C5510 MFP gebruikershandleiding C5510 MFP
VOORWOORD Oki heeft alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de informatie in dit document volledig, accuraat en recent is. Oki aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor de gevolgen van fouten die buiten de macht van Oki liggen. Oki garandeert ook niet dat wijzigingen die andere fabrikanten aanbrengen in software en apparaten waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, niet van invloed zijn op de toepasselijkheid van de informatie.
INHOUD Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Opmerking, Let op! en Waarschuwing! . . . . . . . . . 6 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Overzicht van het MFP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vooraanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achteraanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kopieergebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instellingen in het Configuratiescherm van Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Tabblad Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Tabblad Geavanceerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Documenten plaatsen voor kopiëren. . . . . . . . . . De automatische documentinvoer gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Documenten in de automatische documentinvoer plaatsen . . . . . . . .
Informatiecodes tijdens netwerkverkeer . Informatiecodes tijdens e-mailen . . . . . . Informatiecodes tijdens archivering . . . . Vastgelopen papier verwijderen . . . . . . . . . In de automatische documentinvoer...... In de printer...... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 .100 .103 .106 .106 .107 Afdrukken in kleur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 Factoren die van invloed zijn op het uiterlijk van afdrukken . . . . . . . . . . . . .
OPMERKING, LET OP! EN WAARSCHUWING! OPMERKING Deze tekst bevat extra informatie als aanvulling op de hoofdtekst. LET OP! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden. WAARSCHUWING! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel. Gebruik alleen originele Oki-verbruiksmaterialen voor de beste afdrukkwaliteit en optimale hardwareprestaties.
INLEIDING Van harte gefeliciteerd met uw keus voor dit multifunctionele product (MFP). Dit apparaat is uitgerust met geavanceerde mogelijkheden voor het met hoge snelheid afdrukken van heldere, levendige kleurenafbeeldingen en scherpe zwartwitpagina's op een aantal verschillende afdrukmedia. Met dit MFP kunt u meteen papieren documenten scannen en het elektronische beeld naar verschillende bestemmingen sturen, zoals e-mailadressen, printers, FTP-servers of een andere computer in het netwerk.
die u nodig hebt om optimale resultaten te verkrijgen met uw Oki-printer. > Scannen naar e-mail: wanneer uw MFP is aangesloten op een ethernetnetwerk en een SMTP-server, kunt u hiermee via e-mail documenten verzenden over internet. Wanneer u op de e-mail knop hebt gedrukt en de e-mailadressen van uw ontvangers hebt geselecteerd, worden binnen enkele minuten de documenten eerst gescand en omgezet naar een beeldbestand en vervolgens naar externe geadresseerden verzonden.
OVERZICHT VAN HET MFP VOORAANZICHT 10 9 8 11 7 12 1 13 2 3 2 4 5 6 1. Uitvoervak, afgedrukte zijde naar beneden Standaarduitvoervak voor afdrukken. Kan maximaal 250 vel papier van 80 g/m² bevatten. 6. Universele lade (gesloten weergegeven). Deze lade wordt gebruikt voor zwaarder papier, enveloppen en andere speciale media. Indien nodig kan deze lade ook voor handmatige invoer van enkele vellen worden gebruikt. 2. Ontgrendelingsknopjes van de universele lade (drukken). 7.
ACHTERAANZICHT Hier ziet u het verbindingspaneel en het uitvoervak aan de achterzijde. 21 22 14 13 18 17 16 15 23 20 24 15 19 19. Netsnoeraansluiting 14. Kabel van automatische documentinvoer 15. AAN/UIT-knop. 20. Achterzijde, uitvoervak voor 100 vel, afgedrukte zijde naar boven 16. Gelijkstroomaansluiting 21. Netwerkconnector 17. Connector van automatische documentinvoer 22. Aansluitconnector 18. USB-interface 23. Verbindingskabel 24.
Dit uitvoervak wordt voornamelijk gebruikt voor zwaardere afdrukmedia. Als het uitvoervak wordt gebruikt in combinatie met de universele lade, wordt het papier in een rechte baan door de printer geleid. Papier hoeft niet via allerlei bochten door de printer te worden geleid en dit maakt het mogelijk media te gebruiken tot maximaal 203 g/m². HET BEDIENINGSPANEEL 13 1 2 3 4 5 6 7 9 11 12 10 8 17 15 14 16 18 19 20 KOPIEERGEBIED 1.
13 1 2 3 4 5 6 7 LCD-SCHERM EN FUNCTIEGEBIED 5. Aantal exemplaren 9 11 12 10 8 17 15 14 16 18 19 20 Hier wordt het aantal geselecteerde exemplaren weergegeven. 6. Kopieermodus Hier selecteert u de kopieermodus. 7. Scanmodus Hier selecteert u de scanmodus (ook de standaardwerkmodus). 8. Additional Settings Hiermee verricht u aanvullende instellingen van de modus 'Copy' en de modus 'Scan'. (De instellingen zijn slechts gedurende drie minuten beschikbaar.
1 2 3 13. Address book 4 5 6 7 12 9 11 10 8 17 15 14 16 18 19 20 Wordt gebruikt om het bestaande e-mailadres voor de functie 'Scannen naar' aan te geven. Deze toets is alleen beschikbaar in de scanmodus. STARTTOETS EN ANDERE TOETSEN 14. Menu Druk op deze knop om het menu voor de instelling van het MFP te openen. 15. Reset Druk op deze knop wanneer u de scanner weer wilt instellen op de standaardfabrieksinstellingen. 16.
HET STATUSPANEEL Het statuspaneel kan door de bediener van het apparaat worden gebruikt om in te grijpen. Bovendien wordt hierop aangegeven of de printer normaal werkt of dat deze aandacht vereist. 1 2 3 4 5 6 Het statusscherm bevat de volgende 4 lampjes (LED's) en 2 knoppen: 1. Voedingslampje (Gereed) (groen) 2. Papierlampje (oranje) 3. Verbruiksmaterialenlampje (oranje) 4. Alarmlampje (oranje). 5. Knop ON LINE. 6. Knop CANCEL.
KNOPPEN Werking De knoppen hebben het opschrift ON LINE en CANCEL en elk van beide knoppen heeft de volgende drie modi: MODUS OMSCHRIJVING Kort indrukken (1 Druk op de knop en laat deze binnen 2 seconden seconde indrukken) weer los. De bewerking wordt onmiddellijk gestart zodra u de knop loslaat. 2 seconden indrukken Druk op de knop en laat deze na 2 tot 5 seconden weer los. De bewerking wordt onmiddellijk gestart zodra u de knop loslaat (behalve bij het annuleren van een taak).
STATUS VÓÓR INDRUKKEN KNOP ON LINE KNOP CANCEL 1 2 5 1 2 5 INDRUK- INDRUK- INDRUK- INDRUK- INDRUK- INDRUKKEN KEN KEN KEN KEN KEN OFF LINE – ON LINE (gegevens wordt actief worden ontvangen, verwerkt of afgedrukt) – Er wordt gevraagd om handmatige invoer, er zit geen papier in de universele lade of het papierformaat is onjuist – Papierinvoer wordt gestart – – Taak wordt geannuleerd – (*3) – Taak wordt geannuleerd – (*3) Taak wordt geannuleerd – – Geen papier in lade 1 of lade 1 staat open
*1: Het menuoverzicht (of de statuspagina) bevat details van de printerinstellingen en statusinformatie. *2: ON LINE wordt actief nadat het afdrukken is gestart. *3: De taak wordt geannuleerd 2 seconden nadat op de knop is gedrukt (zelfs als de knop langer ingedrukt is gehouden). FUNCTIE VAN DE LAMPJES Algemeen De printerstatus (die wordt aangegeven door de lampjes) kan ruwweg als volgt worden gecategoriseerd: 1. Normale status: de printer werkt normaal.
