mac OS X worden gebruikt als voorbeelden. De schermen en stappen kunnen verschillen naargelang de applicatie.
4. Afdrukken Printen vanaf een computer (Windows) Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows • Voor PCL-printerstuurprogramma voor Windows • Voor PS-printerdriver voor Windows - 88 - 1 2 3 Open het af te drukken bestand. 4 klik op [Preferences]. Kies [Print] vanaf het [File] menu. Kies de printer driver.
4. Afdrukken 5 Wijzig de instellingen op elk tabblad naar wens. Voor PS-printerdriver voor Windows 1 2 3 4 6 7 Klik op [OK]. Klik op [Print] op het [Print] scherm. - 89 - Open het af te drukken bestand. Kies [Print] vanaf het [File]-menu. Kies de PS printer driver. klik op [Preferences].
4. Afdrukken 5 Wijzig de instellingen op elk tabblad naar wens. 6 7 Klik op [OK(OK)]. Klik op [Print] op het [Print] scherm.
4. Afdrukken Afdrukken vanaf een computer (Mac OS X) Voor Mac OS X U kunt instellen een papier grootte, papier lade, en papier gewicht, en papier type met de printer driver. • Voor Mac OS X - 91 - 1 2 Open het af te drukken bestand. 3 4 5 Selecteer de machine bij [Printer]. Kies [Print] vanaf het [File] menu. Selecteer het papierformaat bij [Paper Size (Papierformaat)]. Wijzig de instellingen in elk paneel naar wens.
4. Afdrukken Als de gegevens van de instellingen niet worden weergegeven in het afdrukvenster van Mac OS X 10.8.5 tot 10.11, klikt u op [Show details (Toon details)] onder in het dialoogvenster. 6 Klik op [Print].
4. Afdrukken Een afdruktaak annuleren Om een actieve afdruktaak te annuleren, drukt u op het bedieningspaneel op de knop (STOPPEN). Om taken in de afdrukwachtrij te annuleren, selecteert u op het bedieningspaneel de taken in de takenlijst die u wilt verwijderen. Volg de onderstaande stappen om het afdrukken te annuleren. • De pagina's die klaar zijn om met dit apparaat te worden afgedrukt, kunnen niet worden geannuleerd.
4. Afdrukken Over schermen en functies van printer-drivers Windows PCL-printerdriver • [Setup] Label In deze sectie worden de schermen en de functies van de printerstuurprogramma’s beschreven. • Windows PCL-printerdriver • Windows PS Printer Driver • Mac OS X PS Printer Driver Item 1 - 94 - Stuurprogramma-instellingen Takenlijst Bewaar uw instellingen. 2 Lay-out van beeld Geeft een voorbeeld voor de ingestelde lay-out weer.
4. Afdrukken • [Job Options] Label Item • [Extend] Label Beschrijving Item Takenlijst 1 Kwaliteit Geeft de resolutie voor afdrukken op. 1 Watermerken Specificeert wanneer u stempel printen wilt gebruiken. 2 Schaal Geeft de hoeveelheid vergroting/verkleining voor afdrukken op. 2 Bedekkingen 3 Kopieën Voer in hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt. Wordt ingesteld bij het afdrukken van indelingen die op voorhand als overlays zijn geregistreerd bij de printer.
4. Afdrukken • [Paper/Quality] Label Windows PS Printer Driver • [Layout] Label Item Item Takenlijst 1 Hoek opslaan Specificeert de print richting. 2 Printen aan Beide Zijden Specificeert deze instelling wanneer u duplex printen wilt uitvoeren. 3 Pagina Volgorde Specificeert de te printen pagina's. 4 Pagina Formaat Geeft het aantal pagina's op, dat op een vel papier wordt afgedrukt of het afdrukken van een kleine boekje.
4. Afdrukken • [Job Options] Label Item 7 Takenlijst Gebruiker Autorisatie Specificeert de gebruiker autorisatie. 8 Over Weergeeft de versie van de printer driver. 9 Standaard Herstelt de instellingen op het label naar hun standaard waardes. • Tabblad [kleur] Item Takenlijst 1 Kwaliteit Specificeert de resolutie voor printen. Wanneer u instelt [Toner Saving], zal de print dichtheid verminderen om toner te besparen.
