Operation Manual

Het apparaat configureren....> 43
gevallen kunt u specifieke sets met stuurprogramma-instellingen
opslaan en een naam geven (op het tabblad Instellingen) en deze
in de toekomst opnieuw gebruiken.
A
FDRUKVOORKEUREN
IN
W
INDOWS
-
TOEPASSINGEN
Als u een document vanuit een Windows-toepassing afdrukt,
verschijnt het dialoogvenster Afdrukken. In dit dialoogvenster
wordt gewoonlijk de naam van de printer weergegeven waarop
het document wordt afgedrukt. Naast de naam van de printer
bevindt zich de knop Eigenschappen.
Als u op Eigenschappen klikt, wordt er een nieuw venster
geopend met een korte lijst met printerinstellingen die
beschikbaar zijn in het stuurprogramma en die u voor dit
document kunt selecteren. In de toepassing zijn alleen
instellingen beschikbaar die u eventueel wilt wijzigen voor
specifieke toepassingen of documenten. De instellingen die u hier
wijzigt, zijn meestal alleen geldig totdat de desbetreffende
toepassing wordt afgesloten.
T
ABBLAD
I
NSTELLINGEN
Als u op de knop
Eigenschappen klikt vanuit het
dialoogvenster Afdrukken van uw
toepassing, wordt het
stuurprogrammavenster
geopend waarin u uw
afdrukvoorkeuren voor het
huidige document kunt opgeven.
1. Het papierformaat moet
overeenkomen met het
papierformaat van uw
document (tenzij u de
1
2
3
4
5
6