LAMPJE FUNCTIE Verbruiksmaterialenlampje Dit lampje geeft aan dat de levensduur van de verbruiksmaterialen is verstreken (waarschuwing of alarm) of dat een fout is opgetreden bij de installatie van verbruiksmaterialen. Alarmlampje Dit lampje geeft aan dat er een papierstoring is opgetreden of dat de klep openstaat.
LAMPJE VERLICHTINGSPATROO STATUS N Papier, verbruiksmaterialen, alarm Uit ON LINE Aan Er wordt een waarschuwing aangegeven (afdrukken is mogelijk) (Oranje) Knipperend 1 (elke 2 sec.) Er is een fout opgetreden, maar het afdrukken kan doorgaan als u op de knop ON LINE of CANCEL drukt. Knipperend 2 (elke 0,5 sec.) Er is een fout opgetreden. U moet bijvoorbeeld verbruiksmaterialen vervangen of vastzittend papier verwijderen. De fout wordt vervolgens hersteld en de printer kan weer afdrukken.
AAN DE SLAG AANBEVOLEN PAPIER Het MFP kan allerlei afdrukmedia verwerken, inclusief papier van verschillende gewichten en formaten, transparanten en enveloppen. In deze sectie wordt een algemeen advies gegeven over de keuze van de media en wordt uitgelegd hoe elk type moet worden gebruikt. U krijgt de beste prestaties als u standaardpapier van 75-90 g/ m² gebruikt dat is ontworpen voor het gebruik in kopieermachines en laserprinters.
> Kokuyo A693X-serie (A4) of A650 (B5). De aanbevolen visitekaartjes worden geproduceerd door Oki (bestelnummer 09002985). CASSETTELADE FORMAAT AFMETINGEN A6 105 x 148 mm A5 148 x 210 mm GEWICHT (G/M²) B5 182 x 257 mm Executive 184,2 x 266,7 mm Licht A4 210 x 297 mm Gemiddeld 75-90 g/m² Letter 215,9 x 279,4 mm Zwaar Legal 13in 216 x 330 mm Legal 13.
Gebruik de universele lade voor het afdrukken van enveloppen en transparanten. Er kunnen maximaal 50 transparanten of 10 enveloppen tegelijk worden geladen, waarbij de stapel niet hoger mag zijn dan 10 mm. Papier of transparanten moeten met de afdrukzijde naar boven en met de bovenzijde als eerste in de printer worden geplaatst. UITVOERVAK (AFGEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN) In het uitvoervak aan de bovenzijde van de printer kan maximaal 250 vel standaardpapier van 80 g/m² worden geplaatst.
PAPIER PLAATSEN CASSETTELADE 1. Verwijder de papierlade uit de printer. 2. Waaier het papier aan de korte zijden (1) en de lange zijden (2) uit om ervoor te zorgen dat er geen vellen aan elkaar kleven en tik vervolgens met de zijden van het papier op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken (3).
3. Plaats het papier (briefhoofdpapier met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde in de richting van de voorkant van de printer). 1 4. 2 Stel de achterste schuif (1) en de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. Vastlopen van papier voorkomen: > Laat geen ruimte vrij tussen het papier en de geleiders en het papier en de achterste schuif. > Plaats niet te veel papier in de papierlade. Hoeveel papier er kan worden geladen, hangt af van het soort papier.
6. Als u wilt afdrukken en het papier met de afgedrukte zijde naar boven wilt uitvoeren, controleert u of het uitvoervak aan de achterzijde van de printer (3) is geopend en de papiersteun (4) is uitgetrokken. Het papier wordt gestapeld in omgekeerde volgorde. De capaciteit van het vak is ongeveer 100 vel, afhankelijk van het papiergewicht. 7. Gebruik altijd het uitvoervak aan de achterzijde (afgedrukte zijde naar boven) voor zwaar papier, zoals indexkaarten.
UNIVERSELE LADE 1. Open de universele lade en druk de papiersteun (1) voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de steun vastzit in de onderste stand. 1 3 2 2. Plaats het papier en stel de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. > Voor afdrukken op voorbedrukt papier plaatst u het papier in de universele lade met de voorbedrukte zijde naar boven en met de bovenzijde als eerste in de printer. > Enveloppen moeten met de afdrukzijde naar boven worden geplaatst.
HET APPARAAT CONFIGUREREN....
Beschrijving: 1. DHCP ingeschakeld: Kies Ja als u de IP-/subnet-/gateway-adressen rechtstreeks van de DHCP-server wilt verkrijgen. Als u de instelling hebt gewijzigd van Uit in Aan, schakelt u de voeding van de scannermodule eerst uit en dan weer in. 2. IP-adres: Het IP-adres (Internet Protocol) dat de netwerkbeheerder aan het apparaat heeft toegewezen. 3. Subnetmasker: Het netmaskeradres dat de netwerkbeheerder heeft toegewezen. 4.
met een netwerk, automatisch een uniek IP-adres worden gegeven aan de host. Dit maakt het beheer van IPadressen eenvoudiger voor netwerkbeheerders. Als de DHCP-server beschikbaar is vanaf uw netwerk, hoeft u geen informatie in te voeren over TCP/IP, subnetmasker, gateway en DNS. Deze gegevens worden dan automatisch verstrekt voor het MFP. 2. IP-adres: een IP-adres (Internet Protocol) is een unieke identificatie voor een hostverbinding met een IP-netwerk.
mailserver en deze e-mails vervolgens via internet naar de geadresseerden te verzenden. Scannen naar FTP Via het intranet met FTP (File Transfer Protocol), HTTP (Hypertext Transfer Protocol) of CIFS (Common Internet File System). Met het MFP kunt u gescande documenten rechtstreeks opslaan op een aangewezen server of pc in het netwerk met een normale PDF-, JPEG-, TIFF- of MTIFFbestandsindeling. CIFS is het Microsoft Windows-systeem voor het delen van bestanden.
2. Bij de eerste installatie van het MFP is het raadzaam dat de beheerder de standaardsysteeminstellingen handhaaft. De instellingen kunnen op een later tijdstip worden aangepast, als u eenmaal vertrouwd bent met de bediening en werking van het apparaat. ....VANAF DE WEBPAGINA 1. Typ het IP-adres van het MFP in het adresveld van de browser en druk op Enter. De MFP-pagina verschijnt op het scherm. Bijvoorbeeld: http://192.32.35.10. 2. Klik op elke optie in het menu en voer de relevante waarde in.
CONFIGURATIE Druk op Menu op het bedieningspaneel. INHOUD VAN ELK MENU Informatie ITEM BESCHRIJVING OF KEUZEMOGELIJKHEID Model Geeft de naam van het model weer. Serienummer Geeft het serienummer weer. F/W-versie Geeft de firmwareversie weer. Printer menu ITEM BESCHRIJVING OF KEUZEMOGELIJKHEID Lade 1 papierformaat Letter, Legal, A4, B5, A5. Lade 2 papierformaat Letter, Legal, A4, B5, A5. Uni.lade papierform. Letter, Legal, A4, B5, A5.
E-mailserver ITEM BESCHRIJVING OF KEUZEMOGELIJKHEID SMTP-server Het IP-adres van uw SMTP-server. SMTP-poort Het poortnummer van uw SMTP-e-mailserver. POP3-server Het IP-adres van uw POP3-server. POP3-poort Het poortnummer van uw POP3-server. Standaard onderwerp Standaardtekst voor het veld Onderwerp in emailberichten van het MFP. U kunt maximaal 64 tekens invoeren.
Beheer OPMERKING: 1. De optie Beheer is geblokkeerd met een wachtwoord. Aangezien het apparaat wordt geleverd zonder een specifiek wachtwoord, raden wij de beheerder aan een nieuw wachtwoord te maken om de veiligheid te garanderen. 2. De beveiliging kan onafhankelijk worden opgesplitst in 'Scan tot begrenzing' en 'Pininstelling' (kopieerbeperking). Voor een volledige beperking van de scanner moeten echter beide opties worden gebruikt en moet het eerste cijfer van beide PIN-codes hetzelfde zijn.
ITEM BESCHRIJVING OF KEUZEMOGELIJKHEID Energie spaarstand Selecteer deze optie als u wilt dat de energiebesparende stand wordt geactiveerd als het apparaat een bepaalde tijd niet is gebruikt. De opties zijn: Uit, 5, 15, 30, 60, 240 minuten. Gebruik taal Kies de taal die u wilt weergeven op het LCDscherm. De opties zijn: Eng/Fra/Ita/Spa/Dui/Por/Ned/Den/ Zwe/Noo/Gri DE BEHEERDERSINSTELLINGEN OPGEVEN OPMERKING: De beheerdersinstellingen zijn geblokkeerd met een wachtwoord.
Instellingen voor Scan-to Profile (Scan naar-profielen) OPMERKING: U kunt deze instellingen alleen opgeven via de webpagina of het hulpprogramma voor netwerkinstallaties. U kunt de instellingen niet doen vanaf het bedieningspaneel. ITEM BESCHRIJVING OF KEUZEMOGELIJKHEID Protocol Kies het protocol dat nodig is voor het opslaan van het gescande beeld. De opties zijn: *FTP, *HTTP, *CIFS Target *URL (Doel-URL) Voer de map voor het gescande document in.
BESCHRIJVING VAN ARCHIVERINGSPROTOCOLLEN FTP FTP staat voor 'File Transfer Protocol'. Het is een gebruikelijke methode voor het via internet verzenden van bestanden van de ene naar de andere computer. FTP-servers gebruiken RFC 959[FTP] als protocol. Zorg er daarom voor dat u een geldige FTP-account hebt met schrijfrechten voor de map waar u de bestanden en het wachtwoord wilt opslaan voordat u documenten opslaat met FTP.
bestand en het na scannen wegschrijven naar de opgegeven map. Om die reden moet u de map voor het opslaan van bestanden instellen als 'browse' (bladeren) en schrijven op de webserver toestaan; anders zal het MFP geen bestanden naar de map kunnen schrijven. Als u bestanden wilt opslaan met het MFP, moet u een aantal instellingen voor de webserver opgeven en moet u bovendien bevestigen dat de account schrijfrechten heeft om verbinding te maken met de webserver.
4. Selecteer in het eigenschappendialoogvenster het tabblad Mapbeveiliging en klik op Bewerken bij 'Anonieme toegang en verificatiemethoden'. Controleer of 'Anonieme toegang' is geselecteerd in het dialoogvenster Verificatiemethoden. 5. Klik op Bewerken om 'Account voor anonieme toegang te openen. OPMERKING: Zorg ervoor dat de account die is opgeslagen op uw computersysteem, in het bestand 'username', voldoende rechten heeft om toegang te krijgen tot het bestandssysteem. Het apparaat configureren....
Met rechten beveiligde IIS-toegang instellen: 1. Net als bij 'Anonieme IIS-toegang instellen', start u 'Internet-servicebeheer' en selecteert u Standaardwebsite. Klik met de rechtermuisknop op C:\Inetpub\wwwroot\X cabinet en klik op Eigenschappen. 2. Selecteer het tabblad Map op de pagina Eigenschappen. Controleer of de rechten voor 'Lezen', 'Schrijven' en 'Bladeren in mappen' zijn ingeschakeld.
het opslaan van bestanden instelt op een anonieme IISaccount of gebruikers en groepen die alleen die map kunnen gebruiken. 2. Houd er rekening mee dat HTTP geen serversubmap kan toevoegen vanaf dit MFP. Wanneer u Apache gebruikt als HTTP-server, moet die, volgens hun eigen documentatie, SCRIPT hebben om de HTTP PUTmethode uit te voeren.
Ter referentie vindt u hieronder het scherm voor het instellen van het delen van de CIFS-server onder Windows 98. 1. Klik op Delen. 2. Selecteer 'Volledig'. 3. Voer hier uw wachtwoord in. 1 2 3 DE PRINTEREENHEID PRINTERINSTELLINGEN IN WINDOWS De printermenu's bieden toegang tot een groot aantal opties. Ook het printerstuurprogramma van Windows bevat veel instellingen voor dezelfde opties.
gevallen kunt u specifieke sets met stuurprogramma-instellingen opslaan en een naam geven (op het tabblad Instellingen) en deze in de toekomst opnieuw gebruiken. AFDRUKVOORKEUREN IN WINDOWS-TOEPASSINGEN Als u een document vanuit een Windows-toepassing afdrukt, verschijnt het dialoogvenster Afdrukken. In dit dialoogvenster wordt gewoonlijk de naam van de printer weergegeven waarop het document wordt afgedrukt. Naast de naam van de printer bevindt zich de knop Eigenschappen.
afdruk wilt aanpassen aan een ander formaat) en overeenkomen met het formaat van het papier dat in de printer is geladen. 2. U kunt de papierbron instellen. Dit kan lade 1 (de standaardpapierlade) of de universele lade zijn. U kunt ook op het juiste deel van de schermafbeelding klikken om de lade van uw voorkeur te selecteren. 3. De instelling voor het papiergewicht moet zijn afgestemd op het soort papier waarop u wilt afdrukken. 4.
TABBLAD TAAKOPTIES 3 4 1 5 2 1. 6 7 De uitvoerresolutie van de afgedrukte pagina kan als volgt worden ingesteld. • Wanneer de hoogste afdrukkwaliteit is ingesteld, wordt het materiaal afgedrukt met 1200 x 600 dpi. Voor deze optie is het meeste printergeheugen vereist en is de afdruktijd het langst. • Bij de normale instelling wordt afgedrukt met 600 x 600 dpi. Dit is voldoende voor alle standaardtoepassingen. • Bij de conceptinstelling wordt afgedrukt met 300 x 300 dpi.
bijvoorbeeld zwarte gebieden laten afdrukken met 100%K toner (waarmee een matter resultaat wordt verkregen). 7. U kunt de standaardinstellingen met één druk op een knop herstellen. TABBLAD KLEUR 1 2 4 3 5 1. De kleuruitvoer van de printer kan automatisch of, voor geavanceerde besturing, handmatig worden ingesteld. Meestal kan de automatische instelling worden gebruikt. De overige opties in dit venster worden alleen zichtbaar wanneer u een andere optie dan Automatisch selecteert.
het stuurprogramma de beste keuze worden gemaakt, afhankelijk van de inhoud van de afbeelding. 5. U kunt de standaardinstellingen met één druk op een knop herstellen. INSTELLINGEN IN HET CONFIGURATIESCHERM VAN WINDOWS Wanneer u het venster met stuurprogramma-eigenschappen rechtstreeks opent vanuit Windows in plaats van via een toepassing, zijn er meer instellingen beschikbaar.
TABBLAD GEAVANCEERD 1 2 C5510 MFP 3 4 5 6 7 8 9 10 12 11 1. U kunt opgeven op welke tijd van de dag de printer beschikbaar is. 2. De huidige prioriteit wordt aangegeven, van 1 (laagste) tot 99 (hoogste). Documenten met de hoogste prioriteit worden het eerst afgedrukt. 3. Hiermee geeft u op dat documenten in de wachtrij moeten worden geplaatst (opgeslagen in een speciaal afdrukbestand) voordat deze worden afgedrukt.
Aangezien er in dit geval geen wachtrijbestand is, is er minder ruimte nodig op de vaste schijf van de computer. 7. Hiermee kunt u aangeven dat de spooler de documentinstellingen moet controleren en deze moet afstemmen op de printerinstellingen voordat het document naar de printer wordt verzonden.
11. Met deze knop hebt u toegang tot dezelfde instellingsvensters als bij het afdrukken vanuit toepassingen. Wijzigingen die zijn aangebracht in het Configuratiescherm van Windows worden de Windowsstandaardinstellingen. 12. U kunt een scheidingspagina ontwerpen en opgeven die wordt afgedrukt tussen de verschillende documenten. (Dit is met name handig bij een gedeelde printer, omdat elke gebruiker zo makkelijk zijn of haar eigen documenten in de uitvoerstapel kan terugvinden.) Het apparaat configureren..