4. Afdrukken • [Color Matching] Paneel Mac OS X PS Printer Driver • [Layout] Paneel Item Onderdeel Beschrijving 1 Pagina's per Vel Kiest het aantal pagina's dat wordt geprint op een vel papier. 2 Layout Richting Specificeert de layout die wordt toegepast wanneer u meerdere pagina's print op een vel papier. 3 Grens Specificeert en type van een grens. 4 Tweezijdig Specificeert wanneer dubbel printen uitgevoerd wordt. 5 Omgekeerde pagina oriëntatie.
4. Afdrukken Onderdeel • [Cover Page] Paneel Beschrijving 2 Pagina's om te printen. Specificeert pagina's om te printen. 3 Pagina Volgorde Specificeert de te printen pagina's. 4 Schalen om te passen op papier. Afdrukken op papierformaat. Vergroot of verkleint om op het papierformaat te passen. Vergroot of reduceert een document om te passen op de uitvoer papier grootte door het kiezen van dit controle venster. 5 Bestemming Papier Grootte.
4. Afdrukken • Paneel [Kleur] • Paneel [Afdrukopties] Item Takenlijst 1 Grijsschaal Geeft aan dat er monochroom afgedrukt zal worden. 2 Kleur Hiermee selecteert u afstemming op kleurmodus bij afdrukken in kleur. Item 1 - 100 - Quality1, Quality2, Toevoer, Papier Takenlijst Geeft de printkwaliteit, tonerbesparing, het papiertype, etc. aan.
4. Afdrukken • [User Authentication] Paneel Onderdeel • [Secure Print (Beveiligd afdrukken)] paneel Item Beschrijving 1 Gebruik Gebruikersauthenticatie Kies dit controle venster wanneer u de gebruiker authentificatie in wilt stellen wanneer u print. 2 Gebruikersnaam De gebruikersnaam voor gebruiker authentificatie 3 Wachtwoord Het wachtwoord voor gebruiker authentificatie 4 Authenticatiemethode Geef een authenticatiemethode op die u wilt gebruiken.
4. Afdrukken • Paneel [Voorraad] Item 1 Verbruiksartikelen Takenlijst Geeft de resterende hoeveelheid verbruiksartikelen weer.
4. Afdrukken Namen en Functies van Scherm Onderdelen voor Printen Item Item Takenlijst 1 Stationaire knop gebied Weergeeft knoppen die iedere keer op het scherm verschijnen. 2 Titel en bewerking geleiding gebied Weergeeft de titel van het huidige scherm en voorziet in geleiding voor mogelijk bewerkingen. 3 Hoofd gebied Geeft sneltoetsen voor bepaalde afdrukfuncties weer. 4 [Shared Print (Gedeeld afdrukken)] Drukt gedeelde documenten af die op het apparaat zijn opgeslagen.
5 Onderhoud Verbruiksartikelen vervangen Reinigen van Ieder Onderdeel van de Machine Deze categorie beschrijft vervangingen van verbruiksartikelen en schoonmaken om te zorgen dat men de machine makkelijk gebruik en dat de levensduur ervan lang is.
5. Onderhoud Verbruiksartikelen vervangen Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van verbruiksartikelen In deze categorie wordt beschreven hoe u tonercartridges en afbeeldingsdrums vervangt. Observeer de volgende voorzorgsmaatregelen bij het vervangen. • Voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van verbruiksartikelen • Tonercartridges vervangen • Vervangen van de afbeeldingsdrum Gooi toner of een tonercartridge niet in vuur. Mogelijk kan de toner zich verspreiden en dit kan tot brandwonden leiden.
