Operation Manual

Bediening> 69
2. Niveaus voor licht/schaduw
Licht verwijst naar het lichtste punt in een gescand beeld terwijl
schaduw naar het donkerste punt verwijst. Door de functies voor
licht en schaduw samen te gebruiken kunt u het kleurenbereik
vergroten en meer details laten zien in een grijs beeld of
kleurenbeeld.
Schaduw (1): het donkerste punt in een beeld.
Gamma (2): de middentinten in een beeld.
Licht (3): het lichtste punt in een beeld.
Aanwijzer (4): verplaats deze om de waarde te
wijzigen.
Wanneer de gammawaarde verandert, verandert het beeld zoals
hieronder afgebeeld.
1. Gammawaarde: 1.0; 2. Gammawaarde: 1.4;
3. Gammawaarde: 2.0
2
1
4
3
12
3