BEDIENING Met zijn intuïtieve bedieningspaneel biedt dit multifunctionele product (MFP) veel gebruiksgemak. Als het apparaat eenmaal is geconfigureerd, is de bediening redelijk eenvoudig. 1. Leg uw papier in de automatische documentinvoer of op de glasplaat. 2. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op Copy of Scan. 3.
> Documenten moeten vierkant of rechthoekig zijn en in goede staat (niet breekbaar of versleten). > Documenten mogen niet gekruld, gekreukeld, gescheurd of geperforeerd zijn en de inkt erop mag niet nat zijn. > Er mogen geen nietjes, paperclips of zelfklevende notitieblaadjes op de documenten zijn aangebracht. > Houd de glasplaat schoon en laat er geen documenten op achter.
4. Stel de papiergeleiders (1) zo in dat het document in het midden van de automatische documentinvoer ligt. 1 DOCUMENTEN OP DE GLASPLAAT PLAATSEN 1. Open de documentklep. 2. Leg het document met de tekst omlaag op de glasplaat en schuif het papier tegen de linkerbovenhoek aan. 3. Sluit de documentklep. DOCUMENTEN VERZENDEN VIA E-MAIL BASISBEDIENING 1.
op het bedieningspaneel als u meer e-mailadressen wilt selecteren en druk vervolgens op de knop OK/ Selecteren. Als u het sneller wilt doen, kunt u ook alleen de eerste letter van het e-mailadres typen. Druk op Annuleren/terug als u wilt teruggaan naar het hoofdscherm E-mail. 4. Typ of selecteer zo nodig ook een CC- en BCC-adres. Voer het onderwerp van de e-mail in. Als u geen onderwerp invoert, verschijnt het standaardonderwerp. 5.
MENU-ITEM OMSCHRIJVING Handmatige invoer U kunt het scannen van documenten in meer batches inschakelen. Schakel Handmatige invoer in wanneer u meer dan 25 documenten plaatst in de automatische documentinvoer of meer dan één pagina op de glasplaat. OPMERKINGEN: > Als u hierbij een fout maakt, drukt u op STOP op het bedieningspaneel om de bewerking te annuleren.
BASISBEDIENING 1. Leg uw documenten met de afdrukzijde omhoog in de automatische documentinvoer of met de afdrukzijde omlaag op de glasplaat. 2. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Scan en vervolgens op de knop FTP Address. Op het LCDscherm wordt het archiveringsscherm geopend. Bijvoorbeeld: Profiel 1 Profiel 2 3. Kies het gewenste profiel (archiveringsbestemming) en druk op OK/Selecteren. 4.
MENU-ITEM OMSCHRIJVING Zwartwit uitvoerformaat Kies het bestandsformaat voor het document dat in zwart-wit moet worden gescand. U kunt kiezen uit PDF, TIFF en MTIFF. Resolutie Kies de scanresolutie voor het gescande document: u kunt kiezen uit 75, 100, 150, 200, 300, 400 en 600 dpi. Een hogere resolutie geeft een beeld met meer details, maar dit vraagt meer schijfruimte.
GEAVANCEERDE BEDIENING Stel de printeropties en het mediatype in (zie het gedeelte 'De printereenheid' in het hoofdstuk 'Configuratie' en de daarop volgende instructies). De aanvullende instellingen openen Hierna ziet u het menu voor de aanvullende instellingen wanneer alle printeropties zijn geïnstalleerd (als er wijzigingen zijn in de optieconditie, worden de fabrieksinstellingen hersteld).
Marge versch. > Rechts 0/6/13/19/25 (mm) > Onder 0/6/13/19/25 (mm) Invoerlade > Auto > Lade1 > Univ. Papierinvoer > Legal > Letter > A4 > B5 > A5 Schaling veranderen Het apparaat is ingesteld op 100% schaling. Als u het origineel wilt verkleinen of vergroten, kunt u het origineel met deze functie maximaal 400% vergroten of 25% verkleinen. U vergroot of verkleint het originele document als volgt: 1. 2. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op Copy (1) om het scherm Copy te openen.
van 200%, 127%, 100%, 93% (Passend maken op een blad), 78%, 50% of 25% wilt selecteren. OPMERKING: Als u klaar bent met kopiëren, keert het apparaat automatisch terug naar de vooraf ingestelde schaal. De kopieerkwaliteit verbeteren Het apparaat is vooraf ingesteld op snel kopiëren ('Speed'). Zo nodig kunt u deze instelling wijzigen in 'Fijn' om de kopieerkwaliteit te verbeteren. U wijzigt als volgt de kopieerkwaliteit: 1. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Copy om het scherm Copy te openen.
Het aantal exemplaren verhogen Het aantal kopieën dat wordt gemaakt is standaard ingesteld op 1. Als u het aantal exemplaren wilt verhogen, geeft u het gewenste aantal op met het numerieke toetsenblok. U verhoogt als volgt het aantal exemplaren: 1. Druk op het bedieningspaneel bij Mode op de knop Copy om het scherm Copy te openen. 2. Voer het gewenste aantal kopieën in met het numerieke toetsenblok. Op het LCD-scherm wordt het geselecteerde aantal exemplaren bevestigd.
4. Volg de instructies op het scherm op om de installatie van het stuurprogramma te voltooien. LET OP! Om ervoor te zorgen dat de scanfunctie naar behoren werkt, moet u het stuurprogramma van de scanner installeren VOORDAT u de USB-kabel aansluit op de computer. BEDIENING VAN DE SCANNER 1. Start de scantoepassing. 2. Selecteer het menu File (Bestand) en kies Select Source (Bron selecteren).
5. Selecteer het menu File (Bestand) en kies Acquire (Ophalen). Er verschijnt een dialoogvenster met de scanopties. 1 2 3 6. Selecteer de gewenste scanmethode in het vervolgkeuzemenu voor scanmethode (1). 7. Selecteer de modus die u wilt gebruiken voor uw scans in het vervolgkeuzemenu voor beeldtype (2). 8. Selecteer een scanresolutie in het vervolgkeuzemenu voor resolutie (3). 9.
DE GEBRUIKERSINTERFACE 7 8 1 9 2 10 3 11 4 5 6 1. Scanmethode De opties zijn: ADF/Multi-page, Flatbed (Automatische documentinvoer/meer pagina's, glasplaat). 2. Beeldtype De opties zijn: Black & White, 8-Bit Grey, 24-Bit Color, 48-Bit Color (Zwart-wit, 8-bits grijs, 24-bits kleur, 48bits kleur). 3. Resolutie De opties zijn: 50, 72, 100, 144, 150, 200, 300, 600, 1200, 2400, 4800 (dpi). 4. Helderheid Stel het helderheidsniveau in op een waarde tussen 100 en +100. 5.
DE BASISFUNCTIES GEBRUIKEN Scanmethode De opties zijn: > Flatbed (Glasplaat): selecteer deze instelling wanneer u een foto of krantenknipsel wilt scannen. > ADF/Multipage (Automatische documentinvoer/meer pagina's): selecteer deze instelling wanneer u een document van meer pagina's wilt scannen vanaf de automatische documentinvoer. Beeldtype 1 2 3 4 1. Kies B&W (zwart-wit) als het origineel alleen zwart-witte tekst bevat of een potlood-/pentekening. 2.
Resolutie De juiste resolutie geeft een scherp beeld met goede detaillering. De resolutie wordt gemeten in dots (stippen) per inch (dpi). OPMERKING: Een kleurenafbeelding op A4-formaat die is gescand met een resolutie van 300 dpi in de modus True Color (Ware kleur) verbruikt ongeveer 25MB schijfruimte. Een hogere resolutie (dat wil meestal zeggen meer dan 600 dpi) wordt alleen aanbevolen wanneer u een klein gebied in de modus True Color moet scannen. Helderheid en contrast instellen 1.