5. Onderhoud Tonercartridges vervangen Wanneer het bericht "Toner [KLEUR] bijna op" ("[KLEUR]" geeft C (cyaan), M (magenta), Y (geel) of K (zwart) aan) verschijnt op het scherm, leg dan een vervangende tonercartridge klaar. Als u toner doorslikt, spuug het dan uit. Win medisch advies in, indien noodzakelijk. Wanneer het bericht "[COLOR (KLEUR)] toner leeg" wordt weergegeven en het afdrukken wordt gestopt, vervangt u de tonercartridge.
5. Onderhoud 2 5 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (a) volledig. Til de tonercartridge (c) aan de rechterzijde omhoog en haal deze uit het apparaat. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. Gooi een gebruikte tonercartridge of image drum in het vuur. Ze kunnen ontploffen, en de toner binnenin kan wegstuiven en brandwonden veroorzaken.
5. Onderhoud 7 Schud de cartridge verscheidene malen verticaal en horizontaal. Plaats geen tonercartridge zonder de tape te verwijderen. 8 Verwijder de tape (d) van de tonercartridge. 9 Plaats een nieuwe tonercartridge (c) door de inspringing aan de linkerzijde van de tonercartridge (e) op één lijn te brengen met het uitsteeksel (f) op de afbeeldingsdrum zodat de kleuretiketten van de tonercartridge en de afbeeldingsdrum overeenkomen. Breng vervolgens de rechterkant voorzichtig op zijn plaats.
5. Onderhoud 10 Houd de cartridge vast, druk het uiteinde van de blauwe hendel (b) van de tonercartridge in en draai deze vooruit totdat het uiteinde is uitgelijnd met de klep van de cartridge. • Als u de uitvoerlade sluit zonder de blauwe handel te draaien wanneer u de tonercartridge in de afbeeldingsdrum plaatst, kan dit een storing veroorzaken. Zorg ervoor dat u de blauwe hendel draait totdat de bovenkant ervan is uitgelijnd met de klep op de achterzijde van de tonercartridge.
5. Onderhoud Vervangen van de afbeeldingsdrum U kunt instellen wanneer het bericht "[COLOR] levensduur afbeeldingsdrum bijna bereikt" moet worden weergegeven. Druk op het aanraakscherm op [Device Settings (Apparaatinstellingen)] > [Admin Setup (Beheerdersinst.)] > [User Install (Gebruikersinstallatie)] > [Drum Near Life Timing (Timing van naderen van levensduur)] om de instelling te wijzigen. Beschikbare waarden zijn van 500 tot 3.000 (toenemend in stappen van 500).
5. Onderhoud 5 9 Houd de cartridge vast, druk het uiteinde van de blauwe hendel (c) van de tonercartridge in en draai deze naar u totdat het uiteinde is uitgelijnd met de klep van de cartridge. 10 6 Til de tonercartridge (d) aan de rechterzijde omhoog en haal deze uit de afbeeldingsdrum. 7 8 Maak een nieuwe afbeeldingsdrum open en plaats het op een vlak oppervlak. Verwijder het droogmiddel. - 111 - Verwijder de klep van de toner.
5. Onderhoud 11 Houd de cartridge vast, druk het uiteinde van de blauwe hendel (g) van de tonercartridge in en draai deze vooruit totdat het uiteinde is uitgelijnd met de klep van de cartridge. Sluit de uitvoerlade (a) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. 14 Gelieve de afbeeldingsdrums de recycleren.
5. Onderhoud Vervangen van de afbeeldingsdrum en de tonercartridge op hetzelfde moment Wees tijdens de verwijdering van verbruiksartikelen voorzichtig dat u de LED-kop niet raakt. Dit deel beschrijft hoe de afbeelding trommel en toner patroon te vervangen met nieuwe op hetzelfde moment. • Wees extra voorzichtig wanneer u de afbeelding trommel (de groene cilinder) hanteert, omdat het breekbaar is. • Stel de afbeelding trommel niet bloot aan direct zonlicht of sterk licht (ongeveer 1500 lux of meer).
