Operation Manual
Kleurkoppeling> 65
4. Selecteer een printeruitvoerprofiel (4).
Als [Auto] is geselecteerd, worden de
standaardfabrieksprofielen gebruikt die zijn ingesloten in
de printer. Als u zelf een printerprofiel hebt gemaakt met
software voor het maken van profielen, selecteert u dat
hier.
M
AC
OS 9
1. Kies [Archief] → [Print] in uw toepassingsprogramma.
2. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1).
3. Selecteer [Kleuropties] (2).
4. Selecteer [Graphic Pro] in het menu [Kleurmodus] (3).
OPMERKING:
als u uw eigen printeruitvoerprofiel hebt geselecteerd (4),
kunt u ook de renderingsintentie aanpassen. Zie
"Renderingsintenties" op pagina 84.
1
2
3