Operation Manual

Menufuncties - C821 en C830 > 62
Netwerk
Instellingen
(vervolg)
SNMP Enable
Disable
Hiermee schakelt u SNMP in of uit.
Inschakelen: SNMP is beschikbaar.
Uitschakelen: SNMP is niet beschikbaar.
TCP/IP of Netware moet zijn ingeschakeld.
Netwerk
Schaal
Normaal
Klein
Wanneer Normaal is geselecteerd, kan het netwerk op
efficiënte wijze functioneren, zelfs wanneer het is
aangesloten op een HUB die een spanning tree-functie
heeft. De opstarttijd van de printer is echter langer
wanneer computers zijn verbonden met twee of drie
kleine LAN's.
Wanneer u Klein selecteert, kunnen computers zijn
aangesloten op twee of drie kleine LAN's of een groot
LAN, maar functioneren ze pas efficiënt als het netwerk
is aangesloten op een HUB die spanning tree-
voorzieningen biedt.
Hub Link
instellingen
Auto Negotiate
100Base-TX Full
100Base-TX Half
10Base-T Full
10Base-T Half
Hiermee stelt u de methode voor verbinding met een
HUB in. Wanneer u Auto instelt, wordt de
verbindingsmethode met de HUB automatisch
geselecteerd.
Fabrieks
instellingen?
Uitvoeren Hiermee geeft u aan of de
standaardfabrieksinstellingen van het netwerk moeten
worden geïnitialiseerd.
Afdruk-
instellingen
Printertaal Auto
PostScript
PCL
IBM PPR
EPSON FX
Hiermee selecteert u een printertaal.
Exemplaren 1- 999 Hiermee selecteert u het standaardaantal exemplaren.
Duplex Aan/Uit Hiermee geeft u de optie voor duplexafdrukken aan als
een duplexeenheid is geïnstalleerd en ingeschakeld.
Inbinden Lange zijde
Korte zijde
Hiermee geeft u inbinden op (als een duplexeenheid is
geïnstalleerd en ingeschakeld).
Media-
controle
Enable
Disable
Hiermee geeft u aan of de printer controleert of het
formaat van de afdrukgegevens overeenkomt met de
cassette. Alleen de standaardformaten worden
gecontroleerd.
Resolutie 600 dpi
600x1200dpi
600dpi multi-level.
Hiermee stelt u de standaardresolutie in.
Tonerspaar-
stand
Aan/Uit Deze functie werkt alleen efficiënt als de ingevoerde
gegevens RGB-kleurgegevens zijn. Deze instelling is
geldig in PS en PCL, maar heeft in de volgende
gevallen geen effect.
(1) PS: als Kleuraanpassing uit staat.
(2) PS: als een andere instelling dan ASIC-
kleuraanpassing is geconfigureerd.
(3) PS: CMYK-gegevens wanneer de
Inktsimulatiemodus wordt gebruikt (geldt in alle
andere gevallen, behalve geval 1 en 2 hierboven,
zolang de gegevens RGB zijn).
(4) binaire PCL-gegevens (kleur/monochroom).
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING