Operation Manual

- 101 -
Onderdelen waarvoor netwerkinstellingen kunnen worden ingesteld
5
5. Netwerkinstellingen
Beveiliging
Grijs gemarkeerde tekst geeft de standaardinstelling aan, die in de fabriek is ingesteld.
Onderdeel
Instelling Beschrijving
TELNET
Webbrow-
ser
Conguration
Tool
(invoegtoepas-
sing Network
Setting)
Network
Card Setup
(Windows)
Network
Card
Setup
(Mac)
FTP FTP - - - Ingeschakeld Stel in of de printer moet
worden benaderd via FTP.
GEDEACTIVEERD
Telnet Telnet - - - Ingeschakeld Stel in of de printer moet
worden benaderd via het
telnet-protocol.
GEDEACTIVEERD
Web (stan-
daardpoort
80)
IPP (poortnr.:
80)
Webinstellingen Webinstellingen Webpagina-
instellingen
Ingeschakeld Stel in of de printer moet
worden benaderd via een
webbrowser.
GEDEACTIVEERD
Web (IPP) Web - - - 1 Geef een poortnummer
op voor toegang tot
de webpagina voor de
printer.
-
80
-
65535
IPP (stan-
daardpoort
631)
IPP (poortnr.:
631)
- - - Ingeschakeld Stel in of het IPP-protocol
moet worden gebruikt.
GEDEACTIVEERD
SNMP SNMP - - - Ingeschakeld Stel in of de printer
moet worden benaderd
via het SNMP-
protocol. Doorgaans
wordt dit ingesteld op
[Ingeschakeld].
GEDEACTIVEERD
SMTP
(e-mail)
- - - - Ingeschakeld Stel in of SMTP-
verzending moet worden
gebruikt.
GEDEACTIVEERD
SMTP SMTP - - - 1 Geef een poortnummer
op voor het SMTP-
protocol.
-
25
-
65535
POP (e-mail) POP - - - Ingeschakeld Stel in of het POP3-
protocol moet worden
gebruikt.
GEDEACTIVEERD
POP POP -
- - 1 Geef een poortnummer
op voor het POP3-
protocol.
-
110
-
65535
SNTP SNTP - - - Ingeschakeld Stel in of het SNTP-
protocol moet worden
gebruikt.
GEDEACTIVEERD
Lokale
poorten
Lokale poorten - - - Ingeschakeld Stel in of een uniek
protocol moet worden
gebruikt.
GEDEACTIVEERD
TCP/IP - - - - Ingeschakeld Stel in of het TCP/IP-
protocol moet worden
gebruikt.
GEDEACTIVEERD