5. Onderhoud 7 Verwijder het deksel van de toner. 8 Pak een nieuw tonerpatroon uit. afbeeldingsdrum zodat de kleuretiketten van de tonercartridge en de afbeeldingsdrum overeenkomen. Breng vervolgens de rechterkant voorzichtig op zijn plaats. Voor de installatiemethode raadpleegt u "Tonercartridges vervangen". 9 Schud het patroon verscheidene malen verticaal en horizontaal. 10 Verwijder de tape (c) van de tonercartridge.
5. Onderhoud Als u de uitvoerlade sluit zonder de blauwe handel te draaien wanneer u de tonercartridge in de afbeeldingsdrum plaatst, kan dit een storing veroorzaken. Zorg ervoor dat u de blauwe hendel draait totdat de bovenkant ervan is uitgelijnd met de klep op de achterzijde van de tonercartridge. 13 Controleer de labelkleur van de nieuwe afbeeldingsdrum en plaats de drum in het apparaat. 14 Sluit de uitvoerlade (a) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade.
5. Onderhoud Reinigen van Ieder Onderdeel van de Machine Reinigen van de LED-kop Reinig de LED-kop als er verticale witte lijnen verschijnen, als de afbeeldingen vervagen of als er vlekken zijn in het gebied rond letters op de afdrukken. Deze paragraaf beschrijft hoe het apparaat en de onderdelen gereinigd moeten worden. • Reinigen van de LED-kop • Gebruik geen oplosmiddelen zoals methanol alcohol en verdunners, omdat zulke chemicaliën de LED-kop kunnen beschadigen.
5. Onderhoud 2 Veeg de vier lenzen van de LED-koppen met zacht papier lichtjes schoon. 3 Sluit de uitvoerlade (a) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade.
6 Problemen verhelpen Als een Papieropstopping zich voordoet Afdrukroblemen Als er een foutbericht wordt weergegeven op het besturingspaneel.
6. Problemen verhelpen Als een Papieropstopping zich voordoet Als de foutcode "370", "371" of "372" is In deze sectie wordt beschreven wat u moet doen als er een papierstoring optreedt. Controleer de foutcode op het bedieningspaneel en raadpleeg de overeenkomstige pagina. 1 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (a) volledig. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. • Als de foutcode "370", "371" of "372" is De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
6. Problemen verhelpen 3 Bedek de verwijderde image drums met papier, zodat de image drums niet worden blootgesteld aan licht. 4 Trek het vastgelopen papier voorzichtig naar de achterzijde van het apparaat toe (de richting van de pijl) als u een rand van het vastgelopen papier kunt zien. - 120 - 5 Als het papier is vastgelopen in de fuser, drukt u op de ontgrendelingshendel (b) van de fuser en trekt u het vastgelopen papier traag naar u.
6. Problemen verhelpen 7 Houd de fuser vast bij de handgreep en til deze uit het apparaat. 8 Draai de vergrendelingshendels aan beide kanten van de band naar u toe en verwijder de band door de vergrendelingshendels vast te houden. 9 - 121 - Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken.
6. Problemen verhelpen 10 11 Houd de vergrendelingshendels van de band vast en plaats de band in het apparaat. Draai de vergrendelingshendels aan beide kanten van de band naar voren. - 122 - 12 Houd de fuser vast bij de handgreep en plaats deze in het apparaat. 13 Kantel de vergrendelingshendels aan beide kanten van de fuser.
6. Problemen verhelpen 14 Plaats de vier afbeeldingsdrums terug in het apparaat Als de foutcode "380", "381", "382", "385" of "389" is 1 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (a) volledig. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 15 Sluit de uitvoerlade (a) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. 2 Verwijder de vier afbeeldingsdrums uit het apparaat en plaats de afbeeldingsdrums op een effen oppervlak.
6. Problemen verhelpen 3 Bedek de verwijderde image drums met papier, zodat de image drums niet worden blootgesteld aan licht. 4 Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. 5 Als het papier is vastgelopen in de fuser, drukt u op de ontgrendelingshendel van de fuser en trekt u het vastgelopen papier traag naar u toe. - 124 - 6 Draai de vergrendelingshendels (c) aan beide kanten van de fuser naar u toe.
