Operation Manual
Het apparaat configureren....> 30
mailserver en deze e-mails vervolgens via internet naar de
geadresseerden te verzenden.
Scannen naar FTP
Via het intranet met FTP (File Transfer Protocol), HTTP
(Hypertext Transfer Protocol) of CIFS (Common Internet
File System). Met het MFP kunt u gescande documenten
rechtstreeks opslaan op een aangewezen server of pc in
het netwerk met een normale PDF-, JPEG-, TIFF- of MTIFF-
bestandsindeling.
CIFS is het Microsoft Windows-systeem voor het delen van
bestanden. Het unieke aan deze archiveringsfunctie is dat
het alle zakelijke gebruikers in staat stelt om gezamenlijk
gebruik te maken van één machine om documenten te
verzenden naar een willekeurige bestandsmap op een
aangewezen server of individuele computer.
Er zijn drie manieren om het apparaat te configureren:
1. Vanaf het bedieningspaneel.
2. Vanaf de webpagina van het MFP.
3. Vanuit de beheerprogramma's van het MFP (raadpleeg de
gebruikershandleiding van het hulpprogramma voor
netwerkinstallaties op de meegeleverde cd-rom).
De systeembeheerder moet de volgende instellingen of
bestemmingen hebben vastgelegd voordat het MFP kan worden
gebruikt voor de verspreiding van gescande documenten via het
netwerk.
> Netwerk- en e-mailparameters: hier definieert u de
parameters voor de TCP/IP-, SMTP- en POP3-protocollen
als u uw gescande document wilt verzenden naar een e-
mailadres.
> Archiveringsbestemmingen: hiermee definieert u de
protocollen en bestemmingen als u uw gescande
document wilt verzenden naar een FTP-server, locatie op
het web of pc in het netwerk.
OPMERKINGEN:
1. Als de systeembeheerder DHCP heeft gekozen, worden
het IP-adres van TCP/IP, de gateway, het subnetmasker
en de DNS-server automatisch gegeven.