3. Automatisch beeld selecteren Stel automatisch het hele beeld in als uw scangebied. (U kunt ook de afmetingen van het gebied wijzigen door diagonaal 'slepen en neerzetten'.) Het beeld verbeteren 1. Effenen Hiermee elimineert u de moirépatronen* die u meestal aantreft op afgedrukt materiaal. (1) Voor; (2) na. 1 * 2. 2 Moirépatroon: een ongewenst patroon in een kleurenafdruk door een onjuiste schermhoek van een erover gedrukte halftoon. Verscherpen Het gescande beeld scherper maken.
3. Kleuren aanpassen 2 1 Hiermee stelt u de kleurkwaliteit van het beeld in zodat dit het origineel zoveel mogelijk benadert. Bij deze functie worden standaardparameters gebruikt om het beeld aan te passen. (1) Voor; (2) na. 4. Automatisch nivelleren Hiermee stelt u automatisch de lichte gebieden en schaduwgebieden van het gescande beeld bij om het volgende te optimaliseren. De geavanceerde functies gebruiken 2 3 4 5 6 7 1 1.
2. Niveaus voor licht/schaduw 1 3 2 4 Licht verwijst naar het lichtste punt in een gescand beeld terwijl schaduw naar het donkerste punt verwijst. Door de functies voor licht en schaduw samen te gebruiken kunt u het kleurenbereik vergroten en meer details laten zien in een grijs beeld of kleurenbeeld. Schaduw (1): Gamma (2): Licht (3): Aanwijzer (4): het donkerste punt in een beeld. de middentinten in een beeld. het lichtste punt in een beeld. verplaats deze om de waarde te wijzigen.
Wanneer de waarde voor licht en schaduw verandert, verandert het beeld als volgt. 1 2 3 4 1. Licht: 255/schaduw: 0 (normaal); 2. Licht: 210/schaduw:10 3. Licht: 200/schaduw:0; 4. Licht: 255/schaduw: 50 3. De curve aanpassen Hiermee past u de middentinten van het beeld aan zonder de lichtste en donkerste gebieden ervan al te zeer te veranderen. Wanneer de curve omhoog of omlaag wordt verplaatst, wordt het beeld donkerder of lichter.
4. Tint/verzadiging/lichtheid van de kleur Verbeter een beeld door het niveau van tint/verzadiging/lichtheid te veranderen. a b c (a) Hue (Tint) Hier past u de tint aan door het driehoekje naar rechts of links te verplaatsen. (Houd er rekening mee dat de kleurintensiteit gelijktijdig verandert wanneer de tint wordt aangepast.) (b) Saturation (Verzadiging) Verplaats het driehoekje naar rechts om het verzadigingsniveau te verhogen of naar links om het niveau te verlagen.
Het eerste vak verwijst naar het percentage voor cyaan/rood, het tweede naar magenta/groen en het derde naar geel/blauw. 6. Kleur verwijderen Als u op deze knop klikt, wordt het onderstaande dialoogvenster Colour Drop-out weergegeven. Hier kunt u een van de kleurkanalen voor R (rood), G (groen) of B (blauw) verwijderen. Deze functie komt vooral van pas wanneer u een beeld converteert naar tekst met OCR-software. OPMERKING: Voor deze functie worden alleen beelden in zwart-wit of grijs ondersteund. 7.
OVERIGE FUNCTIES. 1 1. 2 3 4 Maateenheid: geeft het gebruikte maatsysteem aan. U kunt de maateenheid wijzigen door op deze knop te klikken. De opties zijn: inch, cm, pixel. 2. Papierformaat: geeft de regelmatig gebruikte scanformaten. De opties zijn: Card 4" x 2.5", Photo 5" x 3.5", Photo 3.5" x 5", Photo 4" x 6", Photo 6" x 4", B5, A5, A4, Letter, A3 en scanner maximum (Kaart 10 x 6cm, Foto 13 x 9cm, Foto 9 x 13cm, Foto 10 x 15cm, Foto 15 x 10cm, B5, A5, A4, Letter, A3 en scannermaximum). 3.
VERBRUIKSMATERIALEN VERVANGEN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de verbruiksmaterialen vervangt als dat nodig is. Als richtlijn kunt u voor de verwachtte gebruiksduur van deze materialen het volgende aanhouden: > Toner: 3000 (standaardcapaciteit) of 5000 (hoge capaciteit) pagina's van het formaat A4 bij 5% dekking, wat inhoudt dat 5% van de afdrukbare ruimte met deze kleur is bedrukt.
BESTELINFORMATIE VERBRUIKSMATERIALEN ITEM GEBRUIKSDUUR BESTELNUMMER Toner, hoge capaciteit, zwart 5000 A4 bij 5% 42127457 Toner, hoge capaciteit, cyaan 5000 A4 bij 5% 42127456 Toner, hoge capaciteit, magenta 5000 A4 bij 5% 42127455 Toner, hoge capaciteit, geel 5000 A4 bij 5% 42127454 Toner, regenboogpakket (1 x CMYK) 5000 A4 bij 5% 42403006 Toner, standaardcapaciteit, zwart 3000 A4 bij 5% 42804548 Toner, standaardcapaciteit, cyaan 3000 A4 bij 5% 42804547 Toner, standaardcapaciteit, m
TONERCARTRIDGE VERVANGEN LET OP! Om verspilling van toner en mogelijke fouten van de tonersensor te voorkomen moet u de tonercartridge(s) pas vervangen wanneer de melding 'TONER LEEG' wordt weergegeven. De toner die in dit apparaat wordt gebruikt, is een heel fijn droog poeder. De toner wordt geleverd in vier cartridges: cyaan, magenta, geel en zwart. Zorg ervoor dat u een vel papier bij de hand hebt zodat u de gebruikte cartridge ergens op kunt zetten terwijl u de nieuwe cartridge installeert.
1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van het apparaat en open de kap volledig. WAARSCHUWING! Als het apparaat ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. 2. Let op de posities van de vier cartridges. 1 2 3 4 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4.
3. Voer een van de volgende handelingen uit: (a) Als u een tonercartridge vervangt die is meegeleverd met het apparaat (ontgrendelingshendel heeft 3 standen), trekt u de gekleurde ontgrendelingshendel van de toner op de cartridge die u wilt vervangen naar de voorkant van het apparaat, in de richting van de pijl, tot de middelste stand (rechtop) (1).
4. Til de rechterzijde van de cartridge op en trek de cartridge vervolgens naar rechts om de linkerzijde los te maken. Haal de tonercartridge uit het apparaat. 1 2 5. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig.
7. Schud de nieuwe cartridge een aantal keren voorzichtig heen en weer om de toner in de cartridge los te maken en gelijkmatig te verdelen. 8. Verwijder nu het verpakkingsmateriaal en trek het tape van de onderzijde van de cartridge. 9. Houd de cartridge aan de bovenzijde in het midden vast met de gekleurde hendel rechts. Laat de cartridge in het apparaat zakken op de drumeenheid waaruit u de oude cartridge hebt verwijderd.
10. Plaats de linkerzijde van de cartridge eerst in de bovenzijde van de drumcartridge, druk deze tegen de veer op de drumeenheid en laat vervolgens de rechterzijde van de cartridge op de drumeenheid zakken. 2 1 11. Druk de cartridge voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de cartridge goed vastzit en druk vervolgens de gekleurde hendel (1) naar de achterzijde van het apparaat toe. Hiermee vergrendelt u de cartridge en kan er toner naar de drumeenheid worden overgebracht. 1 12.
DRUMCARTRIDGE VERVANGEN Schakel het apparaat uit en laat de fuser ongeveer 10 minuten afkoelen voordat u de kap opent. LET OP! Ga voorzichtig met deze apparaten om. Ze zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Het apparaat bevat vier drumcartridges: cyaan, magenta, geel en zwart. 1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van het apparaat en open de kap volledig. WAARSCHUWING! Als het apparaat ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd.
2. Let op de posities van de vier cartridges. 1 2 3 4 3. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge Pak de drumcartridge aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit het apparaat.
4. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
7. Haal de nieuwe drumcartridge uit de verpakking en plaats deze op het vel papier waarop ook de oude cartridge was geplaatst. Plaat de cartridge op dezelfde manier als de oude eenheid. Pak de oude eenheid voor het recyclen in het verpakkingsmateriaal. 8. Plaats de tonercartridge op de nieuwe drumcartridge, zoals is weergegeven. Druk de linkerzijde van de cartridge eerst naar beneden en laat vervolgens de rechterzijde zakken.
10. Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in het apparaat zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de printerruimte plaatst. 11. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
DE TRANSPORTBAND VERVANGEN De transportband bevindt zich onder de vier drumcartridges. Deze eenheid moet worden vervangen nadat er ongeveer 50.000 pagina's zijn afgedrukt. Schakel het apparaat uit en laat de fuser ongeveer 10 minuten afkoelen voordat u de kap opent. 1. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van het apparaat en open de kap volledig. WAARSCHUWING! Als het apparaat ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd.
2. Let op de posities van de vier cartridges. Het is van essentieel belang dat ze in dezelfde volgorde worden teruggeplaatst. 1 2 3 4 3. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge Til alle drumeenheden uit het apparaat, te beginnen aan de achterkant, en leg ze op een veilige plek waar ze niet worden blootgesteld aan directe warmte- en lichtbronnen. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig.
4. Zoek de twee bevestigingen (5) aan beide zijden van de band en zoek de greep (6) aan de voorzijde. 5 6 5. Draai de twee bevestigingen 90° naar links. Hierdoor komt de band los van de printerbehuizing. 6. Trek de greep (6) omhoog zodat de band aan de voorzijde omhoog komt en trek de transportband uit het apparaat. 7. Laat de nieuwe transportband op zijn plaats zakken, met de greep aan de voorzijde en het drijfwerk naar de achterzijde van het apparaat gericht.
DE FUSER VERVANGEN De fuser zit in het apparaat direct achter de vier drumcartridges. WAARSCHUWING! Als het apparaat kortgeleden nog is ingeschakeld geweest, zijn sommige fuseronderdelen erg heet. Ga heel voorzichtig met de fuser om en houdt de fuser alleen vast bij de greep, die slechts warm aanvoelt. Een waarschuwingsetiket geeft duidelijk dit gebied aan. Als u twijfelt, schakelt u het apparaat uit en wacht u minimaal 10 minuten om de fuser te laten afkoelen voordat u de kap van het apparaat opent.
2. Zoek de fuserhendel (1) boven op de fusereenheid. 1 C 2 M Y K 3. Trek de twee fuserhendels (2) naar de voorzijde van het apparaat zodat ze helemaal rechtop staan. 4. Houd de fuser vast bij de greep (1) en til de fuser recht omhoog uit het apparaat. Indien de fuser nog warm is, plaats u deze op een vlak oppervlak dat niet beschadigd kan raken door hitte. 5. Haal de nieuwe fuser uit de verpakking en verwijder het transportmateriaal. 6.
7. Laat de fuser in het apparaat zakken, waarbij u de twee nokjes (3) in de uitsparingen in het metalen gedeelte tussen het fusergebied en de drumcartridges laat zakken. 8. Duw de twee hendels (2) waarmee de fuser wordt vergrendeld naar de achterzijde van het apparaat om de fuser vast te zetten. C 2 M Y K 9. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
EXTRA GEHEUGEN INSTALLEREN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u extra RAM-geheugen in uw MFP installeert als geheugenupgrade. BESTELCODES Gebruik de volgende bestelcodes voor extra geheugen: > 256 MB RAM – 01110302 GEHEUGENUITBREIDING Dit model is bij levering uitgerust met een geheugen van 96 MB (32 MB plus 64 MB). Dit kan worden uitgebreid met een extra geheugenkaart van 256 MB, wat resulteert in een maximale geheugencapaciteit van 288 MB. De installatie kost een paar minuten.
3. Til de hendel van de voorklep op en trek de klep open. 4. Verwijder de schroef waarmee de rechterklep is vastgezet. 5. Til de rand van de zijklep iets op aan de twee punten die in de afbeelding worden weergeven en trek de klep aan de bovenkant naar u toe. Til de klep iets op om deze los te maken van het apparaat. Plaats de klep op een veilige plaats naast de printer. 6. Haal de nieuwe geheugenkaart voorzichtig uit de verpakking.
7. De geheugenkaart heeft een kleine uitsparing in de connector op de rand, die zich dichter bij de ene zijde dan bij de andere bevindt. 8. Zoek de RAM-uitbreidingssleuf (1) in het apparaat. 2 1 2 9. 10. De RAM-uitbreidingssleuf bevat al een geheugenkaart. U moet deze verwijderen voordat u een nieuwe kunt plaatsen. Ga hiervoor als volgt te werk: (a) Zoek de klemmen (2) aan beide zijden van de RAMuitbreidingssleuf (1). (b) Druk de klemmen naar buiten en terug in het apparaat.
11. Duw de geheugenkaart voorzichtig in de RAMuitbreidingssleuf totdat deze vastklikt en niet verder kan. 12. Plaats de drie klemmen aan de onderzijde van de zijklep in de rechthoekige openingen bij de onderzijde van het apparaat. 13. Sluit de zijklep van de printer en draai de schroef die u in stap 4 hebt verwijderd, weer vast. 14. Sluit de voorklep en de kap aan de bovenzijde en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen. 15.
PROBLEMEN OPLOSSEN INFORMATIECODES/BERICHTEN INFORMATIECODES DIE WORDEN WEERGEGEVEN TIJDENS SCANNEN EN KOPIËREN CODE BETEKENIS ACTIE 10001 SDRAM-fout Start het apparaat opnieuw op (schakel het apparaat uit en weer in). Neem contact op met de leverancier als de code ook daarna verschijnt. 10006 Home sensor fout Start het apparaat opnieuw op (schakel het apparaat uit en weer in). Neem contact op met de leverancier als de code ook daarna verschijnt.
CODE BETEKENIS ACTIE 20003 Printerfout Controleer de printer. Neem contact op met de leverancier als de code ook daarna verschijnt. BERICHTEN TIJDENS HET SCANNEN EN KOPIËREN BERICHT OP HET LCD-SCHERM ACTIE Kopieerfunctie uitgeschakeld Download printerprofiel. Controleer USBkabel of status. Controleer of de printerkabel correct is aangesloten. Controleer of de printer is ingeschakeld. Start het apparaat opnieuw op Neem contact op met de leverancier als het bericht ook daarna verschijnt.
INFORMATIECODES TIJDENS NETWERKVERKEER CODE BETEKENIS ACTIE Voer in de DOS-opdrachtstand vanaf een andere pc een ping-opdracht uit voor het IP-adres van het MFP. Typ bijvoorbeeld 'Ping 10.1.20.144' bij de DOS-prompt. Als het MFP niet reageert, verricht u de volgende stappen: 20512 Verbindingsfout. 20519 Het bestemmingsadres is ongeldig. 20530 Het netwerk is uitgeschakeld. 20531 Het netwerk is onbereikbaar. 20533 De verbinding is verbroken door de server.
INFORMATIECODES TIJDENS E-MAILEN CODE BETEKENIS 30001 Interne fout apparaat. Start het apparaat opnieuw op en probeer het opnieuw. Neem contact op met de dichtstbijzijnde leverancier als de fout aanhoudt. 30002 Verbinding met eNeem contact op met uw mailserver is mislukt. netwerkbeheerder voor meer hulp. 30009 Geen respons emailserver.
CODE BETEKENIS 31022 SMTP Neem contact op met uw [451]Gevraagde actie netwerkbeheerder voor meer hulp. afgebroken: lokale fout in verwerking. 31033 32002 33001 31023 31034 33002 31013 Neem contact op met uw SMTP [452]Gevraagde actie netwerkbeheerder voor meer hulp. niet uitgevoerd: onvoldoende opslagruimte in het systeem. SMTP [454]Tijdelijke verificatiefout: de verificatie is mislukt door een tijdelijke serverfout.
CODE BETEKENIS ACTIE 31027 SMTP [530] Verificatie vereist. E-mailserver heeft verificatie nodig om de gevraagde actie uit te voeren. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor meer hulp bij het verificatiemechanisme van de emailserver. 31038 Kies SMTP-verificatie voor emailbeveiliging of schakel de verificatie van de e-mailserver uit en probeer het opnieuw. SMTP Controleer het adres in het veld 'Aan'.
INFORMATIECODES TIJDENS ARCHIVERING CODE BETEKENIS 40001 Interne fout apparaat. Start het apparaat opnieuw op en probeer het later opnieuw. Neem contact op met de dichtstbijzijnde leverancier als de fout aanhoudt. 40002 40003 40004 ACTIE 40005 40006 41001 41002 41003 41004 Verbinding met FTPserver is mislukt. Controleer of de FTP-server niet is afgesloten en of het poortnummer correct is. Neem contact op met de beheerder van de FTP-server als de fout aanhoudt.
CODE BETEKENIS ACTIE 51001 CIFS-verbinding is mislukt. Controleer of de server een CIFS (SMB)-verbinding ondersteunt. 51002 CIFScomputernaamfout. Controleer of de computernaam in de map correct is. 51003 Onderhandeling CIFS- Dit CIFS ondersteunt mogelijk niet dialect mislukt. het PC NETWORK PROGRAM 1.0dialect. 52001 Inloggen (gebruikersniveau) CIFS mislukt. Controleer de loginnaam die en het wachtwoord dat u hebt getypt en probeer het opnieuw.
CODE BETEKENIS ACTIE 64003 HTTP [405] PUTmethode niet toegestaan. Neem contact op met de beheerder van de server om de toestemming voor dit recht te wijzigen. 64004 Interne fout HTTPserver [500]. Neem contact op met uw serverbeheerder voor meer hulp. 64005 HTTP [501] PUTmethode niet toegepast. Die server past niet de HTTP PUTmethode toe. C5510MFP/C5530MFP kan geen bestand opslaan op deze server, neem contact op met uw systeembeheerder voor hulp. 64006 HTTP [503] service niet beschikbaar.
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Als u de aanbevelingen in deze handleiding over het gebruik van afdrukmedia opvolgt en u de media in goede staat houdt, levert het MFP jarenlang betrouwbare prestaties. Toch kan het papier af en toe vastlopen. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u dit vastgelopen papier snel en eenvoudig verwijdert. Papier kan vastlopen als het verkeerd wordt ingevoerd vanuit de papierlade, en verder op elk punt van de papierbaan in het MFP.
IN DE PRINTER...... 1. Als een vel papier ver genoeg uit de bovenzijde van de printer steekt, pakt u het vel vast en trekt u het voorzichtig uit de printer. Als het vel papier erg vast zit, moet u niet te veel kracht gebruiken. Het vel kan ook later via de achterzijde van de printer worden verwijderd. 2. Druk op de ontgrendelingsknop van de kap aan de bovenzijde van de printer en open de kap volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet.
U moet alle vier drumcartridges verwijderen om bij het papierpad te kunnen. 4. Pak de cyaan drumcartridge aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit de printer. 5. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig.
7. Kijk in de printer of er vellen papier bij de transportband zichtbaar zijn. 4 3 2 1 (a) Als u een vel aan de voorzijde van de band (1) moet verwijderen, tilt u het vel voorzichtig van de band en trekt u het vel naar voren in de interne drumruimte en haalt u het vel eruit. LET OP! Gebruik geen scherpe of schurende voorwerpen om de vellen van de band af te halen. Hierdoor kan het oppervlak van de band beschadigd raken.
(b) Als u een vel uit het centrale gebied van de band (2) moet halen, tilt u het vel voorzichtig van de band en haalt u het vel eruit. 4 3 2 1 (c) Als u een vel moet verwijderen dat al gedeeltelijk in de fuser (3) is ingevoerd, tilt u het uiteinde van het vel voorzichtig van de band, drukt u de ontgrendelingshendel (4) van de fuser naar voren en naar beneden om de druk van het vel te halen en trekt u het vel er via de drumruimte uit. Laat de ontgrendelingshendel weer los.
8. Plaats de vier drumcartridges terug in de drumruimte. Plaats eerst de cyaan drumcartridge terug, de drum die het dichtst bij de fuser zit. Zorg ervoor dat u de drums in de juiste volgorde plaatst. 1 2 3 4 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in de printer zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de printerruimte plaatst.
9. Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer, maar druk deze nog niet helemaal aan. Zo worden de drums niet blootgesteld aan fel licht, terwijl u de overgebleven gebieden controleert op vastgelopen papier. 10. Open het uitvoervak aan de achterzijde (5) en controleer of er papier in de papierbaan aan de achterzijde zit (6). 6 5 Trek eventuele vellen uit dit gedeelte van de printer. Als het vel onder in de printer zit en moeilijk is te verwijderen, zit het vel waarschijnlijk nog vast in de fuser.
12. Til de ontgrendeling van de klep aan de voorzijde op en open de voorklep. 13. Controleer of er vellen zijn vastgelopen, verwijder eventuele vellen die u vindt en sluit de klep.
14. Trek de papierlade uit de printer. Controleer of het papier netjes is gestapeld en niet is beschadigd en controleer ook of de papiergeleiders goed tegen de randen van de papierstapel zijn aangeschoven. Plaats nu de lade weer terug. 15. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
AFDRUKKEN IN KLEUR De printerstuurprogramma's die bij de MFP zijn geleverd, bieden diverse mogelijkheden voor het wijzigen van de kleuruitvoer. Voor algemeen gebruik voldoen de automatische instellingen. Deze standaardinstellingen leveren goede resultaten op voor de meeste documenten. Veel toepassingen beschikken over eigen kleurinstellingen waarmee de instellingen van het printerstuurprogramma kunnen worden overschreven.
weergegeven. Dit verschil tussen monitors en printers is vaak de belangrijkste reden dat afgedrukte kleuren niet overeenkomen met de kleuren op het scherm. Omstandigheden bij het waarnemen Een afdruk kan er onder verschillende belichtingen heel anders uitzien.
Papiersoort Het soort papier dat wordt gebruikt, kan ook van invloed zijn op de afgedrukte kleur. Een afdruk op gerecycled papier kan er bijvoorbeeld doffer uitzien dan een afdruk op glanzend papier. TIPS VOOR AFDRUKKEN IN KLEUR De onderstaande richtlijnen kunnen u helpen bij het bereiken van een goede kleuruitvoer van de printer. FOTO'S AFDRUKKEN Gebruik de instelling Monitor (6500k) Perceptueel.
TOEGANG TOT DE KLEURAANPASSINGSOPTIES De kleuraanpassingsopties van het printerstuurprogramma kunnen worden gebruikt om de afgedrukte kleuren beter af te stemmen op de kleuren die op uw monitor of op een andere bron, zoals een digitale camera, worden weergegeven. De kleuraanpassingsopties openen vanuit het Configuratiescherm van Windows: 1. 2. 3. Open het venster Printers (Printers en faxapparaten in Windows XP). Klik met de rechtermuisknop op de printernaam en kies Eigenschappen.
OPTIES VOOR KLEURAANPASSING INSTELLEN 1. Selecteer op het tabblad Kleur de optie Geavanceerde kleur (zie 1 hieronder) bij Kleurkoppeling. 2. Kies de kleurinstelling Handmatig (2) en selecteer een van de volgende opties: 1 b c d a 2 e (a) Monitor (6500k) Perceptueel Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's. Bij het afdrukken van de kleuren ligt de nadruk op de verzadiging.