6. Problemen verhelpen 8 Als het vastgelopen papier nog in de machine is, houd de beide zijden van het papier vast om het voorzichtig te verwijderen. 10 Kantel de vergrendelingshendels (c) aan beide kanten van de fuser. 9 Houd de fuser vast bij de handgreep en plaats deze in het apparaat. 11 Plaats de vier afbeeldingsdrums terug in het apparaat.
6. Problemen verhelpen 12 Sluit de uitvoerlade (a) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. Als de foutcode is "390" 1 Als er papier in de universele cassette is geplaatst, verwijdert u het. 2 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (a) volledig. Brandwonden kunnen het gevolg zijn. De procedure is voltooid. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan.
6. Problemen verhelpen 6 Plaats de vier afbeeldingsdrums terug in het apparaat. 7 Sluit de uitvoerlade (a) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. Wees tijdens de verwijdering van verbruiksartikelen voorzichtig dat u de LED-kop niet raakt. 4 Bedek de verwijderde image drums met papier, zodat de image drums niet worden blootgesteld aan licht. 5 Open de transparante klep in het apparaat en verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken.
6. Problemen verhelpen 8 Wanneer u papier in de universele cassette plaatst, moet u het papier met de afdrukzijde naar boven plaatsen. Als de foutcode "391", "392" of "393" is Er is een papierstoring opgetreden tijdens het invoeren van papier vanuit een papiercassette. Als er regelmatig papierstoringen optreden, reinigt u de papierinvoerrollen. Raadpleeg voor meer informatie "Papierinvoerrollen schoonmaken (Lade 1/Lade 2/Lade 3) (Uitgebreide gids)".
6. Problemen verhelpen 3 Plaats de papierlade terug in het apparaat. 4 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (a) volledig. 5 Sluit de uitvoerlade (a) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. De procedure is voltooid. Door de uitvoerlade te openen en te sluiten begint het apparaat af te drukken.
6. Problemen verhelpen Als de foutcode is "409" Wees tijdens de verwijdering van verbruiksartikelen voorzichtig dat u de LED-kop niet raakt. 1 Sluit de achterste uitvoerlade. 2 Druk op de knop (A) en open de uitvoerlade (a) volledig. 4 Brandwonden kunnen het gevolg zijn. De fuser is zeer heet. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 3 Verwijder de vier afbeeldingsdrums uit het apparaat en plaats de afbeeldingsdrums op een effen oppervlak.
6. Problemen verhelpen 5 Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken. 7 Draai de vergrendelingshendels aan beide kanten van de fuser naar u. 6 Als het papier is vastgelopen in de fuser, drukt u op de ontgrendelingshendel van de fuser en trekt u het vastgelopen papier traag naar u toe. 8 Houd de fuser vast bij de handgreep en til deze uit het apparaat.
6. Problemen verhelpen 9 10 Kantel de vergrendelingshendels aan beide kanten van de band naar u toe en verwijder de band door de vergrendelingshendels vast te houden. 11 Houd de vergrendelingshendels van de band vast en plaats de band in het apparaat. 12 Draai de vergrendelingshendels aan beide kanten van de band naar voren. Verwijder traag het vastgelopen papier door aan de rand van het papier te trekken.
6. Problemen verhelpen 13 Houd de fuser vast bij de handgreep en plaats deze in het apparaat. 14 Kantel de vergrendelingshendels aan beide kanten van de fuser. 15 Plaats de vier afbeeldingsdrums terug in het apparaat. 16 Sluit de uitvoerlade (a) traag en duw ter bevestiging tegen het midden van de uitvoerlade. De procedure is voltooid.
6. Problemen verhelpen Afdrukroblemen Kan niet afdrukken • Veelvoorkomend in Windows en Mac OS X Deze paragraaf beschrijft problemen met het afdrukken vanaf de computer. Oorzaak • Indien u een probleem niet met de volgende oplossingen kunt oplossen, contacteer uw handelaar. Meer info De machine staat in slaapstand of diepe slaapstand. Druk op de knop (ENERGIEBESPARING) om in stand-bystatus te gaan. De machine is uitgeschakeld. Zet de machine aan. Een LAN-kabel of USB-kabel is ontkoppeld.
6. Problemen verhelpen • Voor Windows Oorzaak Oorzaak Oplossing Meer info De machine is niet ingesteld als standaardprinter. Stel de machine in als standaardprinter. Rechterklik op het [OKI C542 * (OKI C542 *)] icoon op de map [Devices and Printers (Apparaten en Printers)] folder en selecteer dan [Set as Default Printer (Instellen als Standaard Printer)]. * Geeft het type stuurprogramma aan. (ex. PCL6/PS/XPS) De output-poort van de printerdriver is verkeerd.
6. Problemen verhelpen Als er een foutbericht wordt weergegeven op het besturingspaneel. Fout Meldingenlijst Wacht een ogenblik. Netwerk initialisatie ... Als dit apparaat een fout vertoont, wordt op het aanraakscherm een foutbericht en/of een foutcode (een 3-cijferig nummer) weergegeven en knippert of brandt (STATUS) op het bedieningspaneel. Het netwerk is aan het initialiseren. Wacht een ogenblik totdat het apparaat met het netwerk verbinding maakt.
6. Problemen verhelpen Wacht een ogenblik. Onderhoud uitvoeren. Niveau Afbeeldingsdrum De programma's op het apparaat worden geüpdatet. Schakel het apparaat niet uit totdat de update is voltooid. Het apparaat herstart automatisch nadat de update is voltooid. De aangegeven afbeeldingsdrum op het scherm is bijna op. Leg nieuwe beelddrum gereed C: Cyaan (blauw), M: Magenta (rood), Y: Geel, K: Zwart Levensduur Fixeereenheid. Toner is bijna op De fixeereenheid nadert levensduur.
6. Problemen verhelpen [TRAY (LADE)] leeg. Flash fout Er is geen papier in de aangegeven lade. Plaats het papier. Er is een fout opgetreden tijdens het updaten van de firmware. Contacteer de beheerder. Bestandssysteem is vol. Ongeld. afdrukgeg. ontvangen. Geheugen in het bestandssysteem is vol. Verwijder onnodige bestanden. Er zijn ongeldige afdrukgegevens ontvangen. Wissen van het bericht op [Close (Sluiten)].
6. Problemen verhelpen Papier in [TRAY (LADE)] is leeg Stel [MEDIA_SIZE (PAPIERFORMAAT)] in Fout: 490, 491, 492, 493 Y Niet aanbevolen toner. Fout: 550, 554, 614, 620 Het geïnstalleerde Y (Geel) tonerpatroon is niet optimaal. We raden aan een optimaal tonerpatroon te gebruiken. Er is geen papier in de aangegeven lade. Plaats papier van het weergegeven formaat. K Niet aanbevolen toner. Fout: 553, 557, 617, 623 [TRAY (De lade)]-cassette ontbreekt. Open en sluit de aangeduide cassette.
6. Problemen verhelpen Papieropstoppingen opgetreden. Trek de [TRAY (LADE)] cassette en verwijder vervolgens het papier. Fout: 391, 392, 393 De levensduur van de fixeereenheid is bereikt. Installeer nieuwe fixeereenheid. Fout: 354 Een vastgelopen papier via de papierbaan van de aangegeven lade. Trek de cassette uit en verwijder vervolgens het papier. Als er meerdere vellen papier tegelijkertijd worden ingevoerd, verwijder het papier en plaats het papier opnieuw.
6. Problemen verhelpen De fixeereenheid is niet juist geïnstalleerd. Installeer de fixeereenheid opnieuw. Fout: 320 POP3-login mislukt De fixeereenheid is niet juist geïnstalleerd. Verwijder de fixeereenheid en installeer de eenheid opnieuw. Een poging op de POP3-server in te loggen, resulteerde in een authenticatiefout. Controleer de netwerkinstellingen. Bandeenheid niet geïnstalleerd. Stel de bandeenheid opnieuw in. Fout: 330 Verkrijg. doel-IP mislukt. Gelieve de DHCP-instellingen te Controleren.
6. Problemen verhelpen Incompatibel USB-apparaat aangesloten. Verwijder aub het verbonden USB-apparaat. Geg. verwijd. USB-apparaat een niet ondersteund. Verwijder aub het USB-apparaat. Dit apparaat heeft geen kleuren toner meer. Kleuren afdrukgegevens worden verwijderd. Wacht enkele ogenblikken. Verwijder aub het verbonden USB-apparaat. USB-apparaat is niet herkend. PDF-fout Het aangesloten USB-apparaat werd niet herkend. Verwijder aub het USB-apparaat. Het PDF-bestand is beschadigd.
6. Problemen verhelpen De uitvoerlade aan de achterzijde is open waardoor dubbelzijdig afdrukken is uitgeschakeld. Foutcode: 581 Fout update firmware Probeer het opnieuw. Als het netwerk niet werkt, probeer de firmware update dan via USB Dubbelzijdig afdrukken is mislukt omdat de uitvoerlade aan de achterzijde open is. Sluit de uitvoerlade aan de achterzijde en probeer opnieuw. De firmware bijwerken mislukt. Opnieuw updaten. Bij Google Cloud Print registreren.
6. Problemen verhelpen IPv4-adres zorgt voor een conflict. Wijzig het IPv4-adres. De IP-adressen toegewezen aan dit apparaat zijn ook aan een ander apparaat gekoppeld. Controleer de IP-adressen en wijs een ander IP-adres toe. Enkelzijdig afdrukken werd uitgevoerd daar de papierinstelling dubbelzijdig afdrukken niet toestond. Dubbelzijdig afdrukken is niet beschikbaar voor het opgegeven papier. Controleer het formaat en de dikte van het papier. Druk op [Close (Sluiten)]. Taal Wijzigen.
7 Besturingsbeheer/ Specificaties Wijzigen van de beheerderswachtwoord Stroomverbruik sparen met de functie Energie besparen Specificaties Deze paragraaf beschrijft het beheren van het apparaat en haar specificaties.
7. Besturingsbeheer/ Specificaties Wijzigen van de beheerderswachtwoord Het verdient aanbeveling om het beheerderswachtwoord te wijzigen om uw veiligheid te beschermen. Stel een beheerderswachtwoord met 6 tot 12 alfanumerieke tekens in. Zorg ervoor dat u het ingestelde wachtwoord niet vergeet. 1 2 Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel. 3 Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK (OK)]. 4 5 Druk op 6 7 8 Voer een nieuw wachtwoord in en klik vervolgens op [OK].
7. Besturingsbeheer/ Specificaties Stroomverbruik sparen met de functie Energie besparen Duur van inactiviteit voor activering van Energiespaarstand instellen Het apparaat heeft drie energiespaarstanden: Energiespaarstand, Slaap en Diepe slaag. In de Energiespaarstand wordt het scherm uitgeschakeld en gaat de indicator van de energiespaarstand oplichten of knipperen. Druk op de knop (ENERGIESPAARSTAND) om de Energiespaarstand in te schakelen.
7. Besturingsbeheer/ Specificaties Duur van inactiviteit voor activering van Slaapstand instellen 1 2 Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel. 3 Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK (OK)]. 4 5 6 7 Druk op Beperkingen in energiespaarstanden Het apparaat gaat niet in de Slaapstand in het volgende geval: • Wanneer er een fout op het apparaat optreedt Druk meerdere keren op Instellingen)].
7. Besturingsbeheer/ Specificaties *2 De verstreken tijd in de slaapstand is niet opgenomen in de intervallen van de meldingstijd van de e-mailwaarschuwing en de intervallen van de updatetijd van de NTP-server Apparaat automatisch uitschakelen (Autom. uitschakelen) Het apparaat beschikt over de functie ‘Autom. uitschakelen’ die het apparaat automatisch uitschakelt wanneer het een bepaalde tijd niet wordt gebruikt.