Office. Bij het afdrukken van de kleuren ligt de nadruk op de helderheid. (d) Digitale camera Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's die zijn gemaakt met een digitale camera. Uw resultaten variëren naar gelang het onderwerp en de omstandigheden waaronder de foto is genomen. (e) sRGB De printer probeert de sRGB-kleurruimte te reproduceren. Deze instelling kan handig zijn bij het aanpassen van de kleuren van een sRGBinvoerapparaat, zoals een scanner of digitale camera.
Een voorbeeld van het gebruik van de functie Kleurmonster: U wilt een bedrijfslogo afdrukken in een bepaalde kleur rood. Ga als volgt te werk: 1. Druk een kleurmonster af en selecteer de kleur rood die het beste overeenkomt met uw wensen. 2. Noteer de RGB-waarde van de kleur die u hebt gekozen. 3. Met behulp van de kleurenkiezer van uw toepassing voert u deze zelfde RGB-waarden in en wijzigt u de kleur van het logo in deze kleur.
U kunt als volgt aanpassingen selecteren die met het hulpprogramma voor kleurcorrectie zijn gemaakt: 1. Open het toepassingsprogramma, klik op Bestand en wijs Afdrukken aan. 2. Klik op Eigenschappen. De opties van het printerstuurprogramma worden weergegeven. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Klik op Geavanceerde kleur. 5. Klik op Aangepast. Selecteer de kleuraanpassing die u met het hulpprogramma voor kleurcorrectie hebt aangebracht.
SPECIFICATIES ITEM SPECIFICATIE Algemeen Afmetingen 444 x 561 x 667 mm (B x D x H) Gewicht Ongeveer 32 kg Voedingsbron Invoer: 220 tot 240 V wisselstroom, 50 tot 60 Hz Stroomverbruik Normale bedrijfsmodus < 400 W Inactief < 125 W Energiebesparende modus < 32 W Omgeving Geluid 56 dBA (in bedrijf) Temperatuur 10°C tot 32°C Luchtvochtigheid 20% tot 80% RL Beeldsensor Kleuren CCD-sensor Scannen Lichtbron TL-lamp met koude kathode Optische resolutie 600 x 600 dpi Uitvoerkwaliteit Invoer: 4
ITEM SPECIFICATIE Interface USB 2.0-host Kopiëren USB 2.0-apparaat Scannen (USB-kabel mag maximaal 2 m lang zijn) Ethernet 10/100 Mb E-mailen, naar bestand scannen, afdrukken Automatische documentinvoer Afmetingen document 114 x 140 tot 216 x 355 mm Gewicht/dikte document 72,6 tot 127 g/m² Papierinvoer Afgedrukte zijde naar boven Capaciteit 50 vellen Xerox4024 DP 9,07 kg papier Specificaties voor kopiëren Emulatie Windows GDI (Hyper-C), PJL Interface USB 2.
ITEM SPECIFICATIE Telling taken Kopiëren, scannen, afdrukken Inschakelen/uitschakelen Netwerkspecificatie Aansluitingsmogelijkheden Ethernet 10BaseT/100BaseTX, automatische onderhandeling, met RJ45 connector Communicatieprotocollen TCP/IP, SMTP, HTTP, MIME, FTP, CIFS, DHCP, DNS, LDAP Ondersteunde browsers Microsoft IE 4.1 of hoger Benodigde configuratie IP-adres Netscape Navigator 4.0 tot 4.
ITEM SPECIFICATIE Ondersteunde emailservertoepassing Lotus Mail Server 5.0 MS Exchange Server 2000 RedHat 7.0 SendMail MAC Mail Server in OS 9.04 Ondersteunde LDAP- Windows 2000 Active Directory server Windows NT 4.0 + MS Exchange 5.5 Lotus Notes R5 Ondersteunde emailtoepassing Microsoft Outlook 2000 Microsoft Outlook Express 5.0 Microsoft Outlook Express 6 Netscape Messenger 4.7 Netscape Messenger 4.73 In MAC geïntegreerde MAIL-toepassing Eudora 4.3.
ITEM SPECIFICATIE Geheugen 96 MB standaard, uitbreidbaar tot 288 MB Papiercapaciteit bij 80 g/m² 300 vel in de hoofdlade 100 vel in de universele lade Papiergewicht 64 ~ 120 g/m² in de hoofdlade 75 tot 203 g/m² in de universele lade Papieruitvoer 250 vel in het bovenste uitvoervak (afdrukzijde naar beneden) bij 80 g/m² 100 pagina's in het achterste uitvoervak (afdrukzijde naar boven) bij 80 g/m² Levensduur printer 420.000 pagina's of 5 jaar Gebruikscyclus 50.
FOUTCODES NOTES: 1. mmm = the setup of “Paper Supply” 2. ppp = the setup of “Media Type 3. “yy” in code denotes paper size. Paper size codes are shown in the list after the table. CODE LCD MESSAGE DETAILS 10007 Check The Printer Indicates that job cancellation has been initiated and data is being ignored until job is complete. 10053, 10976, 10975, 10050, Printer Error 10054, 10051, 10052 These are not a user-level errors. Please call service Memory limitation.
CODE 470yy LCD MESSAGE DETAILS MP Empty Paper feed from MPTRAY has been attempted, but the tray is empty. Loading mmm paper and pressing the On-line switch will start printing. Load mmm in MP Tray Printer Error 30097 40956 40957 40958 40028 40029 40030 40031 Memory capacity overflow. Press the ONLINE switch to continue printing. Install expansion RAM or decrease data size. Check The Printer Y Waste Toner Full Replace Y Toner M Waste Toner Full Replace Y Toner Waste toner will fill up the box.
CODE 30034 40980 LCD MESSAGE Paper Size error Check The Printer Printer Error Check The Printer Waste Toner Full Replace Belt DETAILS Inappropriate size paper was fed from a tray. Usually paper is automatically ejected, and error message is displayed. After the cover is opened and closed, error is cancelled. If paper remains in the printer, remove it and close the cover. Open and close the cover to perform recovery printing, and continue.
CODE LCD MESSAGE DETAILS Download mode when download data is received in normal operation. Show download data is being received. Receiving of download data has finished. An error occurs when received download data has: 1 : Size error 2 : Checksum error 3 : Print Model N0. error 40967 Printer Error Check The Printer 4 :Module I/F version error 5 : FAT version error Download data is writing. Writing download data has finished.
Paper sizes PAPER SIZE PJL CODE (DECIMAL) LETTER 02 EXECUTIVE LEGAL14 LEGAL13.
TREFWOORDENLIJST A H Aanbevolen papier Enveloppen ............................. 20 Etiketten ................................. 20 Transparanten ......................... 20 Visitekaartjes .......................... 21 voorbedrukt papier ................... 20 Afdrukinstellingen opslaan................................... 44 Afdrukstand instelling in Windows ................ 45 Afdrukvolgorde uitvoervak (afgedrukte zijde naar beneden) ..............................
archiveren..............................126 automatische documentinvoer .................................124 e-mailen ................................125 kopiëren ................................124 scannen .................................123 Standaardprinterinstellingen Windowsstandaardinstellingen ............. 47 documenten op de glasplaat plaatsen ................................53 documenten plaatsen voor kopiëren ................................51 documenten verzenden naar een bestandsserver .......
CONTACTGEGEVENS VAN OKI Oki Systems (Holland) b.v. Neptunustraat 27-29 2132 JA Hoofddorp Oki Systems (Belgium) Schaarbeeklei 49 - 51 B-1800 Vilvoorde Helpdesk: 0800 5667654 Tel: 023 5563740 Fax: 023 5563750 Website: www.oki.nl Helpdesk: 0900-1061 Fax: 02 2531848 Website: www.oki.
OKI Europe Limited Central House Balfour Road, Hounslow TW3 1HY, United Kingdom Tel: +44 (0) 20 8219 2190 Fax: +44 (0) 20 8219 2199 www.okiprintingsolutions.com 07057707 iss.