7. Besturingsbeheer/ Specificaties Duur van inactiviteit voor activering van ‘Autom. uitschakelen’ instellen 1 2 Druk op [Device Settings] op het aanraak paneel. 3 Voer de beheerdersnaam en het wachtwoord in en druk op [OK (OK)]. 4 5 6 7 Druk op Druk meerdere keren op Instellingen)]. of en druk op [Admin Setup (Admin De vanuit de fabriek ingestelde beheerdersnaam en het bijbehorende wachtwoord zijn respectievelijk "admin" en “999999". of verschillende keren en druk op [Manage Unit (Beheer)].
7. Besturingsbeheer/ Specificaties Specificaties Algemene specificaties Deze paragraaf beschrijft de specificaties van het apparaat.
7. Besturingsbeheer/ Specificaties Onderdeel Afdrukspecificaties Onderdeel C542/ES5442 Invoer methode Automatische invoer vanuit cassette 1, universele cassette en extra cassette (optioneel) Handmatige invoer vanuit universele cassette Capaciteit papierinvoer • Lade 1 250 vellen (minder dan 80 g/m2), totale dikte 25 mm of minder. • Multifunctionele lade 100 vellen (minder dan 80 g/m2) en totale dikte van 10 mm of minder, 10 enveloppen (85 g/m2).
7. Besturingsbeheer/ Specificaties Netwerkspecificaties Onderdeel Interface Protocol Draadloze LAN-specificaties (optie) C542/ES5442 Onderdeel Ethernet 10BASE-T/100BASE-TX/1000BASE-T, IEEE802.11 a/b/g/n draadloze LAN TCP/IPv4, TCP/IPv6, NetBIOS over TCP, LPR, Port9100, IPP, FTP, HTTP, TELNET, SMTP, POP3, SNMPv1/v3, DHCP, DHCPv6, DNS, DDNS, UPnP, WINS, Bonjour, SNTP, LLTD, Web Services Discovery (WSD), SSL/TLS, IPSec, LDAPv3, Kerberos, IEEE802.
7. Besturingsbeheer/ Specificaties belemmering en (2) dit apparaat moet aannemen belemmeringen, inclusief belemmering niet veroorzaken die ongewilde operatie van dit apparaat kan veroorzaken. door het Ministerie van defensie, met maximum machtigde macht van 100 mW in de 2446,5 - 2483,5 MHz band. Gebruik buiten op gemeengoed is niet toegestaan. Le présent appareil est conforme aux la partie 15 des règles de la FCC et CNR d'Ubdustrie Canada applicables aux appareils radio exempts de licence.
7. Besturingsbeheer/ Specificaties Deze pagina legt de radiogolf gebruikte door OkiLAN900w uit. OkiLAN900w bedient aan 2,4 GHz. Geen radiovergunning wordt vereist OkiLAN900w te gebruiken. Neem nota van de volgende punten. Gebruik geen OkiLAN900w nabij de volgende uitrusting of plaatsen. De volgende uitrusting kan dezelfde band gebruiken. Indien u OkiLAN900w nabij deze uitrusting gebruikt, zwaait de radio van OkiLAN900w en de volgende apparaten kunnen met u bemoeien.
Contact Us OKI Systems (UK) Ltd. Blays House Wick Road Egham Surrey TW20 0HJ OKI Systems (Magyarország) Kft. H-1133 Budapest, Váci út 76 Hungary Tel: +44 (0) 1784 274300 Website: www.oki.com/uk Telefon: +36 1 814 8000 Telefax: +36 1 814 8009 Website: www.okihu.hu OKI Systems (Ireland) Ltd OKI Systems (Italia) S.p.A. A7 Calmount Park Ballymount Dublin 12 D12 TX94 Ireland via Milano, 11, 20084 Lacchiarella (MI) Tel: +353 (0) 1 4049590 Fax: +353 (0)1 4049591 Website: www.oki.
46472606EE Rev3